Epson TM-L500A Start Here - Page 34

De ka, els aansluiten, Papier inleggen, Een proefafdruk maken

Page 34 highlights

Nederlands De kabels aansluiten LET OP: Gebruik voor een seriële verbinding een null-modemkabel. Schakel bij een USB-interface de printer nog niet aan voordat u het stuurprogramma van de printer hebt geïnstalleerd. Opmerking: Welke interfaces beschikbaar zijn, kan per printermodel verschillen. Zie illustratie F voor positie en vorm van de connectors aan de achterzijde van de printer. 1. Controleer dat de Aan/Uit-schakelaar op Off staat. 2. Sluit het netsnoer op de printer aan op de voedingsconnector. 3. Sluit de verschillende interfacekabels op de computer aan. Installeer, wanneer u de USB-aansluiting gebruikt, de USB-kabel met de kabelhaak zodat de USB-kabel niet los kan raken. (Zie illustratie G) 4. Sluit de interfacekabel op de computer aan. 5. Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact. Papier inleggen Volg, wanneer het lampje Paper brandt, onderstaande stappen voor het inleggen van papier. LET OP: Het is belangrijk dat u het aangegeven papier gebruikt. Stel de papierbreedte goed in voor het papier dat u wilt gebruiken. Zie "De papierbreedte instellen" op pagina 33 voor de wijze waarop u de papierbreedte moet instellen. 1. Zet de printer aan. 2. Open de papierrolkap door de hendel voor het openen van de kap omhoog te trekken. (Zie illustratie C) 3. Steek het uiteinde van het papier onder de rollers. (Zie illustratie H) 4. Sluit de papierrolkap. Het papier wordt doorgevoerd tot de positie van een ponsgat of zwart merkteken en automatisch afgesneden. Een proefafdruk maken Na het installeren van de printer of wanneer de printer niet goed werkt, kunt u de werking van de printer controleren door een proefafdruk te maken. Als de printer een patroon afdrukt volgens onderstaande stappen, werkt de printer normaal. 1. Controleer of het papier goed is ingezet en alle kleppen gesloten zijn. 2. Zet de printer aan terwijl u de knop Unload ( ↑ ) ingedrukt houdt. 3. Wanneer de printer zijn status heeft afgedrukt en het Paper-lampje knippert, start u het maken van de proefafdruk weer door nogmaals op de knop Unload ( ↑ ) te drukken. De proefafdrukken zijn voltooid wanneer "*** completed***" is afgedrukt. 34 TM-L500A Ticket Gebruikershandleiding

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75

34
TM-L500A Ticket
Gebruikershandleiding
Nederlands
De ka
b
els aansluiten
LET OP:
Gebruik voor een seriële verbinding een null-modemkabel.
Schakel bij een USB-interface de printer nog niet aan voordat u het
stuurprogramma van de printer hebt geïnstalleerd.
Opmerking:
Welke interfaces beschikbaar zijn, kan per printermodel verschillen. Zie illustratie
F
voor
positie en vorm van de connectors aan de achterzijde van de printer.
1.
Controleer dat de Aan/Uit-schakelaar op Off staat.
2.
Sluit het netsnoer op de printer aan op de voedingsconnector.
3.
Sluit de verschillende interfacekabels op de computer aan. Installeer,
wanneer u de USB-aansluiting gebruikt, de USB-kabel met de kabelhaak
zodat de USB-kabel niet los kan raken. (Zie illustratie
G
)
4.
Sluit de interfacekabel op de computer aan.
5.
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
Papier inleggen
Volg, wanneer het lampje
Paper
brandt, onderstaande stappen voor het inleggen
van papier.
LET OP:
Het is belangrijk dat u het aangegeven papier gebruikt.
Stel de papierbreedte goed in voor het papier dat u wilt gebruiken. Zie "De
papierbreedte instellen" op pagina 33 voor de wijze waarop u de
papierbreedte moet instellen.
1.
Zet de printer aan.
2.
Open de papierrolkap door de hendel voor het openen van de kap omhoog te
trekken. (Zie illustratie
C
)
3.
Steek het uiteinde van het papier onder de rollers. (Zie illustratie
H
)
4.
Sluit de papierrolkap.
Het papier wordt doorgevoerd tot de positie van een ponsgat of zwart merkteken
en automatisch afgesneden.
Een proefafdruk maken
Na het installeren van de printer of wanneer de printer niet goed werkt, kunt u de
werking van de printer controleren door een proefafdruk te maken. Als de printer
een patroon afdrukt volgens onderstaande stappen, werkt de printer normaal.
1.
Controleer of het papier goed is ingezet en alle kleppen gesloten zijn.
2.
Zet de printer aan terwijl u de knop
Unload (
)
ingedrukt houdt.
3.
Wanneer de printer zijn status heeft afgedrukt en het
Paper
-lampje knippert,
start u het maken van de proefafdruk weer door nogmaals op de knop
Unload (
)
te drukken.
De proefafdrukken zijn voltooid wanneer
"*** completed***”
is afgedrukt.