LevelOne FPS-1031 Quick Install Guide - Page 34

Add New Printer Nieuwe printer toevoegen

Page 34 highlights

beveiliging) de WEP/WPA-codering in, configureer dit volgens uw draadloos netwerk en klik op Next (Volgende).  Geef een vast of dynamisch IP-adres op voor de afdrukserver op het scherm TCP/IP Settings (TCP/IP-instellingen). Het is sterk aanbevolen een vast IP-adres te gebruiken. Klik op Next (Volgende). Klik op Yes (Ja) als u het IP-adres voor de afdrukserver wilt wijzigen en klik daarna op Next (Volgende). Opmerking: Het IP-adres van de afdrukserver moet binnen hetzelfde subnet van uw netwerkadapter liggen. 8. Selecteer een reeds geconfigureerde printer in de lijst op het scherm Select A Printer (Printer selecteren), klik op Next (Volgende) en daarna op Finish (Voltooien) om de installatie te voltooien. of Selecteer Add New Printer (Nieuwe printer toevoegen) als de afdrukserver verbonden is met een printer die niet eerder werd geïnstalleerd en niet in de lijst verschijnt. (Figure 4) 9. Klik op Add New Printer (Nieuwe printer toevoegen) om de Windows Add Printer Wizard (Wizard Windows-printer toevoegen) te starten. (Figure 4) 10. Klik op Next (Volgende) en selecteer Local Printer (Lokale printer). Controleer of het selectievakje Automatically detect and install my Plug and Play printer (Mijn plug-en-play printer automatisch detecteren en installeren) NIET is ingeschakeld. Klik daarna op Next (Volgende). (Figure 5) 11. Zorg dat het keuzerondje Use the following port (De volgende poort gebruiken) is ingeschakeld en klik op LPT1: (Recommended Printer Port) (aanbevolen printerpoort) in de vervolgkeuzelijst. Klik daarna op Next (Volgende). (Figure 6) 12. Selecteer Manufacturer (Fabrikant) en Printer in de lijst van de printerstuurprogramma's. Klik daarna op Next (Volgende). 34

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78

34
beveiliging)
de WEP/WPA-codering in, configureer dit volgens
uw draadloos netwerk en klik op
Next (Volgende)
.
Geef een vast of dynamisch IP-adres op voor de afdrukserver op
het scherm
TCP/IP Settings (TCP/IP-instellingen)
. Het is sterk
aanbevolen een vast IP-adres te gebruiken. Klik op
Next
(Volgende)
.
Klik op
Yes (Ja)
als u het IP-adres voor de afdrukserver wilt wijzigen
en klik daarna op
Next (Volgende)
.
8.
Selecteer een reeds geconfigureerde printer in de lijst op het
scherm
Select A Printer (Printer selecteren)
, klik op
Next
(Volgende)
en daarna op
Finish (Voltooien)
om de installatie
te voltooien.
of
Selecteer
Add New Printer (Nieuwe printer toevoegen)
als de
afdrukserver verbonden is met een printer die niet eerder werd
geïnstalleerd en niet in de lijst verschijnt.
(Figure 4)
9.
Klik op Add New Printer (Nieuwe printer toevoegen) om de Win-
dows Add Printer
Wizard (Wizard Windows-printer toevoegen)
te starten.
(Figure 4)
10.
Klik op
Next (Volgende)
en selecteer
Local Printer (Lokale
printer)
. Controleer of het selectievakje
Automatically detect
and install my Plug and Play printer (Mijn plug-en-play
printer automatisch detecteren en installeren)
NIET is
ingeschakeld. Klik daarna op
Next (Volgende)
.
(Figure 5)
11.
Zorg dat het keuzerondje
Use the following port (De volgende
poort gebruiken)
is ingeschakeld en klik op
LPT1:
(Recommended Printer Port)
(aanbevolen printerpoort) in de
vervolgkeuzelijst. Klik daarna op
Next (Volgende)
.
(Figure 6)
12.
Selecteer
Manufacturer (Fabrikant)
en Printer in de lijst van de
printerstuurprogramma's. Klik daarna op
Next (Volgende)
.
Opmerking:
Het IP-adres van de afdrukserver moet binnen hetzelfde subnet
van uw netwerkadapter liggen.