Metabo WEPBA 17-150 Quick Operating Instructions 2 - Page 33

Inbedrijfstelling, Schuurschijf aanbrengen

Page 33 highlights

6. Inbedrijfstelling Controleer, voordat de machine in gebruik wordt genomen, of de op het typeplaatje aangegeven spanning met de netspanning overeenkomt. Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD) met een max. schakelstroomsterkte van 30 mA voor de machine. 6.1 Extra greep aanbrengen Alleen werken wanneer de extra greep (11) is aangebracht! De extra greep stevig inschroeven aan de linker- of rechterkant van de machine. 6.2 Beschermkap aanbrengen Gebruik uit veiligheidsoverwegingen uitsluitend de beschermkap die bestemd is voor het betreffende slijpelement! Zie ook hoofdstuk 11. Accessoires! Beschermkap voor het slijpen Bestemd voor het werken met afbraamschijven, lamellenslijpschijven, diamant-doorslijpschijven. Zie pagina 2, afbeelding D. - De hendel (16) indrukken en ingedrukt houden. de beschermkap (12) aanbrengen in de weergegeven positie. - De hendel loslaten en aan de beschermkap draaien tot de hendel inklikt. - De hendel indrukken en aan de beschermkap draaien tot het gesloten deel naar de gebruiker wijst. - Controleer of de hendel goed bevestigd is: Deze moet vergrendeld zijn en de beschermkap mag niet kunnen worden gedraaid. Alleen inzetgereedschap gebruiken waarover de beschermkap tenminste 3,4 mm uitsteekt. (Verwijderen in omgekeerde volgorde.) 7. Schuurschijf aanbrengen Voor alle ombouwwerkzaamheden: Stekker uit het stopcontact halen. De machine moet uitgeschakeld zijn en de spindel stilstaan. Voor het werken met doorslijpschijven uit veiligheidsoverwegingen de beschermkap van de doorslijpschijf (zie hoofdstuk 11. Accessoires) gebruiken. 7.1 Spindel vastzetten - De spindelvastzetknop (4) indrukken en de spindel (2) met de hand draaien tot de spindelvastzetknop hoorbaar inklikt. 7.2 De slijpschijf erop plaatsen WA..., WBA..., WE...A...: Zie pagina 2, afbeelding A. NEDERLANDS nl De autobalancer-steunflens (3) wordt stevig op de spil aangebracht. Een afneembare steunflens is, zoals bij andere haakse slijpers gebruikelijk, niet vereist. De steunvlakken van de autobalancersteunflens (3), schuurschijf en Quickspanmoer (1) moeten schoon zijn. Indien nodig reinigen. - De slijpschijf op de Autobalancer-steunflens (3) plaatsen. De schuurschijf dient gelijkmatig op de autobalancer-steunflens te liggen. WPB...: Zie pagina 2, afbeelding B. - De steunflens (13) op de spindel plaatsen. Deze is correct op de spindel geplaatst als hij niet kan worden verdraaid. - De slijpschijf op de steunflens (13) plaatsen. De slijpschijf dient gelijkmatig op de steunflens te liggen. 7.3 Quick-spanmoer bevestigen/losmaken (afhankelijk van de uitrusting) Quick-spanmoer (1) bevestigen: De Quick-spanmoer (1) slecht aanbrengen op machines met „Metabo Quick-System". Deze machines zijn herkenbaar aan de roder spindelvastzetknop (4) met „M-Quick"-tekst Wanneer het inzetgereedschap in het spangebied dikker dan 6,8 mm is, mag de quick-spanmoer niet gebruikt worden! Gebruik dan de tweegaatsmoer (14) met tweegaatssleutel (15). - Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). - De quick-spanmoer (1) zo op de spindel (2) plaatsen dat de 2 neuzen in de 2 groeven van de spindel grijpen. Zie afbeelding, pagina 2. - De quick-spanmoer met de hand met de wijzers van de klok mee vastzetten. - Door tegen de wijzers van de klok in krachtig aan de slijpschijf te draaien de quick-spanmoer vastzetten. De quick-spanmoer (1) losdraaien: Alleen wanneer de quick-spanmoer (1) is aangebracht, mag de spindel met de rode MQuick spindelvastzetknop (4) worden stilgezet! - Na het uitschakelen loopt de machine na. - Kort voordat de slijpschijf stil komt te staan de rode M-Quick spindelvastzetknop (4) indrukken. De quick-spanmoer (1) gaat vanzelf ca. een halve slag los en kan zonder krachtsinspanning of gereedschap losgeschroefd worden. 7.4 Tweegaatsmoer bevestigen/losmaken (afhankelijk van de uitrusting) Bij machines met de aanduiding W..B... mag de tweegaatsmoer (14) uit veiligheidsoverwegingen niet worden gebruikt. De 2 kanten van de tweegaatsmoer zijn verschillend. De tweegaatsmoer als volgt op de spindel schroeven: 33

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124

NEDERLANDS
nl
33
Controleer, voordat de machine in gebruik
wordt genomen, of de op het typeplaatje
aangegeven spanning met de netspanning
overeenkomt.
Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD)
met een max. schakelstroomsterkte van
30 mA voor de machine.
6.1
Extra greep aanbrengen
Alleen werken wanneer de extra greep (11) is
aangebracht! De extra greep stevig
inschroeven aan de linker- of rechterkant van de
machine.
6.2
Beschermkap aanbrengen
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
uitsluitend de beschermkap die bestemd is
voor het betreffende slijpelement! Zie ook
hoofdstuk 11. Accessoires!
Beschermkap voor het slijpen
Bestemd voor het werken met afbraamschijven,
lamellenslijpschijven, diamant-doorslijpschijven.
Zie pagina 2, afbeelding D.
-
De hendel (16) indrukken en ingedrukt houden. de
beschermkap (12) aanbrengen in de
weergegeven positie.
-
De hendel loslaten en aan de beschermkap
draaien tot de hendel inklikt.
-
De hendel indrukken en aan de beschermkap
draaien tot het gesloten deel naar de gebruiker
wijst.
-
Controleer of de hendel goed bevestigd is: Deze
moet vergrendeld zijn en de beschermkap mag
niet kunnen worden gedraaid.
Alleen inzetgereedschap
gebruiken waarover de
beschermkap tenminste
3,4 mm uitsteekt.
(Verwijderen in omgekeerde volgorde.)
Voor alle ombouwwerkzaamheden: Stekker
uit het stopcontact halen. De machine moet
uitgeschakeld zijn en de spindel stilstaan.
Voor het werken met doorslijpschijven uit
veiligheidsoverwegingen de beschermkap
van de doorslijpschijf (zie hoofdstuk 11.
Accessoires) gebruiken.
7.1
Spindel vastzetten
-
De spindelvastzetknop (4) indrukken en de
spindel (2) met de hand draaien tot de
spindelvastzetknop hoorbaar inklikt.
7.2
De slijpschijf erop plaatsen
W
A
..., WB
A
..., WE...
A
...
:
Zie pagina 2, afbeelding A.
De autobalancer-steunflens (3) wordt stevig
op de spil aangebracht. Een afneembare
steunflens is, zoals bij andere haakse slijpers
gebruikelijk, niet vereist.
De steunvlakken van de autobalancer-
steunflens (3), schuurschijf en Quick-
spanmoer (1) moeten schoon zijn. Indien nodig
reinigen.
-
De slijpschijf op de Autobalancer-steunflens (3)
plaatsen.
De schuurschijf dient gelijkmatig op de
autobalancer-steunflens te liggen.
WPB...:
Zie pagina 2, afbeelding B.
-
De steunflens (13) op de spindel plaatsen. Deze is
correct op de spindel geplaatst als hij niet kan
worden verdraaid.
-
De slijpschijf op de steunflens (13) plaatsen. De
slijpschijf dient gelijkmatig op de steunflens te
liggen.
7.3
Quick-spanmoer bevestigen/losmaken
(afhankelijk van de uitrusting)
Quick-spanmoer (1) bevestigen:
De Quick-spanmoer (1) slecht aanbrengen op
machines met „Metabo Quick-System“. Deze
machines zijn herkenbaar aan de roder
spindelvastzetknop (4) met „M-Quick“-tekst
Wanneer het inzetgereedschap in het
spangebied dikker dan 6,8 mm is, mag de
quick-spanmoer niet gebruikt worden! Gebruik dan
de tweegaatsmoer (14) met tweegaatssleutel (15).
-
Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1).
-
De quick-spanmoer (1) zo op de spindel (2)
plaatsen dat de 2 neuzen in de 2 groeven van de
spindel grijpen. Zie afbeelding, pagina 2.
-
De quick-spanmoer met de hand met de wijzers
van de klok mee vastzetten.
-
Door tegen de wijzers van de klok in krachtig aan
de slijpschijf te draaien de quick-spanmoer
vastzetten.
De quick-spanmoer (1) losdraaien:
Alleen wanneer de quick-spanmoer (1) is
aangebracht, mag de spindel met de rode M-
Quick spindelvastzetknop (4) worden stilgezet!
-
Na het uitschakelen loopt de machine na.
-
Kort voordat de slijpschijf stil komt te staan de
rode M-Quick spindelvastzetknop (4) indrukken.
De quick-spanmoer (1) gaat vanzelf ca. een halve
slag los en kan zonder krachtsinspanning of
gereedschap losgeschroefd worden.
7.4
Tweegaatsmoer bevestigen/losmaken
(afhankelijk van de uitrusting)
Bij machines met de aanduiding W..
B
... mag
de tweegaatsmoer (14) uit
veiligheidsoverwegingen niet worden gebruikt.
De 2 kanten van de tweegaatsmoer zijn
verschillend. De tweegaatsmoer als volgt op de
spindel schroeven:
6.
Inbedrijfstelling
7.
Schuurschijf aanbrengen