Lenovo ThinkPad Edge E330 (Dutch) User Guide - Page 21

Onderkant, de Ethernet-poort. U kunt op deze poort uitsluitend de Ethernet-kabel aansluiten.

Page 21 highlights

2 Ventilatieopeningen (links) De interne ventilator en de ventilatieopeningen laten lucht in de computer circuleren om onder andere de hoofdprocessor te koelen. Opmerking: Om te voorkomen dat de luchtcirculatie wordt belemmerd, dient u geen obstakels voor de opening te plaatsen. 3 Ethernet-poort Via de Ethernet-poort kunt u de computer aansluiten op een LAN. GEVAAR Om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt, dient u de telefoonkabel niet aan te sluiten op de Ethernet-poort. U kunt op deze poort uitsluitend de Ethernet-kabel aansluiten. De status van de netwerkaansluiting wordt aangegeven met twee lampjes, links en rechts onder de aansluiting. Als de computer is aangesloten op een LAN en er een netwerksessie beschikbaar is, licht het lampje linksonder groen op. Tijdens gegevensoverdracht zal het lampje rechts onder geel knipperen. 4 USB 3.0-aansluitingen De Universal Serial Bus 3.0-aansluitingen (USB) worden gebruikt voor het aansluiten van apparaten die compatibel zijn met de USB-interface, zoals een USB-printer of een digitale camera. Opmerking: Als u een USB-kabel aansluit, zorg dan dat het USB-merkteken zich aan de bovenkant bevindt. Als u de kabel verkeerd aansluit, kan de USB-poort beschadigd raken. 5 Geheugenkaartlezer Afhankelijk van het model kan uw computer een sleuf voor een geheugenkaartlezer hebben. Zie voor meer informatie over de ondersteunde kaarten "Een flash media-kaart gebruiken" op pagina 38. Onderkant Figuur 4. Onderkant van de ThinkPad Edge E330 en E335 Opmerking: Mogelijk ziet het onderaanzicht van uw computer er enigszins anders uit dan in de bovenstaande afbeelding wordt getoond. Hoofdstuk 1. Productoverzicht 5

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162

2
Ventilatieopeningen (links)
De interne ventilator en de ventilatieopeningen laten lucht in de computer circuleren om onder andere
de hoofdprocessor te koelen.
Opmerking:
Om te voorkomen dat de luchtcirculatie wordt belemmerd, dient u geen obstakels voor de
opening te plaatsen.
3
Ethernet-poort
Via de Ethernet-poort kunt u de computer aansluiten op een LAN.
GEVAAR
Om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt, dient u de telefoonkabel niet aan te sluiten op
de Ethernet-poort. U kunt op deze poort uitsluitend de Ethernet-kabel aansluiten.
De status van de netwerkaansluiting wordt aangegeven met twee lampjes, links en rechts onder de
aansluiting. Als de computer is aangesloten op een LAN en er een netwerksessie beschikbaar is, licht het
lampje linksonder groen op. Tijdens gegevensoverdracht zal het lampje rechts onder geel knipperen.
4
USB 3.0-aansluitingen
De Universal Serial Bus 3.0-aansluitingen (USB) worden gebruikt voor het aansluiten van apparaten die
compatibel zijn met de USB-interface, zoals een USB-printer of een digitale camera.
Opmerking:
Als u een USB-kabel aansluit, zorg dan dat het USB-merkteken zich aan de bovenkant bevindt.
Als u de kabel verkeerd aansluit, kan de USB-poort beschadigd raken.
5
Geheugenkaartlezer
Afhankelijk van het model kan uw computer een sleuf voor een geheugenkaartlezer hebben. Zie voor meer
informatie over de ondersteunde kaarten “Een flash media-kaart gebruiken” op pagina 38.
Onderkant
Figuur 4. Onderkant van de ThinkPad Edge E330 en E335
Opmerking:
Mogelijk ziet het onderaanzicht van uw computer er enigszins anders uit dan in de
bovenstaande afbeelding wordt getoond.
Hoofdstuk 1
.
Productoverzicht
5