HP P6210f Getting Started - Page 167

Internet-toegang, Netwerk en Deelcentrum

Page 167 highlights

Internet-toegang Symptoom Ik kan geen verbinding met internet tot stand brengen. Mogelijke oplossing Neem contact op met uw internetaanbieder voor ondersteuning. Controleer of u de juiste kabels gebruikt voor het type internetverbinding. Uw computer kan een inbel- modem en een Ethernet netwerk adapter hebben (wordt ook netwerk interface kaart of NIX genoemd). Een modem gebruikt een standaard telefoonkabel, terwijl de netwerk adapter een netwerkkabel gebruikt om met een lokaal netwerk (LAN) te verbinden. Verbind geen telefoonkabel met de netwerk adapter en plug geen netwerkkabel in een telefoon dienstlijn, als u dit toch doet kunt u de netwerk adapter beschadigen. Voor meer informatie over uw internetaansluiting, opent u Help en ondersteuning; zie "Het Hulp en Ondersteuningscentrum gebruiken" op pagina 25. Voer de wizard voor het instellen van een draadloos netwerk uit: 1 Klik op de Start toets en klik dan op Bedieningspaneel. 2 Klik op Netwerk en Internet en klik daarna op Netwerk en Deelcentrum. 3 Klik in het venster Netwerk en bestandsdeling op Een verbinding of netwerk instellen om de wizard te openen. 4 Volg de instructies op het scherm. Gebruik de Apparaatbeheerder om te verifiëren of het geïntegreerde WLAN apparaat juist op de computer is geïnstalleerd: 1 Klik op Start. 2 Typ Apparaatbeheerder in het Start Zoekveld in en klik op Apparaatbeheerder. 3 Klik op Netwerkadapters. Het WLAN-apparaat zou hier moeten worden vermeld. U kunt het WLAN-apparaat herkennen aan termen als wireless, wireless LAN, of 802.11. 4 Klik op Start. 5 Typ Netwerkcentrum in het zoekvak en klik vervolgens op Netwerkcentrum om het venster Netwerkcentrum te openen. 6 Klik op Verbinding maken met een netwerk, en volg de instructies op het scherm. Als uw systeem een externe antenne heeft, probeer deze dan in een betere stand te zetten. Als de antenne intern is, kunt u proberen de computer te verplaatsen. Probeer op een later tijdstip opnieuw te verbinden of neem contact op met uw internetprovider voor hulp. Probleemoplossing en onderhoud 37

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188

Probleemoplossing en onderhoud
37
Internet-toegang
Symptoom
Mogelijke oplossing
Ik kan geen verbinding
met internet tot stand
brengen.
Neem contact op met uw internetaanbieder voor
ondersteuning.
Controleer of u de juiste kabels gebruikt voor het type
internetverbinding. Uw computer kan een inbel- modem en een
Ethernet netwerk adapter hebben (wordt ook netwerk interface
kaart of NIX genoemd). Een modem gebruikt een standaard
telefoonkabel, terwijl de netwerk adapter een netwerkkabel
gebruikt om met een lokaal netwerk (LAN) te verbinden.
Verbind geen telefoonkabel met de netwerk adapter en plug
geen netwerkkabel in een telefoon dienstlijn, als u dit toch doet
kunt u de netwerk adapter beschadigen.
Voor meer informatie over uw internetaansluiting, opent u Help
en ondersteuning; zie “Het Hulp en Ondersteuningscentrum
gebruiken” op pagina 25.
Voer de wizard voor het instellen van een draadloos
netwerk uit:
1
Klik op de
Start
toets en klik dan op
Bedieningspaneel
.
2
Klik op
Netwerk en Internet
en klik daarna op
Netwerk en Deelcentrum
.
3
Klik in het venster Netwerk en bestandsdeling op
Een
verbinding of netwerk instellen
om de wizard te
openen.
4
Volg de instructies op het scherm.
Gebruik de Apparaatbeheerder om te verifiëren of het
geïntegreerde WLAN apparaat juist op de computer is
geïnstalleerd:
1
Klik op
Start
.
2
Typ
Apparaatbeheerder
in het Start Zoekveld in en klik op
Apparaatbeheerder
.
3
Klik op
Netwerkadapters
. Het WLAN-apparaat zou
hier moeten worden vermeld. U kunt het WLAN-apparaat
herkennen aan termen als
wireless
,
wireless LAN
, of
802.11
.
4
Klik op
Start
.
5
Typ
Netwerkcentrum
in het zoekvak en klik vervolgens op
Netwerkcentrum
om het venster Netwerkcentrum te
openen.
6
Klik op
Verbinding maken met een netwerk
, en
volg de instructies op het scherm.
Als uw systeem een externe antenne heeft, probeer deze dan in
een betere stand te zetten. Als de antenne intern is, kunt u
proberen de computer te verplaatsen.
Probeer op een later tijdstip opnieuw te verbinden of neem
contact op met uw internetprovider voor hulp.