Lenovo ThinkPad X121e (Dutch) User Guide - Page 133

Menu Startup

Page 133 highlights

• De standaardinstellingen zijn in de fabriek al voor u gekozen. Als u de configuratie van uw computer wilt wijzigen, ga dan voorzichtig te werk. Verkeerde configuratie-instellingen kunnen bijzonder vervelende gevolgen hebben. • In elk submenu kunt u een functie inschakelen door Enabled te kiezen of uitschakelen door Disabled te kiezen. Het onderstaande submenu wordt afgebeeld. • Password: De wachtwoordgerelateerde functies opgeven. • UEFI BIOS Update Option: De instellingen voor bijwerken van het Flash UEFI BIOS opgeven. • Memory Protection: De instellingen voor de functie Data Execution Prevention opgeven. • Virtualization: De instellingen voor Intel Virtualization Technology en Intel VT-d Feature in- of uitschakelen. • I/O Port Access: De afzonderlijke I/O-poorten in- en uitschakelen. • Anti-Theft: De UEFI BIOS-interface voor het activeren van anti-inbraakservices (zoals Intel AT-p en Computrace) in- en uitschakelen. Om wachtwoordgerelateerde functies in te stellen, gaat u naar het menu Security en kiest u Password. Het onderstaande submenu wordt afgebeeld. • Supervisor Password • Lock UEFI BIOS Settings • Set Minimum Length • Password at restart • Power-On Password • Hard Disk x Password Opmerkingen: • Hard Disk 1 is de vaste schijf die in de computer is ingebouwd. Met Lock UEFI BIOS Settings kunt u de functie in- of uitschakelen waarmee wordt voorkomen dat de opties van het programma ThinkPad Setup kunnen worden gewijzigd door een gebruiker die niet beschikt over het beheerderswachtwoord. Standaard is deze optie ingesteld op Disabled. Als u een beheerderswachtwoord instelt en deze functie inschakelt, dan bent u de enige die opties in het programma ThinkPad Setup kan wijzigen. Als u Set Minimum Length kiest, kunt u de minimumlengte opgeven voor systeemwachtwoorden en vaste-schijfwachtwoorden. Standaard is deze optie ingesteld op Disabled. Als u een beheerderswachtwoord instelt en een minimumlengte voor wachtwoorden opgeeft, kunnen andere gebruikers de wachtwoordlengte niet wijzigen. Als u Password at restart selecteert en inschakelt, wordt er een wachtwoordprompt afgebeeld als u de computer opnieuw opstart. Als u Disabled selecteert, wordt er geen wachtwoordprompt afgebeeld en gaat de computer verder met het laden van het besturingssysteem. Om toegang door onbevoegden te voorkomen, moet u dan gebruikersverificatie (een wachtwoord) van het besturingssysteem instellen. Menu Startup Wellicht moet u de opstartvolgorde van de stations in uw computer veranderen. Als er bijvoorbeeld verschillende besturingssystemen zijn geïnstalleerd op verschillende verwisselbare vaste-schijfstations of PC-kaarten, kunt u het systeem opstarten vanaf een van deze apparaten. Hoofdstuk 8. Geavanceerde configuratie 115

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198

De standaardinstellingen zijn in de fabriek al voor u gekozen. Als u de configuratie van uw computer wilt
wijzigen, ga dan voorzichtig te werk. Verkeerde configuratie-instellingen kunnen bijzonder vervelende
gevolgen hebben.
In elk submenu kunt u een functie inschakelen door
Enabled
te kiezen of uitschakelen door
Disabled
te
kiezen.
Het onderstaande submenu wordt afgebeeld.
Password
: De wachtwoordgerelateerde functies opgeven.
UEFI BIOS Update Option
: De instellingen voor bijwerken van het Flash UEFI BIOS opgeven.
Memory Protection
: De instellingen voor de functie Data Execution Prevention opgeven.
Virtualization
: De instellingen voor Intel Virtualization Technology en Intel VT-d Feature in- of uitschakelen.
I/O Port Access
: De afzonderlijke I/O-poorten in- en uitschakelen.
Anti-Theft
: De UEFI BIOS-interface voor het activeren van anti-inbraakservices (zoals Intel AT-p en
Computrace) in- en uitschakelen.
Om wachtwoordgerelateerde functies in te stellen, gaat u naar het menu Security en kiest u
Password
. Het
onderstaande submenu wordt afgebeeld.
Supervisor Password
Lock UEFI BIOS Settings
Set Minimum Length
Password at restart
Power-On Password
Hard Disk x Password
Opmerkingen:
Hard Disk 1
is de vaste schijf die in de computer is ingebouwd.
Met
Lock UEFI BIOS Settings
kunt u de functie in- of uitschakelen waarmee wordt voorkomen dat de opties
van het programma ThinkPad Setup kunnen worden gewijzigd door een gebruiker die niet beschikt over het
beheerderswachtwoord. Standaard is deze optie ingesteld op
Disabled
. Als u een beheerderswachtwoord
instelt en deze functie inschakelt, dan bent u de enige die opties in het programma ThinkPad Setup kan
wijzigen.
Als u
Set Minimum Length
kiest, kunt u de minimumlengte opgeven voor systeemwachtwoorden en
vaste-schijfwachtwoorden. Standaard is deze optie ingesteld op
Disabled
. Als u een beheerderswachtwoord
instelt en een minimumlengte voor wachtwoorden opgeeft, kunnen andere gebruikers de wachtwoordlengte
niet wijzigen.
Als u
Password at restart
selecteert en inschakelt, wordt er een wachtwoordprompt afgebeeld als u de
computer opnieuw opstart. Als u
Disabled
selecteert, wordt er geen wachtwoordprompt afgebeeld en
gaat de computer verder met het laden van het besturingssysteem. Om toegang door onbevoegden te
voorkomen, moet u dan gebruikersverificatie (een wachtwoord) van het besturingssysteem instellen.
Menu Startup
Wellicht moet u de opstartvolgorde van de stations in uw computer veranderen. Als er bijvoorbeeld
verschillende besturingssystemen zijn geïnstalleerd op verschillende verwisselbare vaste-schijfstations of
PC-kaarten, kunt u het systeem opstarten vanaf een van deze apparaten.
Hoofdstuk 8
.
Geavanceerde configuratie
115