Lenovo ThinkStation E31 (Dutch) User Guide - Page 59

Opmerking, en verwijder ten slotte

Page 59 highlights

U vervangt de module met het koelelement en de ventilator als volgt: 1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie "De kap van de computer verwijderen" op pagina 34. 3. Leg de computer op zijn zijkant. Zo kunt u beter bij de systeemplaat. 4. Kijk waar het koelelement met ventilator zich bevindt. Zie "Onderdelen op de systeemplaat" op pagina 12. 5. Ontkoppel de kabel van het koelelement met ventilatoreenheid van de aansluiting voor de microprocessorventilator op de systeemplaat. Zie "Onderdelen op de systeemplaat" op pagina 12. 6. Voer de volgende stappen uit om de vier schroeven los te draaien waarmee de module met het koelelement en de ventilator op de systeemplaat is bevestigd: a. Verwijder eerst gedeeltelijk schroef 1 , verwijder dan schroef 2 volledig en verwijder ten slotte schroef 1 volledig. b. Verwijder eerst gedeeltelijk schroef 3 , verwijder dan volledig schroef 4 en verwijder ten slotte schroef 3 volledig. Opmerking: Verwijder de vier schroeven voorzichtig uit de systeemplaat om mogelijke schade aan de systeemplaat te voorkomen. De vier schroeven kunnen niet uit het koelelement met ventilator worden verwijderd. Figuur 26. De module met koelelement en ventilator verwijderen 7. Haal de defecte module met het koelelement en de ventilator van de systeemplaat. Opmerkingen: a. Het kan nodig zijn de module met koelelement en ventilator voorzichtig te draaien om hem los te maken van de microprocessor. b. Raak het thermische vet op de module met koelelement en ventilator niet aan. 8. Plaats het nieuwe koelelement en de ventilatoreenheid zodanig op de systeemplaat dat de vier schroeven op één lijn liggen met de gaten op de systeemplaat. Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 47

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150

U vervangt de module met het koelelement en de ventilator als volgt:
1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 34.
3. Leg de computer op zijn zijkant. Zo kunt u beter bij de systeemplaat.
4. Kijk waar het koelelement met ventilator zich bevindt. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina
12.
5. Ontkoppel de kabel van het koelelement met ventilatoreenheid van de aansluiting voor de
microprocessorventilator op de systeemplaat. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 12.
6. Voer de volgende stappen uit om de vier schroeven los te draaien waarmee de module met het
koelelement en de ventilator op de systeemplaat is bevestigd:
a.
Verwijder eerst gedeeltelijk schroef
1
, verwijder dan schroef
2
volledig en verwijder ten slotte
schroef
1
volledig.
b. Verwijder eerst gedeeltelijk schroef
3
, verwijder dan volledig schroef
4
en verwijder ten slotte
schroef
3
volledig.
Opmerking:
Verwijder de vier schroeven voorzichtig uit de systeemplaat om mogelijke schade aan
de systeemplaat te voorkomen. De vier schroeven kunnen niet uit het koelelement met ventilator
worden verwijderd.
Figuur 26. De module met koelelement en ventilator verwijderen
7. Haal de defecte module met het koelelement en de ventilator van de systeemplaat.
Opmerkingen:
a.
Het kan nodig zijn de module met koelelement en ventilator voorzichtig te draaien om hem los te
maken van de microprocessor.
b. Raak het thermische vet op de module met koelelement en ventilator niet aan.
8. Plaats het nieuwe koelelement en de ventilatoreenheid zodanig op de systeemplaat dat de vier
schroeven op één lijn liggen met de gaten op de systeemplaat.
Hoofdstuk 5
.
Hardware installeren en vervangen
47