Lenovo NetVista A30 (Dutch) User guide - Page 27

Geheugen installeren, Alleen DDR SDRAM DIMM's kunnen worden gebruikt.

Page 27 highlights

Geheugen installeren De computer beschikt over twee aansluitingen waarin u DIMM's (dual inline memory modules) kunt plaatsen, waardoor u het systeemgeheugen kunt uitbreiden tot maximaal 1 GB. Houd u bij het installeren van geheugen aan de volgende regels: v Gebruik 2,5 V, 184-pens DDR SDRAM (double data rate synchronous dynamic random access memory) niet-ECC DIMM's. v U kunt DIMM's van 128 MB, 256 MB en 512 MB in elke willekeurige combinatie gebruiken. Opmerking: Alleen DDR SDRAM DIMM's kunnen worden gebruikt. U installeert een DIMM als volgt: 1. Zorg dat u goed bij de systeemplaat kunt. Zie "Toegang krijgen tot stations en de systeemplaat" op pagina 11. 2. Kij waar de DIMM-aansluitingen zich bevinden. Zie "Onderdelen van de systeemplaat" op pagina 12. 3. Open de klemmetjes. 4. Houd de uitsparing in de DIMM precies vóór het nokje in de aansluiting. Duw de geheugenmodule voorzichtig naar beneden tot de klemmetjes vastklikken. 5. Breng, indien van toepassing, de PCI-uitbreidingskaart en de adapters weer aan. 6. Schuif de stationslade weer op zijn plaats en sluit alle kabels weer aan die u van de stations hebt ontkoppeld. Draai de schroef weer vast. Hoofdstuk 1. Opties installeren 13

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54

Geheugen installeren
De computer beschikt over twee aansluitingen waarin u DIMM’s (dual inline
memory modules) kunt plaatsen, waardoor u het systeemgeheugen kunt uitbreiden
tot maximaal 1 GB.
Houd u bij het installeren van geheugen aan de volgende regels:
v
Gebruik 2,5 V, 184-pens DDR SDRAM (double data rate synchronous dynamic
random access memory) niet-ECC DIMM’s.
v
U kunt DIMM’s van 128 MB, 256 MB en 512 MB in elke willekeurige combinatie
gebruiken.
Opmerking:
Alleen DDR SDRAM DIMM’s kunnen worden gebruikt.
U installeert een DIMM als volgt:
1.
Zorg dat u goed bij de systeemplaat kunt. Zie “Toegang krijgen tot stations en
de systeemplaat” op pagina 11.
2.
Kij waar de DIMM-aansluitingen zich bevinden. Zie “Onderdelen van de
systeemplaat” op pagina 12.
3.
Open de klemmetjes.
4.
Houd de uitsparing in de DIMM precies vóór het nokje in de aansluiting. Duw
de geheugenmodule voorzichtig naar beneden tot de klemmetjes vastklikken.
5.
Breng, indien van toepassing, de PCI-uitbreidingskaart en de adapters weer
aan.
6.
Schuif de stationslade weer op zijn plaats en sluit alle kabels weer aan die u
van de stations hebt ontkoppeld. Draai de schroef weer vast.
Hoofdstuk 1. Opties installeren
13