Lenovo ThinkCentre Edge 72 (Dutch) User Guide - Page 89

Vergeten wachtwoorden wissen (CMOS wissen), Mogelijkheid om een apparaat in of uit te schakelen

Page 89 highlights

4. Volg de instructies aan de rechterkant van het scherm om het gewenste wachtwoord in te stellen, te wijzigen of te wissen. Opmerking: U kunt elke combinatie van maximaal 64 alfabetische en numerieke tekens gebruiken. Meer informatie vindt u in "Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden" op pagina 76. Vergeten wachtwoorden wissen (CMOS wissen) Als u uw gebruikerswachtwoord of een ander wachtwoord vergeten bent, kunt u in dit gedeelte lezen wat u moet doen om dat wachtwoord te wissen. U kunt een vergeten wachtwoord als volgt wissen: 1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie "De kap van de computer verwijderen" op pagina 30. 3. Zoek de jumper voor Wissen van CMOS/Herstel op de systeemplaat. Zie "Onderdelen op de systeemplaat" op pagina 11. 4. Verzet de jumper van de standaardpositie (pennetje 1 en 2) naar de onderhoudspositie (pennetje 2 en 3). 5. Plaats de kap van de computer terug en sluit het netsnoer aan. Zie "Het vervangen van de onderdelen voltooien" op pagina 65. 6. Zet de computer aan en wacht ongeveer tien seconden. Zet de computer weer uit door de aan/uit-schakelaar ongeveer vijf seconden ingedrukt te houden. 7. Herhaal stap 1 t/m 3. 8. Zet de jumper voor Wissen van CMOS/Herstel terug in de standaardpositie (pennetje 1 en 2). 9. Plaats de kap van de computer terug en sluit het netsnoer aan. Zie "Het vervangen van de onderdelen voltooien" op pagina 65. Mogelijkheid om een apparaat in of uit te schakelen In dit gedeelte vindt u informatie over het in- of uitschakelen van de volgende apparaten: USB Setup SATA Controller Met deze optie kunt u een USB-poort in- en uitschakelen. Als een USB-poort uitgeschakeld is, kan het apparaat dat op die USB-poort is aangesloten, niet worden gebruikt. Als deze optie is ingesteld op Disabled, worden alle apparaten die zijn aangesloten op de SATA-aansluitingen (bijvoorbeeld de vaste schijf of het optische-schijfstation) uitgeschakeld en zijn ze niet toegankelijk. U kunt een apparaat als volgt in- of uitschakelen: 1. Start het programma Setup Utility. Zie "Het programma Setup Utility starten" op pagina 75. 2. In het hoofdmenu van het programma Setup Utility kiest u Devices. 3. Voer, afhankelijk van het apparaat dat u in of uit wilt schakelen, een van de volgende handelingen uit: • Selecteer USB Setup om een USB-apparaat in of uit te schakelen. • Selecteer ATA Drives Setup ➙ SATA Controller om een SATA-apparaat in of uit te schakelen. 4. Kies de gewenste instellingen en druk op Enter. 5. Druk op F10 voor het opslaan en afsluiten van het programma Setup Utility. Zie "Setup Utility afsluiten" op pagina 79. Hoofdstuk 7. Werken met het programma Setup Utility 77

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152

4. Volg de instructies aan de rechterkant van het scherm om het gewenste wachtwoord in te stellen, te
wijzigen of te wissen.
Opmerking:
U kunt elke combinatie van maximaal 64 alfabetische en numerieke tekens gebruiken.
Meer informatie vindt u in “Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden” op pagina 76.
Vergeten wachtwoorden wissen (CMOS wissen)
Als u uw gebruikerswachtwoord of een ander wachtwoord vergeten bent, kunt u in dit gedeelte lezen
wat u moet doen om dat wachtwoord te wissen.
U kunt een vergeten wachtwoord als volgt wissen:
1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur
uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels
die op de computer zijn aangesloten.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 30.
3. Zoek de jumper voor Wissen van CMOS/Herstel op de systeemplaat. Zie “Onderdelen op de
systeemplaat” op pagina 11.
4. Verzet de jumper van de standaardpositie (pennetje 1 en 2) naar de onderhoudspositie (pennetje 2 en 3).
5. Plaats de kap van de computer terug en sluit het netsnoer aan. Zie “Het vervangen van de onderdelen
voltooien” op pagina 65.
6. Zet de computer aan en wacht ongeveer tien seconden. Zet de computer weer uit door de
aan/uit-schakelaar ongeveer vijf seconden ingedrukt te houden.
7. Herhaal stap 1 t/m 3.
8. Zet de jumper voor Wissen van CMOS/Herstel terug in de standaardpositie (pennetje 1 en 2).
9. Plaats de kap van de computer terug en sluit het netsnoer aan. Zie “Het vervangen van de onderdelen
voltooien” op pagina 65.
Mogelijkheid om een apparaat in of uit te schakelen
In dit gedeelte vindt u informatie over het in- of uitschakelen van de volgende apparaten:
USB Setup
Met deze optie kunt u een USB-poort in- en uitschakelen. Als een USB-poort
uitgeschakeld is, kan het apparaat dat op die USB-poort is aangesloten, niet worden
gebruikt.
SATA Controller
Als deze optie is ingesteld op
Disabled
, worden alle apparaten die zijn aangesloten
op de SATA-aansluitingen (bijvoorbeeld de vaste schijf of het optische-schijfstation)
uitgeschakeld en zijn ze niet toegankelijk.
U kunt een apparaat als volgt in- of uitschakelen:
1. Start het programma Setup Utility. Zie “Het programma Setup Utility starten” op pagina 75.
2. In het hoofdmenu van het programma Setup Utility kiest u
Devices
.
3. Voer, afhankelijk van het apparaat dat u in of uit wilt schakelen, een van de volgende handelingen uit:
Selecteer
USB Setup
om een USB-apparaat in of uit te schakelen.
Selecteer
ATA Drives Setup
SATA Controller
om een SATA-apparaat in of uit te schakelen.
4. Kies de gewenste instellingen en druk op Enter.
5. Druk op F10 voor het opslaan en afsluiten van het programma Setup Utility. Zie “Setup Utility afsluiten”
op pagina 79.
Hoofdstuk 7
.
Werken met het programma Setup Utility
77