Kenwood KMM-BT305 Quick Start Guide - Page 26

Installeren/verbinden

Page 26 highlights

INSTALLEREN/VERBINDEN Waarschuwing • Dit toestel kan uitsluitend worden gebruikt in een auto met 12 Volt gelijkstroom, negatieve aarding. • Ontkoppel de negatieve pool van de accu alvorens te verbinden en monteren. • Voorkom kortsluiting en sluit derhalve het accudraad (geel) en ontstekingsdraad (rood) niet op het autochassis of de aardedraad (zwart) aan. • Om kortsluiting te voorkomen: - Isoleer niet-verbonden draden met isolatieband. - Aard dit toestel beslist op het autochassis na het monteren. - Zet de draden vast met draadklemmen en wikkel isolatietape om de draden die in contact komen met metalen onderdelen, om de draden te beschermen. Basisprocedure 1 Haal de sleutel uit het contactslot en ontkoppel vervolgens de aansluiting van de auto-accu. 2 Verbind de draden juist. Zie "Verbinden van draden" op pagina 3. 3 Installeer het toestel in de auto. Zie "Installeren van het toestel (in- dashboard montage)". 4 Verbind de aansluiting van de auto-accu. 5 Druk op BSRC tom het toestel in te schakelen. 6 Verwijder het voorpaneel en stel het toestel binnen 5 seconden terug. Zie "Terugstellen" op pagina 4. Installeren van het toestel (in-dashboard montage) Voorzorgen • Laat het monteren en verbinden voor de veiligheid door een vakman uitvoeren. Raadpleeg de auto-audiohandelaar. • Installeer dit toestel in de console van uw voertuig. Raak de metalen onderdelen van dit toestel niet aan tijdens en kort na het gebruik. Metalen onderdelen zoals de warmteafvoer en behuizing worden heet. • Verbind de draden van de luidspreker niet met het autochassis, aardedraad (zwart) en sluit niet in serie aan. • Monteer het toestel met een kleinere hoek dan 30°. • Indien de bedradingsbundel van uw auto geen ontstekingsaansluiting heeft, moet u het ontstekingsdraad (rood) van de aansluiting verbinden met de aansluiting op de zekeringbox van de auto die 12 Volt gelijkstroom en door de contactsleutel wordt in- en uitgeschakeld. • Houd alle kabels en draden uit de buurt van metalen onderdelen die warmte afgeven. • Controleer na het installeren van het toestel of de remlichten, richtingaanwijzers, ruitenwissers enz. van de auto juist functioneren. • Als de zekering is doorgebrand, controleer dan eerst of de draden niet het autochassis raken en vervang vervolgens de oude zekering door een nieuwe met dezelfde stroomsterkte. Haak aan de bovenkant Dashboard van uw auto Buig de vereiste lipjes zodat de huls goed op zijn plaats wordt gehouden. 2

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76

2
Basisprocedure
1
Haal de sleutel uit het contactslot en ontkoppel vervolgens de
aansluiting van de auto-accu.
2
Verbind de draden juist. Zie “Verbinden van draden” op pagina 3.
3
Installeer het toestel in de auto. Zie “Installeren van het toestel (in-
dashboard montage)”.
4
Verbind de
aansluiting van de auto-accu.
5
Druk op
B
SRC tom het toestel in te schakelen.
6
Verwijder het voorpaneel en stel het toestel binnen 5 seconden terug. Zie
“Terugstellen” op pagina 4.
Installeren van het toestel (in-dashboard montage)
Dashboard van
uw auto
Haak aan de
bovenkant
Buig de vereiste lipjes zodat de huls goed
op zijn plaats wordt gehouden.
INSTALLEREN/VERBINDEN
Waarschuwing
Dit toestel kan uitsluitend worden gebruikt in een auto met 12 Volt gelijkstroom,
negatieve aarding.
• Ontkoppel de negatieve pool van de accu alvorens te verbinden en monteren.
• Voorkom kortsluiting en sluit derhalve het accudraad (geel) en ontstekingsdraad
(rood) niet op het autochassis of de aardedraad (zwart) aan.
• Om kortsluiting te voorkomen:
Isoleer niet-verbonden draden met isolatieband.
Aard dit toestel beslist op het autochassis na het monteren.
Zet de draden vast met draadklemmen en wikkel isolatietape om de
draden die in contact komen met metalen onderdelen, om de draden te
beschermen.
Voorzorgen
• Laat het monteren en verbinden voor de veiligheid door een vakman uitvoeren.
Raadpleeg de auto-audiohandelaar.
Installeer dit toestel in de console van uw voertuig. Raak de metalen onderdelen
van dit toestel niet aan tijdens en kort na het gebruik. Metalen onderdelen zoals
de warmteafvoer en behuizing worden heet.
• Verbind de
draden van de luidspreker niet met het autochassis, aardedraad
(zwart) en sluit niet in serie aan.
• Monteer het toestel met een kleinere hoek dan 30
°
.
• Indien de bedradingsbundel van uw auto geen ontstekingsaansluiting heeft,
moet u het ontstekingsdraad (rood) van de aansluiting verbinden met de
aansluiting op de zekeringbox van de auto die 12 Volt gelijkstroom en door de
contactsleutel wordt in- en uitgeschakeld.
Houd alle kabels en draden uit de buurt van metalen onderdelen die warmte
afgeven.
• Controleer na het installeren van het toestel of de remlichten, richtingaanwijzers,
ruitenwissers enz. van de auto juist functioneren.
Als de zekering is doorgebrand, controleer dan eerst of de draden niet het
autochassis raken en vervang vervolgens de oude zekering door een nieuwe
met dezelfde stroomsterkte.