Garmin nuvi 5000 Important Safety and Product Information (Multlingual) - Page 23

Belangrijke veiligheids- en productinformatie, Waarschuwingen

Page 23 highlights

Belangrijke veiligheids- en productinformatie Waarschuwingen Het niet vermijden van de volgende potentieel gevaarlijke situaties kan leiden tot een ongeval of botsing die dodelijk kan zijn of ernstige letsels tot gevolg kan hebben. • Wanneer het toestel in een voertuig wordt geïnstalleerd, moet het zodanig worden aangebracht dat het de besturingsmechanismen van het voertuig (bijv. stuurwiel, voetpedalen of transmissiehendelszicht) en het zicht van de bestuurder op de rijweg niet belemmert. Niet vóór of boven een airbag aanbrengen. (Zie schema.) Nwgvbwgaeeeiaoenzsbartditlrcodumthhkeuotkersdnetveteeerrlrdde.nontpNloieotiimngoasnigrtbeearbegien. dinvahneteendashohenbtpbovleaaovoraedeptrsiNtvlehiugaineeidgn.tt • Vergelijk tijdens het navigeren de informatie die wordt weergegeven op het scherm met alle beschikbare navigatiebronnen, inclusief informatie langs de weg, overige visuele waarnemingen en kaarten. Los eventuele verschillen of zaken die u zich afvraagt altijd op voordat u verdergaat met uw reis en neem de verkeerstekens in acht. • Bedien het voertuig altijd op een veilige manier. Zorg dat u tijdens het rijden niet door het toestel wordt afgeleid en blijf u volledig bewust van alle rij-omstandigheden. Kijk tijdens het rijden niet te lang op het scherm van de eenheid en maak gebruik van spraakaanwijzingen wanneer dat mogelijk is. Voer tijdens het rijden geen bestemmingen in, wijzig geen instellingen en maak geen gebruik van functies waarvoor u het toestel wat langer nodig hebt. Stop op een veilige en geoorloofde manier voordat u overgaat tot dit soort handelingen. • Het toestel is ontworpen om u suggesties voor de route te geven. Het is geen vervangingsmiddel waardoor de bestuurder niet langer aandacht moet besteden aan gesloten wegen of wegcondities, verkeersdrukte, weersomstandigheden of andere factoren die uw veiligheid of timing tijdens het rijden kunnen beïnvloeden. 23

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38

±²
Belangrijke veiligheids- en productinformatie
Waarschuwingen
Het niet vermijden van de volgende potentieel
gevaarlijke situaties kan leiden tot een ongeval
of botsing die dodelijk kan zijn of ernstige
letsels tot gevolg kan hebben.
Wanneer het toestel in een voertuig wordt
geïnstalleerd, moet het zodanig worden
aangebracht dat het de besturingsmechanismen
van het voertuig (bijv. stuurwiel, voetpedalen
of transmissiehendelszicht) en het zicht van de
bestuurder op de rijweg niet belemmert. Niet
vóór of boven een airbag aanbrengen. (Zie
schema.)
Niet monteren
waar het
gezichtsveld
van de
bestuurder
wordt
geblokkeerd.
Niet
onbeveiligd
op het
dashboard van
het voertuig
plaatsen.
Niet monteren in het
ontplooiingsgebied van een
airbag.
Vergelijk tijdens het navigeren de informatie
die wordt weergegeven op het scherm met
alle beschikbare navigatiebronnen, inclusief
informatie langs de weg, overige visuele
waarnemingen en kaarten. Los eventuele
verschillen of zaken die u zich afvraagt altijd
op voordat u verdergaat met uw reis en neem de
verkeerstekens in acht.
Bedien het voertuig altijd op een veilige
manier.
Zorg dat u tijdens het rijden niet
door het toestel wordt afgeleid en blijf u
volledig bewust van alle rij-omstandigheden.
Kijk tijdens het rijden niet te lang op het
scherm van de eenheid en maak gebruik van
spraakaanwijzingen wanneer dat mogelijk is.
Voer tijdens het rijden geen bestemmingen in,
wijzig geen instellingen en maak geen gebruik
van functies waarvoor u het toestel wat langer
nodig hebt. Stop op een veilige en geoorloofde
manier voordat u overgaat tot dit soort
handelingen.
Het toestel is ontworpen om u suggesties
voor de route te geven. Het is geen
vervangingsmiddel waardoor de bestuurder niet
langer aandacht moet besteden aan gesloten
wegen of wegcondities, verkeersdrukte,
weersomstandigheden of andere factoren die uw
veiligheid of timing tijdens het rijden kunnen
beïnvloeden.