ProForm Performance 1250 Treadmill Dutch Manual - Page 20

uit het bedieningspaneel te trekken.

Page 20 highlights

6. Meet uw hartslag als u dat wilt. 7. Zet indien gewenst de ventilator aan. Aandacht: als u de borstkas hartslagmonitor draagt en tegelijkertijd de handgreep met hart� slagsensor gebruikt, dan geeft het bediening� spaneel uw hartslag niet nauwkeurig aan. Zie bladzijde 15 voor informatie over de borstkas hartslagmonitor. Voordat u de handgreep met hartsl- agmonitor gebruikt ver- wijder dan de velletjes plastic van de metalen contactpunten. Contactpunten Zorg er ook voor dat uw handen schoon zijn. Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetrails staan en houd u de contactpunten vast - beweeg uw handen niet. Wanneer uw hartslag gemeten kan worden, verschijnen er meerdere streepjes en daarna wordt uw hartslag aangegeven. Voor de meest nauwkeurige hartslagmeting, dient u de contactpunten ongeveer 15 seconden lang vast te houden. D e ventilator heeft verschillende snelheden. Ventilator sneller Druk op de Ventilator toename of afname toets om een ventila- torsnelheid te kiezen of Verntilator om de ventilator uit te langzamer zetten. Aandacht: als de ventilator aan staat wan- neer de loopband stilstaat, dan zal de ventilator na een paar minuten automatisch stoppen. 8. Als u klaar bent met oefenen dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken. Ga op de voetrails staan, druk op de Stoptoets en stel de helling van de loopband in de laagste stand. De helling van de loopband moet in de laagste stand staan wanneer u de loopband wilt inklappen in de opbergstand anders kan de loopband beschadigd worden. Trek vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek. Wanneer u klaar bent met de loopband, zet dan de stroomschakelaar in de uitstand en neem het snoer uit het stopcontact [OFF]. BELANGRIJK: als u dit niet doet, kunnen de elektrische com� ponenten van de loopband voortijdig slijten. 20

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36

20
6.
Meet uw hartslag als u dat wilt.
Aandacht: als u de borstkas hartslagmonitor
draagt en tegelijkertijd de handgreep met hart�
slagsensor gebruikt, dan geeft het bediening�
spaneel uw hartslag niet nauwkeurig aan.
Zie
bladzijde 15 voor informatie over de borstkas hart-
slagmonitor.
Voordat u de
handgreep
met hartsl-
agmonitor
gebruikt ver-
wijder dan
de velletjes
plastic van de
metalen con-
tactpunten.
Zorg er ook
voor dat uw handen schoon zijn.
Om uw hartslag te meten,
gaat u op de voetrails
staan en houd
u de contactpunten vast –
beweeg
uw handen niet.
Wanneer uw hartslag gemeten
kan worden, verschijnen er meerdere streepjes en
daarna wordt uw hartslag aangegeven.
Voor de
meest nauwkeurige hartslagmeting, dient u de
contactpunten ongeveer 15 seconden lang vast
te houden.
7.
Zet indien gewenst de ventilator aan.
De ventilator heeft ver
-
schillende snelheden.
Druk op de Ventilator
toename of afname
toets om een ventila-
torsnelheid te kiezen of
om de ventilator uit te
zetten. Aandacht: als de
ventilator aan staat wan-
neer de loopband stilstaat, dan zal de ventilator na
een paar minuten automatisch stoppen.
8.
Als u klaar bent met oefenen dient u de sleutel
uit het bedieningspaneel te trekken.
Ga op de voetrails staan, druk op de Stoptoets en
stel de helling van de loopband in de laagste
stand. De helling van de loopband moet in de
laagste stand staan wanneer u de loopband
wilt inklappen in de opbergstand anders kan de
loopband beschadigd worden.
Trek vervolgens
de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar
deze op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband, zet dan
de stroomschakelaar in de uitstand en neem het
snoer uit het stopcontact [OFF].
BELANGRIJK:
als u dit niet doet, kunnen de elektrische com�
ponenten van de loopband voortijdig slijten.
Contact-
punten
Ventilator sneller
Verntilator
langzamer