HP P6240f Getting Started - Page 152

U moet de kaart correct plaatsen. Let op de richting van de inkeping aan de

Page 152 highlights

De geheugenkaartlezer gebruiken: 1 Duw de kaart zo ver mogelijk in de sleuf. Het activiteitslampje (A) op de kaartlezer gaat branden en de computer detecteert de kaart automatisch. LET OP: U moet de kaart correct plaatsen. Let op de richting van de inkeping aan de hoek van de kaart. Voor meer informatie opent u de Help en ondersteuning of raadpleegt u de ondersteuningswebsite; zie "Meer informatie verkrijgen" op pagina 25. Ook: ■ CompactFlash- en Microdrive-kaarten passen maar op één manier en kunnen dus niet foutief worden ingevoerd. Plaats de kaart met de aansluiting (gaatjes) in de sleuf. ■ Sommige geheugenkaarten, zoals de CF Ultra/III, zijn niet compatibel met de geheugenkaartlezer die bij uw computer werd geleverd. ■ Gebruik geen SM en xD media tegelijkertijd in de geheugenkaartlezer. De lezer herkent alleen de eerste kaart die wordt ingevoerd. 2 Selecteer een programma om uw bestanden te openen. U kunt bestanden van en naar de kaart kopiëren. Of Als het AutoPlay scherm niet opent klikt u op de Start toets, daarna op Computer en daarna dubbelklikt -u op het Geheugenkaart pictogram om de bestanden op de kaart te tonen. U kunt bestanden van en naar de kaart kopiëren. 3 Als u klaar bent klikt u met de rechter-muisknop op het schijf pictogram, daarna klikt u op Uitwerpen, controleer of het activiteitslampje van de geheugenkaartlezer aan of uit is, maar niet knippert, en verwijderd vervolgens de kaart. LET OP: Verwijder de kaart niet wanneer het lampje van de kaartlezer knippert. Dit kan gegevensverlies tot gevolg hebben. 22 Aan de slag (functies zijn per model verschillend)

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188

22
Aan de slag (functies zijn per model verschillend)
De geheugenkaartlezer gebruiken:
1
Duw de kaart zo ver mogelijk in de sleuf.
Het activiteitslampje (
A
) op de kaartlezer gaat branden en de computer detecteert de
kaart automatisch.
2
Selecteer een programma om uw bestanden te openen. U kunt bestanden van en naar
de kaart kopiëren.
Of
Als het AutoPlay scherm niet opent klikt u op de
Start
toets, daarna op
Computer
en
daarna dubbelklikt -u op het
Geheugenkaart
pictogram om de bestanden op de
kaart te tonen. U kunt bestanden van en naar de kaart kopiëren.
3
Als u klaar bent klikt u met de rechter-muisknop op het schijf pictogram, daarna klikt u
op
Uitwerpen
, controleer of het activiteitslampje van de geheugenkaartlezer aan of
uit is, maar niet knippert, en verwijderd vervolgens de kaart.
LET OP:
U moet de kaart correct plaatsen. Let op de richting van de inkeping aan de
hoek van de kaart. Voor meer informatie opent u de Help en ondersteuning of
raadpleegt u de ondersteuningswebsite; zie “Meer informatie verkrijgen” op
pagina 25.
Ook:
CompactFlash- en Microdrive-kaarten passen maar op één manier en kunnen dus
niet foutief worden ingevoerd. Plaats de kaart met de aansluiting (gaatjes) in
de sleuf.
Sommige geheugenkaarten, zoals de CF Ultra/III, zijn niet compatibel met de
geheugenkaartlezer die bij uw computer werd geleverd.
Gebruik geen SM en xD media tegelijkertijd in de geheugenkaartlezer. De lezer
herkent alleen de eerste kaart die wordt ingevoerd.
LET OP: Verwijder de kaart niet wanneer het lampje van de kaartlezer
knippert. Dit kan gegevensverlies tot gevolg hebben.