ProForm 585 Perspective Treadmill Dutch Manual - Page 19

Waarschuwing

Page 19 highlights

GEBRUIKSAANWIJZING VOOR HET OP HARTSLAG AFGESTEMDE PROGRAMMA Tijdens hartslagprogramma 21, zal uw hartslag dichtbij een vooraf ingestelde doelhartslag moeten blijven. Tijdens hartslagprogramma's 22, 23 en 24 zal uw hartslag ongeveer 85% van de maximaal toegelaten hartslag voor uw leeftijd bereiken. (Opmerking: De maximale hartslag voor uw leeftijd wordt berekend door uw leeftijd van 220 af te trekken. Bijvoorbeeld: als u 30 bent, dan is de maximaal toegelaten hartslag voor uw leeftijd 190 per minuut). WAARSCHUWING: Gebruik de programma's voor de hartslag niet wanneer U hartklachten heeft of wanneer U ouder dan 60 en niet actief bent. Bespreek met uw huisarts, als u regelmatig medicijnen inneemt of de medicijnen uw oefening voor de hartslag kan beïnvloeden. Als u hartslagprogramma 22, 23 of 24 hebt gekozen, dan zal een profiel van uw doelhartslag voor het programma op de matrix van de linker display verschijnen. 4 Doel hartslag invoeren. Als u hartslagprogramma 21 hebt gekozen, dan zal het woord "PULSE" [hartslag] op de rechter display verschijnen en de doelhartslag voor het programma zal beginnen te knipperen. Als u dat wilt, kunt u de doelhartslag wijzigen door op de omhoog- of omlaagtoetsen onder de matrix te drukken (raadpleeg INTENSITEIT VAN UW OEFENING op pagina 30). Volg onderstaande stappen om het op de hartslag afgestemde programma te gebruiken. Opgelet: U moet de borstkas-sensor dragen om de programma's voor de hartslag te kunnen gebruiken. Als u de borstkas-sensoren gebruikt, gebruik dan niet de hand-sensoren. 1 De borstkas-sensor dragen. Raadpleeg HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN op pagina 12. 2 De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 15. 3 Selecteer het op hartslag afgestemde programma. Om een hartslagprogramma te kiezen, druk herhaaldelijk op de Programma (PROG.)-toets totdat "P21", "P22", "P23" of "P24" op de rechter display verschijnt. Als u hartslagprogramma 21 hebt gekozen, dan zal een hartslagsymbool over de matrix van de linker display rollen. Telkens als uw hartslag wordt gedetecteerd, verschijnt een piek op de display. Als u hartslagprogramma 22, 23 of 24 hebt gekozen, dan zal het woord "PULSE" [hartslag] op de rechter display verschijnen en de maximale doelhartslag van het programma zal beginnen te flikkeren. Als u dat wilt, kunt u de maximale doelhartslag wijzigen door op de omhoog- of omlaagtoetsen onder de matrix te drukken (raadpleeg INTENSITEIT VAN UW OEFENING op pagina 30). Aandacht: De intensiteit van het programma zal veranderen wanneer de maximum doel hartslag instelling veranderd wordt. 5 Druk op de Start-toets om het programma te laten beginnen. Even nadat u op de toets drukt zal de loopband automatisch de eerste snelheid en hellingstand van het programma instellen. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen. Programma 21 voor de hartslag is in verschillende segmenten van elk één minuut verdeeld. De na te streven hartslaginstelling is gelijk voor alle segmenten. Aandacht: Stop voor een kortere oefening gewoon het programma voordat deze eindigt. Voor elk segment is een doel-hartslag geprogrammeerd. (Dezelfde hartslag-instelling kan worden geprogrammeerd voor opeenvolgende segmenten.) Hartslagprogramma's 22, 23, en 24 zijn onderverdeeld in 30 segmenten van één minuut. 19

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36

19
Tijdens hartslagprogramma 21, zal uw hartslag dichtbij
een vooraf ingestelde doelhartslag moeten blijven.
Tijdens hartslagprogramma’s 22, 23 en 24 zal uw hart-
slag ongeveer 85% van de maximaal toegelaten hart-
slag voor uw leeftijd bereiken. (Opmerking: De maxi-
male hartslag voor uw leeftijd wordt berekend door uw
leeftijd van 220 af te trekken. Bijvoorbeeld: als u 30
bent, dan is de maximaal toegelaten hartslag voor uw
leeftijd 190 per minuut).
Volg onderstaande stappen om het op de hartslag
afgestemde programma te gebruiken.
Opgelet: U moet
de borstkas-sensor dragen om de programma’s
voor de hartslag te kunnen gebruiken. Als u de
borstkas-sensoren gebruikt, gebruik dan niet de
hand-sensoren.
De borstkas-sensor dragen.
Raadpleeg HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE
GEBRUIKEN op pagina 12.
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 15.
Selecteer het op hartslag afgestemde pro-
gramma.
Om een hartslagprogramma te kiezen, druk her-
haaldelijk op de Programma (PROG.)-toets totdat
“P21”, “P22”, “P23” of “P24” op de rechter display
verschijnt.
Als u hartslagprogramma
21 hebt gekozen,
dan zal
een hartslagsymbool over
de matrix van de linker dis-
play rollen. Telkens als uw
hartslag wordt gede-
tecteerd, verschijnt een piek
op de display.
Als u hartslagprogramma
22, 23 of 24 hebt gekozen,
dan zal een profiel van uw
doelhartslag voor het pro-
gramma op de matrix van de
linker display verschijnen.
Doel hartslag invoeren.
Als u hartslagprogramma
21 hebt gekozen
, dan zal
het woord “PULSE” [hart-
slag] op de rechter display
verschijnen en de doelhart-
slag voor het programma zal
beginnen te knipperen. Als u
dat wilt, kunt u de doelhart-
slag wijzigen door op de
omhoog- of omlaagtoetsen
onder de matrix te drukken (
raadpleeg INTEN-
SITEIT VAN UW OEFENING op pagina 30
).
Als u hartslagprogramma 22, 23 of 24 hebt
gekozen
, dan zal het woord “PULSE” [hartslag]
op de rechter display verschijnen en de maximale
doelhartslag van het programma zal beginnen te
flikkeren. Als u dat wilt, kunt u de maximale doel-
hartslag wijzigen door op de omhoog- of omlaag-
toetsen onder de matrix te drukken
(raadpleeg
INTENSITEIT VAN UW OEFENING op pagina
30)
. Aandacht: De intensiteit van het programma
zal veranderen wanneer de maximum doel hart-
slag instelling veranderd wordt.
Druk op de Start-toets om het programma te
laten beginnen.
Even nadat u op de toets drukt zal de loopband
automatisch de eerste snelheid en hellingstand
van het programma instellen. Houdt u vast aan de
handleuningen en begin te oefenen.
Programma 21 voor de hartslag
is in verschil-
lende segmenten van elk één minuut verdeeld. De
na te streven hartslaginstelling is gelijk voor alle
segmenten. Aandacht: Stop voor een kortere oe-
fening gewoon het programma voordat deze
eindigt.
Voor elk segment is een doel-hartslag geprogram-
meerd. (Dezelfde hartslag-instelling kan worden
geprogrammeerd voor opeenvolgende seg-
menten.)
Hartslagprogramma’s 22, 23, en 24
zijn
onderverdeeld in 30 segmenten van één minuut.
5
4
3
2
1
WAARSCHUWING:
Gebruik
de programma’s voor de hartslag niet wan-
neer U hartklachten heeft of wanneer U ouder
dan 60 en niet actief bent. Bespreek met uw
huisarts, als u regelmatig medicijnen inneemt
of de medicijnen uw oefening voor de hartslag
kan beïnvloeden.
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR HET OP
HARTSLAG AFGESTEMDE PROGRAMMA