HP Pavilion Elite m9400 Troubleshooting and Maintenance Guide - Page 102

Systeemherstel starten met, herstelschijven, Systeemherstel bij opstarten systeem

Page 102 highlights

5 Klik in het welkomstvenster van Herstelbeheer op de knop Geavanceerde opties. 6 Selecteer de optie voor het herstellen van de fabrieksinstellingen van de computer en klik op Volgende. 7 Klik in het volgende scherm op Volgende wanneer dat wordt gevraagd. De computer wordt opnieuw opgestart. OPMERKING: Als het systeem geen herstelpartitie detecteert, wordt u gevraagd om een herstelschijf te plaatsen. 8 Klik in het welkomstvenster op Volgende. 9 Klik op Nee op de vraag of u een systeemherstel wilt uitvoeren en klik op Volgende. 10 Klik op Ja om een systeemherstel uit te voeren en klik op Volgende. 11 Als u wordt gevraagd of u een back-up van uw bestanden wilt maken en u dat nog niet hebt gedaan, klikt u op Ja. Als u dat al wel gedaan hebt, klikt u op Nee en dan op Volgende. Het systeemherstel wordt gestart. Wanneer het systeemherstel is voltooid, wordt de computer opnieuw opgestart. 12 Voer het registratieproces uit en wacht totdat u het bureaublad ziet. 13 Schakel de computer uit, sluit alle randapparaten weer aan en schakel de computer weer in. 14 Voer de procedure in "De procedure na het herstel uitvoeren" op pagina 27 uit. Systeemherstel bij opstarten systeem Als Windows Vista niet reageert, maar de computer wel werkt, gebruikt u deze stappen om een systeemherstel uit te voeren: OPMERKING: Bij het systeemherstel worden alle gegevens en programma's verwijderd die u na de aanschaf hebt gemaakt of geïnstalleerd. Maak daarom een back-up op een verwijderbare schijf van alle gegevens die u wilt bewaren. 1 Schakel de computer uit. Houd indien nodig de aan/uit-knop ingedrukt totdat de computer wordt uitgeschakeld. 2 Koppel alle randapparaten los van de computer, behalve de monitor, het toetsenbord en de muis. 3 Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen. 4 Zodra het eerste scherm met een bedrijfslogo wordt weergegeven, drukt u herhaaldelijk op F11 op het toetsenbord totdat het venster van Herstelbeheer wordt weergegeven. 5 Klik op Geavanceerde opties. 6 Klik in het venster Geavanceerde opties op Systeemherstel en op Volgende. 7 Als u wordt gevraagd of u een back-up van uw bestanden wilt maken en u dat al hebt gedaan, klikt u op Nee en klikt u op Volgende. Het systeemherstel wordt gestart. Wanneer het systeemherstel is voltooid, wordt de computer opnieuw opgestart. 8 Voer het registratieproces uit en wacht totdat u het bureaublad ziet. 9 Schakel de computer uit, sluit alle randapparaten weer aan en schakel de computer weer in. 10 Voer de procedure in "De procedure na het herstel uitvoeren" op pagina 27 uit. Systeemherstel starten met herstelschijven In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het uitvoeren van een systeemherstel vanaf de herstelschijven die u hebt gemaakt op de manier die wordt beschreven in "Herstelschijven maken" op pagina 24. OPMERKING: Bij het systeemherstel worden alle gegevens en programma's verwijderd die u na de aanschaf hebt gemaakt of geïnstalleerd. Maak daarom een back-up op een verwijderbare schijf van alle gegevens die u wilt bewaren. U voert als volgt het systeemherstelprogramma uit met herstelschijven: 1 Als de computer werkt, maakt u een back-up op cd of dvd van alle gegevensbestanden die u wilt bewaren. Wanneer u klaar bent, verwijdert u de back-upschijf uit de lade. VOORZICHTIG: Alle gegevens op de vaste schijf worden verwijderd. Alle gegevens waarvan u geen reservekopie hebt gemaakt, gaan verloren. 26 Handleiding voor probleemoplossing en onderhoud

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104

26
Handleiding voor probleemoplossing en onderhoud
5
Klik in het welkomstvenster van Herstelbeheer op
de knop
Geavanceerde opties
.
6
Selecteer de optie voor het herstellen van de
fabrieksinstellingen van de computer en klik op
Volgende
.
7
Klik in het volgende scherm op
Volgende
wanneer dat wordt gevraagd.
De computer wordt opnieuw opgestart.
8
Klik in het welkomstvenster op
Volgende
.
9
Klik op
Nee
op de vraag of u een systeemherstel
wilt uitvoeren en klik op
Volgende
.
10
Klik op
Ja
om een systeemherstel uit te voeren en
klik op
Volgende
.
11
Als u wordt gevraagd of u een back-up van uw
bestanden wilt maken en u dat nog niet hebt
gedaan, klikt u op
Ja
. Als u dat al wel gedaan
hebt, klikt u op
Nee
en dan op
Volgende
.
Het systeemherstel wordt gestart. Wanneer het
systeemherstel is voltooid, wordt de computer
opnieuw opgestart.
12
Voer het registratieproces uit en wacht totdat u het
bureaublad ziet.
13
Schakel de computer uit, sluit alle randapparaten
weer aan en schakel de computer weer in.
14
Voer de procedure in "De procedure na het herstel
uitvoeren" op pagina 27 uit.
Systeemherstel bij opstarten systeem
Als Windows Vista niet reageert, maar de computer
wel werkt, gebruikt u deze stappen om een
systeemherstel uit te voeren:
1
Schakel de computer uit. Houd indien nodig
de aan/uit-knop ingedrukt totdat de computer
wordt uitgeschakeld.
2
Koppel alle randapparaten los van de computer,
behalve de monitor, het toetsenbord en de muis.
3
Druk op de aan/uit-knop om de computer in te
schakelen.
4
Zodra het eerste scherm met een bedrijfslogo wordt
weergegeven, drukt u herhaaldelijk op F11 op het
toetsenbord totdat het venster van Herstelbeheer
wordt weergegeven.
5
Klik op
Geavanceerde opties
.
6
Klik in het venster Geavanceerde opties op
Systeemherstel
en op
Volgende
.
7
Als u wordt gevraagd of u een back-up van uw
bestanden wilt maken en u dat al hebt gedaan,
klikt u op
Nee
en klikt u op
Volgende
.
Het systeemherstel wordt gestart. Wanneer het
systeemherstel is voltooid, wordt de computer
opnieuw opgestart.
8
Voer het registratieproces uit en wacht totdat u
het bureaublad ziet.
9
Schakel de computer uit, sluit alle randapparaten
weer aan en schakel de computer weer in.
10
Voer de procedure in "De procedure na het herstel
uitvoeren" op pagina 27 uit.
Systeemherstel starten met
herstelschijven
In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het
uitvoeren van een systeemherstel vanaf de herstelschijven
die u hebt gemaakt op de manier die wordt beschreven
in "Herstelschijven maken" op pagina 24.
U voert als volgt het systeemherstelprogramma uit
met herstelschijven:
1
Als de computer werkt, maakt u een back-up op
cd of dvd van alle gegevensbestanden die u wilt
bewaren. Wanneer u klaar bent, verwijdert u de
back-upschijf uit de lade.
OPMERKING:
Als het systeem geen
herstelpartitie detecteert, wordt u gevraagd om
een herstelschijf te plaatsen.
OPMERKING:
Bij het systeemherstel worden alle
gegevens en programma's verwijderd die u na de
aanschaf hebt gemaakt of geïnstalleerd. Maak
daarom een back-up op een verwijderbare schijf van
alle gegevens die u wilt bewaren.
OPMERKING:
Bij het systeemherstel worden alle
gegevens en programma's verwijderd die u na de
aanschaf hebt gemaakt of geïnstalleerd. Maak
daarom een back-up op een verwijderbare schijf
van alle gegevens die u wilt bewaren.
VOORZICHTIG: Alle gegevens op de vaste
schijf worden verwijderd. Alle gegevens
waarvan u geen reservekopie hebt
gemaakt, gaan verloren.