Sony CDX GT310 Instruction Manual - Page 86

Optionele apparaten gebruiken, Randapparatuur voor audio

Page 86 highlights

SUB/REAR*1 De audio-uitvoer wijzigen. - "SUB-OUT" (z): het geluid via een subwoofer weergeven. - "REAR-OUT": het geluid via een versterker weergeven. DEMO*1 (demonstratie) "DEMO-ON" (z) of "DEMO-OFF" instellen. DIM (dimmer) De helderheid van het display regelen. - "DIM-ON": om het display te dimmen. - "DIM-OFF" (z): om de dimmer uit te schakelen. A.SCRL (automatisch rollen) Lange displayitems automatisch laten rollen als de disc/track of het album wordt gewijzigd. - "A.SCRL-ON" (z): om items te rollen. - "A.SCRL-OFF": om items niet te rollen. LOCAL (lokale zoekfunctie) - "LOCAL-ON": om alleen af te stemmen op krachtige zenders. - "LOCAL-OFF" (z): om af te stemmen met normale ontvangst. MONO*2 (monostand) Als u een slechte FM-ontvangst wilt verbeteren, selecteert u de mono-ontvangststand. - "MONO-ON": om stereo-uitzendingen in mono te horen. - "MONO-OFF" (z): om stereo-uitzendingen in stereo te horen. REG*2 (regionaal) "REG-ON" (z) of "REG-OFF" instellen (pagina 10). LPF*3 (laagdoorlaatfilter) Hiermee selecteert u de kantelfrequentie van de subwoofer: "LPF OFF" (z), "LPF125Hz" of "LPF 78Hz". BTM (pagina 8) *1 Als het apparaat is uitgeschakeld. *2 Als FM wordt ontvangen. *3 Als de audio-uitvoer is ingesteld op "SUB". Optionele apparaten gebruiken Randapparatuur voor audio Als u een optioneel draagbaar audioapparaat aansluit op de AUX-ingang (stereo miniaansluiting) van het apparaat en de bron selecteert, kunt u via de luidsprekers in de auto luisteren. Het volumeniveau kan worden aangepast aan het verschil tussen het apparaat en het draagbare audioapparaat. Voer de onderstaande procedure uit: Het draagbare audioapparaat aansluiten 1 Schakel het draagbare audioapparaat uit. 2 Zet het volume op het apparaat lager. 3 Sluit het apparaat aan. AUX AUX Verbindingskabel* (niet bijgeleverd) * Gebruik een rechte stekker. Het volume aanpassen Pas het volume voor elk aangesloten audioapparaat aan voordat u het afspelen start. 1 Zet het volume op het apparaat lager. 2 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot "AUX" wordt weergegeven. "AUX FRONT IN" wordt weergegeven. 3 Start het afspelen van het draagbare audioapparaat met een gemiddeld volume. 4 Stel het volume op het apparaat in op het niveau waar u normaal naar luistert. 5 Druk herhaaldelijk op de selectietoets tot "AUX" wordt weergegeven en draai de volumeknop om het ingangsniveau aan te passen (-8 dB tot +18 dB). 12

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96

12
Optionele apparaten gebruiken
Randapparatuur voor audio
Als u een optioneel draagbaar audioapparaat
aansluit op de AUX-ingang (stereo mini-
aansluiting) van het apparaat en de bron
selecteert, kunt u via de luidsprekers in de auto
luisteren. Het volumeniveau kan worden
aangepast aan het verschil tussen het apparaat en
het draagbare audioapparaat. Voer de
onderstaande procedure uit:
Het draagbare audioapparaat
aansluiten
1
Schakel het draagbare audioapparaat uit.
2
Zet het volume op het apparaat lager.
3
Sluit het apparaat aan.
*
Gebruik een rechte stekker.
Het volume aanpassen
Pas het volume voor elk aangesloten
audioapparaat aan voordat u het afspelen start.
1
Zet het volume op het apparaat lager.
2
Druk herhaaldelijk op
(SOURCE)
tot "AUX"
wordt weergegeven.
"AUX FRONT IN" wordt weergegeven.
3
Start het afspelen van het draagbare
audioapparaat met een gemiddeld volume.
4
Stel het volume op het apparaat in op het
niveau waar u normaal naar luistert.
5
Druk herhaaldelijk op de selectietoets tot
"AUX" wordt weergegeven en draai de
volumeknop om het ingangsniveau aan te
passen (–8 dB tot +18 dB).
SUB/REAR
*
1
De audio-uitvoer wijzigen.
– "SUB-OUT" (
z
): het geluid via een subwoofer
weergeven.
– "REAR-OUT": het geluid via een versterker
weergeven.
DEMO
*
1
(demonstratie)
"DEMO-ON" (
z
) of "DEMO-OFF" instellen.
DIM
(dimmer)
De helderheid van het display regelen.
– "DIM-ON": om het display te dimmen.
– "DIM-OFF" (
z
): om de dimmer uit te
schakelen.
A.SCRL
(automatisch rollen)
Lange displayitems automatisch laten rollen als
de disc/track of het album wordt gewijzigd.
– "A.SCRL-ON" (
z
): om items te rollen.
– "A.SCRL-OFF": om items niet te rollen.
LOCAL
(lokale zoekfunctie)
– "LOCAL-ON": om alleen af te stemmen op
krachtige zenders.
– "LOCAL-OFF" (
z
): om af te stemmen met
normale ontvangst.
MONO
*
2
(monostand)
Als u een slechte FM-ontvangst wilt verbeteren,
selecteert u de mono-ontvangststand.
– "MONO-ON": om stereo-uitzendingen in
mono te horen.
– "MONO-OFF" (
z
): om stereo-uitzendingen in
stereo te horen.
REG
*
2
(regionaal)
"REG-ON" (
z
) of "REG-OFF" instellen
(pagina 10).
LPF
*
3
(laagdoorlaatfilter)
Hiermee selecteert u de kantelfrequentie van de
subwoofer: "LPF OFF" (
z
), "LPF125Hz" of
"LPF 78Hz".
BTM
(pagina 8)
*1
Als het apparaat is uitgeschakeld.
*2
Als FM wordt ontvangen.
*3
Als de audio-uitvoer is ingesteld op "SUB".
AUX
AUX
Verbindingskabel
*
(niet bijgeleverd)