Weslo Cadence 21.5 Treadmill Dutch Manual - Page 16

Hoe Een Voorafingestelde Workout Te

Page 16 highlights

HOE EEN VOORAFINGESTELDE WORKOUT TE GEBRUIKEN 1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel. Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op bladzijde 14. 2. Kies een van de vier voorafingestelde workouts. Druk herhaaldelijk op de Workout Select (Kiest Workout) toets om een voorafingestelde workout te kiezen. "P- 1," "P- 2," "P- 3," of "P- 4" zal een paar seconden lang op de prioriteit display verschijnen om aan te geven welke workout gekozen is. De maximum snelheid van de workout en de duur van de workout zullen ook een paar seconden lang op de display verschijnen. Elke workout is verdeeld in 30 segmenten van 1-minuut. Een snelheids- en één hellinginstelling kunnen voor elk segment geprogrammeerd worden. Aandacht: Dezelfde snelheidsinstelling kan voor opeenvolgende segmenten geprogrammeerd worden. De profielen op het bedieningspaneel geven aan hoe de snelheid van de loopband tijdens de workouts zal veranderen. 3. Start de loopband. Druk op de Start-toets of op de Speed (Snelheids) -toenametoets om met de workout te beginnen. Met een druk op de toets zal de loopband automatisch de snelheids- en hellinginstelling die voor het eerste segment geprogrammeerd zijn instellen. Houd de handleuningen vast en begin te lopen.  Aan het einde van elk segment zal een reeks tonen te horen zijn. De snelheids-/hellinginstelling zal in de display opflikkeren als er andere snelheids-/ hellinginstellingen voor het volgende segment geprogrammeerd zijn om uw te waarschuwen dat de loopband automatisch de nieuwe snelheids-/hellinginstelling zal instellen. De workout gaat zo door tot het laatste segment eindigt. De loopband zal dan langzaam tot stilstand komen. U kunt de instelling handmatig veranderen door op de Speed en Incline (Helling) toetsen te drukken als de snelheids- of hellinginstelling tijdens de workout te hoog of te laag is; echter, als het het huidige segment van de workout eindigt, dan zal de loopband automatisch de snelheids- en hellinginstelling van het volgende segment instellen. Druk op de Stop-toets om de workout tijdelijk te stoppen. De tijd zal op de display opflikkeren. Druk op de Start-toets of op de Snelheidstoenametoets om de workout opnieuw te starten. De loopband zal met een snelheid van 1 Km/U beginnen te draaien. De loopband zal bij het begin van het volgende segment de geprogrammeerde snelheids- en hellinginstelling van het volgende segment automatisch instellen. 4. Volg desgewenst uw vordering op de displays. Zie stap 5 op bladzijde 14 en 15. 5. Meet desgewenst uw hartslag. Zie stap 6 op bladzijde 15. 6. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u met oefenen klaar bent. Zie stap 7 op bladzijde 15. 16

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28

16
HOE EEN VOORAFINGESTELDE WORKOUT TE
GEBRUIKEN
1.
Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 14.
2.
Kies een van de vier voorafingestelde
workouts.
Druk herhaaldelijk op de
Workout Select (Kiest
Workout) toets om een
voorafingestelde wor-
kout te kiezen. “P- 1,”
“P- 2,” “P- 3,” of “P- 4”
zal een paar seconden lang op de prioriteit display
verschijnen om aan te geven welke workout geko-
zen is. De maximum snelheid van de workout en
de duur van de workout zullen ook een paar secon-
den lang op de display verschijnen.
Elke workout is verdeeld in 30 segmenten van
1-minuut. Een snelheids- en één hellinginstelling
kunnen voor elk segment geprogrammeerd wor-
den. Aandacht: Dezelfde snelheidsinstelling kan
voor opeenvolgende segmenten geprogrammeerd
worden. De profielen op het bedieningspaneel
geven aan hoe de snelheid van de loopband tij-
dens de workouts zal veranderen.
3. Start de loopband.
Druk op de Start-toets of op de Speed (Snelheids)
-toenametoets om met de workout te beginnen.
Met een druk op de toets zal de loopband auto-
matisch de snelheids- en hellinginstelling die voor
het eerste segment geprogrammeerd zijn instellen.
Houd de handleuningen vast en begin te lopen.
Aan het einde van elk segment zal een reeks tonen
te horen zijn. De snelheids-/hellinginstelling zal in
de display opflikkeren als er andere snelheids-/
hellinginstellingen voor het volgende segment ge-
programmeerd zijn om uw te waarschuwen dat de
loopband automatisch de nieuwe snelheids-/hel-
linginstelling zal instellen. De workout gaat zo door
tot het laatste segment eindigt. De loopband zal
dan langzaam tot stilstand komen.
U kunt de instelling handmatig veranderen door
op de Speed en Incline (Helling) toetsen te druk-
ken als de snelheids- of hellinginstelling tijdens de
workout te hoog of te laag is;
echter, als het het
huidige segment van de workout eindigt, dan
zal de loopband automatisch de snelheids- en
hellinginstelling van het volgende segment in-
stellen.
Druk op de Stop-toets om de workout tijdelijk te
stoppen. De tijd zal op de display opflikkeren.
Druk
op de Start-toets of op de Snelheidstoenametoets
om de workout opnieuw te starten. De loopband zal
met een snelheid van 1 Km/U beginnen te draaien.
De loopband zal bij het begin van het volgende
segment de geprogrammeerde snelheids- en
hellinginstelling van het volgende segment automa-
tisch instellen.
4.
Volg desgewenst uw vordering op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 14 en 15.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 15.
6.
Trek de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u met oefenen klaar bent.
Zie stap 7 op bladzijde 15.