NordicTrack T15.0 Treadmill Dutch Manual - Page 20

laagste stand staan wanneer u de loopband

Page 20 highlights

6. Meet uw hartslag als u dat wilt. Aandacht: als u de borstkas hartslagmonitor draagt en tegelijkertijd de handgreep met hartslagsensor gebruikt, dan geeft het bedieningspaneel uw hartslag niet nauwkeurig aan. Zie bladzijde 15 voor informatie over de borstkas hartslagmonitor. Voordat u de handgreep met hartslagmonitor gebruikt verwijdert u de velletjes plastic van de metalen contactpunten op de hartslagstang. Zorg er ook voor dat uw handen schoon zijn. Contactpunten 7. Zet indien gewenst de ventilator aan. De ventilator heeft verschillende snelheidsinstellingen en een automatische instelling. De snelheid van de ventilator zal automatisch toenemen of afnemen wanneer de snelheid van de loopband toeneemt en afneemt als de automatische instelling gekozen is. Druk op de Manual (handmatige) ventilatortoets om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator uit te zetten. Druk op de Auto (automatisch) ventilator toets om de automatische instelling te kiezen of om de ventilator uit te zetten. Als de ventilator aan staat wanneer de loopband stilstaat, dan zal de ventilator na een paar minuten automatisch stoppen. 8. Als u met oefenen klaar bent dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken.  Ga op de voetrails staan, druk op de Stoptoets en stel de helling van de loopband in de laagste stand. De helling van de loopband moet in de laagste stand staan wanneer u de loopband wilt inklappen in de opbergstand anders kan de loopband beschadigd worden. Trek vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek. Wanneer u met de loopband klaar bent, zet dan de stroomschakelaar in de Off (uitstand) en neem het snoer uit het stopcontact. BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de elektrische componenten van de loopband voortijdig slijten. 20

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36

20
6.
Meet uw hartslag als u dat wilt.
Aandacht: als u de borstkas hartslagmoni-
tor draagt en tegelijkertijd de handgreep met
hartslagsensor gebruikt, dan geeft het bedie-
ningspaneel uw hartslag niet nauwkeurig aan.
Zie bladzijde 15 voor informatie over de borstkas
hartslagmonitor.
Voordat u de
handgreep met
hartslagmonitor
gebruikt verwij-
dert u de velletjes
plastic van de
metalen contact-
punten op de
hartslagstang.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
7.
Zet indien gewenst de ventilator aan.
De ventilator heeft verschillende snelheidsinstel-
lingen en een automatische instelling. De snelheid
van de ventilator zal automatisch toenemen of
afnemen wanneer de snelheid van de loopband
toeneemt en afneemt als de automatische instelling
gekozen is.
Druk op de Manual
(handmatige) ven-
tilatortoets om een
ventilatorsnelheid te
kiezen of om de venti-
lator uit te zetten. Druk
op de Auto (automatisch) ventilator toets om de
automatische instelling te kiezen of om de ventila-
tor uit te zetten.
Als de ventilator aan staat wanneer de loopband
stilstaat, dan zal de ventilator na een paar minuten
automatisch stoppen.
8.
Als u met oefenen klaar bent dient u de sleutel
uit het bedieningspaneel te trekken.
Ga op de voetrails staan, druk op de Stoptoets en
stel de helling van de loopband in de laagste
stand. De helling van de loopband moet in de
laagste stand staan wanneer u de loopband
wilt inklappen in de opbergstand anders kan de
loopband beschadigd worden.
Trek vervolgens
de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze
op een veilige plek.
Wanneer u met de loopband klaar bent, zet dan de
stroomschakelaar in de Off (uitstand) en neem het
snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Als u dit
niet doet, kunnen de elektrische componenten
van de loopband voortijdig slijten.
Contactpunten