Weslo Cadence S6 Treadmill Dutch Manual - Page 14

Hoe Een Snelheidsprogramma Te Gebui

Page 14 highlights

HOE EEN SNELHEIDSPROGRAMMA TE GEBUIKEN 1 De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 11. 2 Kies een van de vier snelheidsprogramma's. Om een snelheidsprogramma te kiezen, druk herhaaldelijk op de Programmakeuzetoets [PROGRAM SELECT]; "P-1", "P-2", "P-3" of "P4" zal enkele seconden op de prioriteitsdisplay verschijnen en het gekozen programma aangeven. De maximale snelheid van het gekozen programma zal ook enkele seconden op een van de displays verschijnen. u te verwittigen, en dan zal de snelheid van de loopband veranderen. Het programma zal doorgaan totdat de 30 tijdsegmenten verstreken zijn. De loopband zal dan vertragen en tot stilstand komen. Als de snelheid te hoog of te laag is tijdens het programma, dan kunt u de snelheid handmatig bijstellen door op de Versnellings- of Vertragingstoets te drukken. Als het volgende tijdsegment start, dan zal de loopband de snelheid automatisch aanpassen aan de snelheid die voor dat tijdsegment geprogrammeerd is. Om het programma te stoppen, druk op de Stoptoets. De tijd zal beginnen te knipperen op een van de displays. Om het programma opnieuw te starten, druk op de Starttoets of op de Versnellingstoets. De loopband zal beginnen te draaien met een snelheid van 2 km/u. Als het volgende tijdsegment start, dan zal de loopband de snelheid automatisch aanpassen aan de snelheid die voor dat tijdsegment geprogrammeerd is. Ieder programma bestaat uit 30 periodes, elk 1 minuut lang. Iedere periode heeft een geprogrammeerde snelheid. Opgelet: Dezelfde snelheid kan voor twee of meerdere segmenten geprogrammeerd worden. 3 Op de Start-toets of de Versnellings-toets drukken om het programma te starten. Als de toets wordt ingedrukt, zal de loopband automatisch de snelheid aanpassen aan de instelling die voor het eerste tijdsegment geprogrammeerd is. Houd de handleuning vast en begin te stappen. 4 De hellingstand van de loopband veranderen zoals gewenst. Raadpleeg stap 4 op pagina 12. 5 Bekijk uw vordering op de piste en de vier displays. Zie stap 5 op pagina 12. 6 Uw hartslag meten als u dat wilt. Zie stap 6 op pagina 13. Als het eerste tijdsegment van het programma voorbij is, zult u een reeks tonen horen. Als er een nieuwe snelheid voor het tweede tijdsegment geprogrammeerd is, dan zal de snelheidsinstelling op een van de displays beginnen te knipperen om 7 Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u stopt met uw oefening. Zie stap 7 op pagina 13. 14

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23

14
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 11.
Kies een van de vier snelheidsprogramma’s.
Om een snelheidspro-
gramma te kiezen, druk
herhaaldelijk op de
Programmakeuzetoets
[PROGRAM SELECT];
“P-1”, “P-2”, “P-3” of “P-
4” zal enkele seconden op de prioriteitsdisplay
verschijnen en het gekozen programma aange-
ven. De maximale snelheid van het gekozen pro-
gramma zal ook enkele seconden op een van de
displays verschijnen.
Ieder programma bestaat uit 30 periodes, elk 1 mi-
nuut lang. Iedere periode heeft een geprogram-
meerde snelheid. Opgelet: Dezelfde snelheid kan
voor twee of meerdere segmenten geprogram-
meerd worden.
Op de Start-toets of de Versnellings-toets
drukken om het programma te starten.
Als de toets wordt ingedrukt, zal de loopband au-
tomatisch de snelheid aanpassen aan de instelling
die voor het eerste tijdsegment geprogrammeerd
is. Houd de handleuning vast en begin te stappen.
Als het eerste tijdsegment van het programma
voorbij is, zult u een reeks tonen horen. Als er een
nieuwe snelheid voor het tweede tijdsegment ge-
programmeerd is, dan zal de snelheidsinstelling
op een van de displays beginnen te knipperen om
u te verwittigen, en dan
zal de snelheid van de
loopband veranderen.
Het programma zal door-
gaan totdat de 30 tijdsegmenten verstreken zijn.
De loopband zal dan vertragen en tot stilstand
komen.
Als de snelheid te hoog of te laag is tijdens het
programma, dan kunt u de snelheid handmatig bij-
stellen door op de Versnellings- of Vertragings-
toets te drukken.
Als het volgende tijdsegment
start, dan zal de loopband de snelheid automa-
tisch aanpassen aan de snelheid die voor dat
tijdsegment geprogrammeerd is.
Om het programma te stoppen, druk op de
Stoptoets. De tijd zal beginnen te knipperen op
een van de displays. Om het programma opnieuw
te starten, druk op de Starttoets of op de
Versnellingstoets. De loopband zal beginnen te
draaien met een snelheid van 2 km/u. Als het vol-
gende tijdsegment start, dan zal de loopband de
snelheid automatisch aanpassen aan de snelheid
die voor dat tijdsegment geprogrammeerd is.
De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Raadpleeg stap 4 op pagina 12.
Bekijk uw vordering op de piste en de vier dis-
plays.
Zie stap 5 op pagina 12.
Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 13.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u stopt met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 13.
7
6
5
4
3
2
1
HOE EEN SNELHEIDSPROGRAMMA TE GEBUI-
KEN