Lenovo ThinkPad X1 Hybrid (Dutch) User Guide - Page 78

Wachtwoorden en de sluimerstand, Wachtwoorden invoeren, Systeemwachtwoord

Page 78 highlights

Als dit pictogram wordt afgebeeld, geef dan het beheerderswachtwoord op. Klik op een van de volgende onderwerpen voor meer informatie over het gebruik van wachtwoorden ter beveiliging van uw computer. • "Wachtwoorden en de sluimerstand" op pagina 60 • "Wachtwoorden invoeren" op pagina 60 • "Systeemwachtwoord" op pagina 60 • "Beveiliging van de vaste schijf" op pagina 65 • "Beheerderswachtwoord" op pagina 63 Wachtwoorden en de sluimerstand Als u wachtwoorden hebt ingesteld en u uw computer met Fn + F4 in de sluimerstand plaatst, verloopt de procedure voor het weer in gebruik nemen als volgt: • U wordt niet gevraagd het wachtwoord op te geven als u de normale werking hervat. • Als u een vaste-schijfwachtwoord hebt ingesteld voor een vaste-schijf- of SSD-station, wordt dat station bij het hervatten automatisch ontgrendeld. Wachtwoorden invoeren Als dit pictogram wordt afgebeeld, geeft u het systeemwachtwoord of het beheerderswachtwoord op. Als dit pictogram wordt afgebeeld, typt u het Hard Disk Password. Als u het Hard Disk Password wilt opgeven, doet u het volgende: 1. Druk op F1. Het pictogram verandert in: 2. Typ nu het masterwachtwoord voor de vaste schijf. Opmerking: Als u wilt terugkeren naar het eerste pictogram, drukt u nogmaals op F1. Als dit pictogram wordt afgebeeld, typt u het beheerderswachtwoord. Opmerking: Als u bij het typen van het wachtwoord op een verkeerde toets hebt gedrukt, kunt u dat herstellen door op Backspace te drukken. Systeemwachtwoord U kunt een systeemwachtwoord instellen om uw computer te beveiligen tegen gebruik door onbevoegden. Als u een systeemwachtwoord hebt ingesteld, wordt u telkens als u de computer aanzet, gevraagd om dat wachtwoord te typen. Om de computer te kunnen gebruiken, moet u het juiste wachtwoord invoeren. Een systeemwachtwoord instellen 1. Druk deze aanwijzingen af. 2. Sla alle open bestanden op en sluit alle toepassingen af. 3. Zet de computer uit en daarna weer aan. 4. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1. Het programma ThinkPad Setup verschijnt. 60 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187

Als dit pictogram wordt afgebeeld, geef dan het beheerderswachtwoord op.
Klik op een van de volgende onderwerpen voor meer informatie over het gebruik van wachtwoorden ter
beveiliging van uw computer.
“Wachtwoorden en de sluimerstand” op pagina 60
“Wachtwoorden invoeren” op pagina 60
“Systeemwachtwoord” op pagina 60
“Beveiliging van de vaste schijf” op pagina 65
“Beheerderswachtwoord” op pagina 63
Wachtwoorden en de sluimerstand
Als u wachtwoorden hebt ingesteld en u uw computer met Fn + F4 in de sluimerstand plaatst, verloopt de
procedure voor het weer in gebruik nemen als volgt:
U wordt niet gevraagd het wachtwoord op te geven als u de normale werking hervat.
Als u een vaste-schijfwachtwoord hebt ingesteld voor een vaste-schijf- of SSD-station, wordt dat station
bij het hervatten automatisch ontgrendeld.
Wachtwoorden invoeren
Als dit pictogram wordt afgebeeld, geeft u het systeemwachtwoord of het beheerderswachtwoord op.
Als dit pictogram wordt afgebeeld, typt u het Hard Disk Password. Als u het Hard Disk Password wilt
opgeven, doet u het volgende:
1. Druk op F1. Het pictogram verandert in:
2. Typ nu het masterwachtwoord voor de vaste schijf.
Opmerking:
Als u wilt terugkeren naar het eerste pictogram, drukt u nogmaals op F1.
Als dit pictogram wordt afgebeeld, typt u het beheerderswachtwoord.
Opmerking:
Als u bij het typen van het wachtwoord op een verkeerde toets hebt gedrukt, kunt u dat
herstellen door op Backspace te drukken.
Systeemwachtwoord
U kunt een systeemwachtwoord instellen om uw computer te beveiligen tegen gebruik door onbevoegden.
Als u een systeemwachtwoord hebt ingesteld, wordt u telkens als u de computer aanzet, gevraagd om dat
wachtwoord te typen. Om de computer te kunnen gebruiken, moet u het juiste wachtwoord invoeren.
Een systeemwachtwoord instellen
1. Druk deze aanwijzingen af.
2. Sla alle open bestanden op en sluit alle toepassingen af.
3. Zet de computer uit en daarna weer aan.
4. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1. Het programma ThinkPad Setup verschijnt.
60
Handboek voor de gebruiker