Magellan eXplorist 400 Manual - Dutch (Flemish) - Page 74

Het verticale profiel bekijken

Page 74 highlights

Geavanceerde functies 68 Het verticale profiel bekijken Verticaal profiel geeft het hoogteverloop van een door u geselecteerde tracklog weer. Dit kan de actieve tracklog of een opgeslagen tracklog zijn. Als u een detailkaart uit één van de MapSend Topgrafische softwarepakketten hebt geladen, kunt u ook het verticale profiel voor door u gecreëerde routes bekijken. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Geav. functies. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met de joystick de optie Verticaal profiel. 5. Druk op ENTER. 6. Markeer Trackgeschiedenis. (Als er een MapSend Topografische detailkaart is geladen, kunt u één van de andere beschikbare opties kiezen.) 7. Druk op ENTER. 8. Markeer Actieve track of een opgeslagen track die u wilt bekijken. 9. Druk op ENTER. Het verticale profiel voor het geselecteerde onderdeel wordt weergegeven. Met de joystick verplaatst u het weergegeven profiel naar links of rechts. Tijdens het verplaatsen van het profiel geeft de centrale markering de hoogte van het weergegeven punt aan.

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108

Geavanceerde functies
68
Het verticale profiel bekijken
Verticaal profiel geeft het hoogteverloop van een door u geselecteerde tracklog weer. Dit kan de
actieve tracklog of een opgeslagen tracklog zijn. Als u een detailkaart uit één van de MapSend
Topgrafische softwarepakketten hebt geladen, kunt u ook het verticale profiel voor door u
gecreëerde routes bekijken.
1.
Druk op
MENU
.
2.
Markeer met de
joystick
de optie
Geav. functies
.
3.
Druk op
ENTER
.
4.
Markeer met de
joystick
de optie
Verticaal profiel
.
5.
Druk op
ENTER
.
6.
Markeer
Trackgeschiedenis
. (Als er een MapSend Topografische detailkaart is
geladen, kunt u één van de andere beschikbare opties kiezen.)
7.
Druk op
ENTER
.
8.
Markeer
Actieve track
of een opgeslagen track die u wilt bekijken.
9.
Druk op
ENTER
.
Het verticale profiel voor het geselecteerde onderdeel wordt weergegeven.
Met de
joystick
verplaatst u het weergegeven profiel naar links of rechts. Tijdens het
verplaatsen van het profiel geeft de centrale markering de hoogte van het weergegeven
punt aan.