ProForm Performance 950 Treadmill Dutch Manual - Page 23

Send/obtain Data

Page 23 highlights

DE INFORMATIE INSTELLING Het bedieningspaneel biedt een informatie instelling aan die de informatie van de loopband bijhoudt en u uw eigen bedieningspaneel instelling laat invoeren. Om de informatie instelling te kiezen, blijft u op de Stoptoets [STOP] drukken terwijl u de sleutel weer in het bedieningspaneel steekt en daarna de Stop toets loslaat. Als de informatie instelling gekozen wordt zal de volgende informatie worden aangegeven: De Tijd [TIME] display toont het aantal uren dat de loopband gebruikt is. De Afstand [DISTANCE] display zal het totaal aantal mijlen of kilometers dat de loopband gedraaid heeft. Aangeven. Als de informatie instelling gekozen is drukt u op de afname toets naast de Entertoets [ENTER] om een van de volgende schermen in de middelste display te kiezen: 1. UNITS: druk op de Entertoets om van maateenheid te veranderen. Om de afstand in mijlen te bekijken, kiest u ENGLISH. Om de afstand in kilometers te bekijken, kiest u METRIC. 2. DEMO MODE: het bedieningspaneel biedt een demoinstelling, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. Terwijl de demoinstelling aan is kunt u het bedieningspaneel normaal gebruiken wanneer u het snoer in het stopcontact steekt, de stroomschakelaar in de resetstand geplaatst wordt, en de sleutel in het bedieningspaneel gestoken wordt. Echter als u de sleutel eruit haalt, dan blijven de displays branden hoewel de toetsen niet werken. Het woord ON (aan) zal op het scherm verschijnen wanneer de demoinstelling aan is. Om de demoinstelling aan en uit te zetten drukt u op de Entertoets of op de Snelheidsafname toets [SPEED]. 3. CONTRAST LVL: druk op de Hellingtoename of -afname toets [INCLINE] om het contrast van de display bij te stellen. Druk dan op de Entertoets. U kunt ook uit de volgende schermen kiezen wanneer een module aangesloten is: 4. MODULE: de display zal het woord WIFI aangeven wanneer een iFit Live module aangesloten is. De display zal, als een USB module aangesloten is, de woorden USB STATUS aangeven. De display zal het woord NIKE+ aangeven wanneer een SYNC aangesloten is. 5. AUDIO COACH: druk op de Entertoets om de audiocoach aan of uit te schakelen. U kunt ook uit de volgende schermen kiezen wanneer een iFit Live module verbonden is: 6. START MODE: de startinstelling zal verschijnen wanneer u de sleutel in het bedieningspaneel steekt of wanneer u op de Thuistoets [HOME] drukt. Druk herhaaldelijk op de Entertoets om de handmatige instelling of de iFit Live instelling als startinstelling te kiezen. 7. CHECK WIF: druk dan op de Entertoets. D��e��m�i�d�delste display geeft het nummer van de software versie, het netwerk SSID, de codering van het netwerk, de sterkte van het draadloos signaal, het IP-adres van de module, het aantal geregistreerde gebruikers en hun namen, en de resultaten van de DNS lookup aan. 8. SEND/OBTAIN DATA: druk op de Entertoets om workouts, workout logs en updates te verzenden en te ontvangen. Wanneer het proces voltooid is zullen de woorden TRANSFERS DONE (doorgestuurd) op de display verschijnen. Om de informatie instelling te verlaten, dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken. 23

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36

23
DE INFORMATIE INSTELLING
Het bedieningspaneel biedt een informatie instelling
aan die de informatie van de loopband bijhoudt en u
uw eigen bedieningspaneel instelling laat invoeren.
Om de informatie instelling te kiezen, blijft u op de
Stoptoets [STOP] drukken terwijl u de sleutel weer in
het bedieningspaneel steekt en daarna de Stop toets
loslaat. Als de informatie instelling gekozen wordt zal
de volgende informatie worden aangegeven:
De Tijd [TIME] display toont
het aantal uren dat de loop-
band gebruikt is.
De Afstand [DISTANCE]
display zal het totaal aantal
mijlen of kilometers dat de
loopband gedraaid heeft.
Aangeven.
Als de informatie instelling gekozen is drukt u op
de afname toets naast de Entertoets [ENTER] om
een van de volgende schermen in de middelste
display te kiezen:
1.
UNITS:
druk op de
Entertoets om van
maateenheid te verand-
eren. Om de afstand in
mijlen te bekijken, kiest
u
ENGLISH
. Om de
afstand in kilometers te
bekijken, kiest u
METRIC
.
2.
DEMO MODE:
het bedieningspaneel biedt een
demoinstelling, die ontwikkeld is voor gebruik als
de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. Terwijl
de demoinstelling aan is kunt u het bedienings-
paneel normaal gebruiken wanneer u het snoer
in het stopcontact steekt, de stroomschakelaar in
de resetstand geplaatst wordt, en de sleutel in het
bedieningspaneel gestoken wordt. Echter als u de
sleutel eruit haalt, dan blijven de displays branden
hoewel de toetsen niet werken. Het woord
ON
(aan) zal op het scherm verschijnen wanneer de
demoinstelling aan is. Om de demoinstelling aan
en uit te zetten
drukt u op de Entertoets of op de
Snelheidsafname toets [SPEED].
3.
CONTRAST LVL:
druk op de Hellingtoename of
–afname toets [INCLINE] om het contrast van de
display bij te stellen. Druk dan op de Entertoets.
U kunt ook uit de volgende schermen kiezen wan-
neer een module aangesloten is:
4.
MODULE:
de display zal het woord WIFI aangeven
wanneer een iFit Live module aangesloten is. De
display zal, als een
USB
module aangesloten is, de
woorden
USB STATUS
aangeven. De display zal
het woord
NIKE+
aangeven wanneer een SYNC
aangesloten is.
5.
AUDIO COACH:
druk op de Entertoets om de
audiocoach aan of uit te schakelen.
U kunt ook uit de volgende schermen kiezen wan-
neer een iFit Live module verbonden is:
6.
START MODE:
de startinstelling zal verschijnen
wanneer u de sleutel in het bedieningspaneel
steekt of wanneer u op de Thuistoets [HOME]
drukt. Druk herhaaldelijk op de Entertoets om de
handmatige instelling of de iFit Live instelling als
startinstelling te kiezen.
7.
CHECK WIF:
druk dan op de Entertoets. De mid-
De mid-
delste display geeft het nummer van de software
versie, het netwerk SSID, de codering van het
netwerk, de sterkte van het draadloos signaal, het
IP-adres van de module, het aantal geregistreerde
gebruikers en hun namen, en de resultaten van de
DNS lookup aan.
8.
SEND/OBTAIN DATA:
druk op de Entertoets om
workouts, workout logs en updates te verzenden
en te ontvangen. Wanneer het proces voltooid is
zullen de woorden
TRANSFERS DONE
(doorges-
tuurd) op de display verschijnen.
Om de informatie instelling te verlaten, dient u de sleu-
tel uit het bedieningspaneel te trekken.