Weslo Pursuit 2.9 Bike Dutch Manual - Page 10

Hoe Het Bedieningspaneel Te Gebruiken

Page 10 highlights

KENMERKEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL HOE HET BEDIENINGSPANEEL TE GEBRUIKEN Het gemakkelijk te gebruiken bedieningspaneel kent zes instellingen om u meteen informatie te geven tijdens uw training. De instellingen van het bedieningspaneel worden hieronder beschreven. Zorg ervoor dat het bedieningspaneel batterijen heeft (zie montage stap 5 op pagina 7). Als er een doorzichtig laagje plastic op het bedieningspaneel zit, verwijder deze dan. Opmerking: het bedieningspaneel kan de snelheid en de afstand in kilometers of mijlen weergeven. Wanneer u batterijen in het bedieningspaneel steekt, dan zal "KPH" op de display beginnen te flikkeren. U kunt, wanneer "KPH" flikkert, herhaaldelijk op de Instelling [MODE] toets drukken om tussen "KPH" (kilometers) en "MPH" (mijlen) te schakelen. De eenheid zal een paar seconden nadat u "KPH" of "MPH" hebt gekozen van toepassing zijn. Volg de stappen hieronder om het bedieningspaneel te bedienen. 1. Doe het bedieningspaneel aan. Willekeurig (SCAN)-Deze instelling geeft de tijd, snelheid, afstand, kilometrage, calorieën, en hartslag instelling aan, ieder achter elkaar een paar seconden lang. Tijd (TMR)-Deze instelling geeft de verlopen tijd aan. Opmerking: wanneer u een na te streven tijd hebt ingesteld (zie stap 2), dan zal deze instelling de overblijvende tijd van uw oefening aangeven. Snelheid (SPD)-Deze instelling geeft de getrapte snelheid aan in kilometers of mijlen per uur. Afstand (DST)-Deze instelling geeft tijdens uw oefening tijdens uw oefening de getrapte afstand aan, in kilometers of mijlen. Opmerking: wanneer u een na te streven afstand hebt ingesteld (zie stap 2), dan zal deze instelling de overblijvende afstand van uw oefening aangeven. Calorie (CAL)-Deze instelling geeft tijdens uw oefening bij benadering het aantal verbranden calorieën aan. Opmerking: wanneer u een na te streven hoeveelheid te verbranden calorieën hebt ingesteld (zie stap 2), dan zal deze instelling de calorieën die nog te verbranden zijn tijdens uw oefening aangeven. Hartslag (PULSE)-Deze instelling geeft uw hartslag aan wanneer u de handgreep met polssensor vasthoudt. Druk op welke toets van het bedieningspaneel dan ook om het bedieningspaneel in te schakelen of begin gewoon te trappen. 2. Indien gewenst stelt u een na te streven doel in. Om een na te streven tijd, een afstand, of een gewenste hoeveelheid te verbranden calorieën in te stellen, moet u eerst stoppen met trappen en wachten totdat het woord STOP op de display verschijnt. Druk vervolgens herhaaldelijk op de Instelling toets totdat de letters TMR, DST, of CAL aan de onderkant van de display verschijnen. Zorg ervoor dat het word SCAN niet verschijnt. Druk vervolgens herhaaldelijk op de Toename [UP] toets om het na te streven doel in te stellen. Houdt de Toename toets ingedrukt om een na te streven doel vlug in te stellen. Om een na te streven doel opnieuw in te stellen, druk hiervoor op de Reset toets. 10

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16

10
KENMERKEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het gemakkelijk te gebruiken bedieningspaneel kent
zes instellingen om u meteen informatie te geven tij-
dens uw training. De instellingen van het
bedieningspaneel worden hieronder beschreven.
Willekeurig (SCAN)
—Deze instelling geeft de tijd,
snelheid, afstand, kilometrage, calorieën, en hartslag
instelling aan, ieder achter elkaar een paar seconden
lang.
Tijd (TMR)
—Deze instelling geeft de verlopen tijd aan.
Opmerking: wanneer u een na te streven tijd hebt
ingesteld (zie stap 2), dan zal deze instelling de
overblijvende tijd van uw oefening aangeven.
Snelheid (SPD)
—Deze instelling geeft de getrapte
snelheid aan in kilometers of mijlen per uur.
Afstand (DST)
—Deze instelling geeft tijdens uw
oefening tijdens uw oefening de getrapte afstand aan,
in kilometers of mijlen. Opmerking: wanneer u een na
te streven afstand hebt ingesteld (zie stap 2), dan zal
deze instelling de overblijvende afstand van uw oefen-
ing aangeven.
Calorie (CAL)
—Deze instelling geeft tijdens uw
oefening bij benadering het aantal verbranden calo-
rieën aan. Opmerking: wanneer u een na te streven
hoeveelheid te verbranden calorieën hebt ingesteld
(zie stap 2), dan zal deze instelling de calorieën die
nog te verbranden zijn tijdens uw oefening aangeven.
Hartslag (PULSE)
—Deze instelling geeft uw hartslag
aan wanneer u de handgreep met polssensor
vasthoudt.
HOE HET BEDIENINGSPANEEL TE GEBRUIKEN
Zorg ervoor dat het bedieningspaneel batterijen heeft
(zie montage stap 5 op pagina 7). Als er een
doorzichtig laagje plastic op het bedieningspaneel zit,
verwijder deze dan.
Opmerking: het bedieningspaneel kan de snelheid
en de afstand in kilometers of mijlen weergeven.
Wanneer u batterijen in het bedieningspaneel steekt,
dan zal “KPH” op de display beginnen te flikkeren. U
kunt, wanneer “KPH” flikkert, herhaaldelijk op de
Instelling [MODE] toets drukken om tussen “KPH”
(kilometers) en “MPH” (mijlen) te schakelen. De een-
heid zal een paar seconden nadat u “KPH” of “MPH”
hebt gekozen van toepassing zijn.
Volg de stappen hieronder om het bedieningspaneel
te bedienen.
1.
Doe het bedieningspaneel aan.
Druk op welke toets van het bedieningspaneel dan
ook om het bedieningspaneel in te schakelen of
begin gewoon te trappen.
2.
Indien gewenst stelt u een na te streven doel in.
Om een na te
streven tijd, een afs-
tand, of een
gewenste hoeveel-
heid te verbranden
calorieën in te
stellen, moet u eerst
stoppen met trappen
en wachten totdat het woord
STOP
op de display
verschijnt.
Druk vervolgens her-
haaldelijk op de
Instelling toets totdat
de letters
TMR, DST,
of CAL
aan de
onderkant van de
display verschijnen.
Zorg ervoor dat het
word
SCAN
niet verschijnt.
Druk vervolgens her-
haaldelijk op de
Toename [UP] toets
om het na te streven
doel in te stellen.
Houdt de Toename
toets ingedrukt om
een na te streven doel vlug in te stellen. Om een
na te streven doel opnieuw in te stellen, druk hier-
voor op de Reset toets.