Lenovo ThinkCentre M90z (Dutch) User Guide - Page 29

Open de klemmetjes. Als u een geheugenmodule vervangt, opent u de klemmetjes en verwijdert u de

Page 29 highlights

De computer beschikt over twee aansluitingen waarin u DDR3 SODIMM's (small outline dual inline memory modules) kunt plaatsen. Gebruik bij het installeren of vervangen van een geheugenmodule DDR3 SODIMM's van 1 GB, 2 GB of 4 GB in elke combinatie tot maximaal 8 GB systeemgeheugen. U kunt als volgt een geheugenmodule installeren of vervangen: 1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten. 2. Leg een schone zachte doek op het werkblad. Neem de computer aan de zijkanten beet en leg hem voorzichtig neer waarbij het scherm naar beelden ligt en de kap naar boven. 3. Verwijder de kap van de computer. Zie "De kap van de computer verwijderen" op pagina 14. 4. Kijk waar de geheugenaansluitingen zich bevinden. Zie "De plaats van de verschillende componenten" op pagina 10. 5. Open de klemmetjes. Als u een geheugenmodule vervangt, opent u de klemmetjes en verwijdert u de oude module zoals hieronder te zien is: Figuur 12. De geheugenmodule verwijderen 6. Plaats de zijde met uitsparing 2 van de nieuwe geheugenmodule in de sleuf 1 . Druk de geheugenmodule goed aan en draai de geheugenmodule totdat deze vastklikt. Controleer of de geheugenmodule stevig in de aansluiting zit en niet gemakkelijk beweegt. Figuur 13. Geheugenmodule installeren Hoofdstuk 2. Hardware installeren en vervangen 21

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100

De computer beschikt over twee aansluitingen waarin u DDR3 SODIMM's (small outline dual inline memory
modules) kunt plaatsen. Gebruik bij het installeren of vervangen van een geheugenmodule DDR3 SODIMM's
van 1 GB, 2 GB of 4 GB in elke combinatie tot maximaal 8 GB systeemgeheugen.
U kunt als volgt een geheugenmodule installeren of vervangen:
1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur
uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels
die op de computer zijn aangesloten.
2. Leg een schone zachte doek op het werkblad. Neem de computer aan de zijkanten beet en leg hem
voorzichtig neer waarbij het scherm naar beelden ligt en de kap naar boven.
3. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 14.
4. Kijk waar de geheugenaansluitingen zich bevinden. Zie “De plaats van de verschillende componenten”
op pagina 10.
5. Open de klemmetjes. Als u een geheugenmodule vervangt, opent u de klemmetjes en verwijdert u de
oude module zoals hieronder te zien is:
Figuur 12. De geheugenmodule verwijderen
6. Plaats de zijde met uitsparing
2
van de nieuwe geheugenmodule in de sleuf
1
. Druk de
geheugenmodule goed aan en draai de geheugenmodule totdat deze vastklikt. Controleer of de
geheugenmodule stevig in de aansluiting zit en niet gemakkelijk beweegt.
Figuur 13. Geheugenmodule installeren
Hoofdstuk 2
.
Hardware installeren en vervangen
21