Lenovo ThinkCentre M50 User guide for ThinkCentre 8185, 8186, 8187, 8188, 8189 - Page 115

batterij, vervangen

Page 115 highlights

De batterij vervangen De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen voor de ingebouwde voorzieningen, zoals de toewijzing (configuratie) van de parallelle poort. Door middel van een batterij blijft deze informatie ook bewaard nadat u de computer hebt uitgezet. Normaliter hoeft u geen aandacht te besteden aan de batterij en hoeft u deze ook niet op te laden. Een batterij gaat echter niet eeuwig mee. Als de batterij leeg raakt, gaan de datum, tijd en configuratiegegevens (waaronder ook de wachtwoorden) verloren. Er verschijnt dan een foutmelding wanneer u de computer aanzet. Raadpleeg "Kennisgeving lithiumbatterij" op pagina x voor meer informatie over het vervangen en weggooien van de batterij. U vervangt de batterij als volgt: 1. Zet de computer en alle randapparatuur uit. 2. Verwijder de kap. Zie "De kap verwijderen" op pagina 86. 3. Kijk waar de batterij zich bevindt. Zie "Onderdelen op de systeemplaat" op pagina 87. 4. Verwijder, indien nodig, adapters die de toegang tot de batterij verhinderen. Zie "Adapters installeren" op pagina 90. 5. Verwijder de oude batterij. 6. Installeer de nieuwe batterij. 7. Plaats adapters die u verwijderd hebt om toegang te krijgen tot de batterij weer terug. Zie "Adapters installeren" op pagina 90 voor instructies voor het terugplaatsen van adapters. 8. Zet de kap terug en sluit het netsnoer weer aan. Zie "De kap terugplaatsen en kabels aansluiten" op pagina 100. Opmerking: Wanneer de computer voor de eerste keer wordt aangezet nadat de batterij is vervangen, kan er een foutbericht worden afgebeeld. Dit is normaal na het vervangen van de batterij. 9. Zet de computer en alle randapparatuur aan. 10. Gebruik het programma IBM BIOS Setup om de datum, de tijd en de wacht- woorden in te stellen.Zie Hoofdstuk 5, "Het programma IBM BIOS Setup gebruiken", op pagina 103. Hoofdstuk 4. Typen 8189, 8190, 8194, 8195, 8432 en 8433 99

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142

De
batterij
vervangen
De
computer
heeft
een
speciaal
geheugen
voor
de
datum,
de
tijd
en
de
instellingen
voor
de
ingebouwde
voorzieningen,
zoals
de
toewijzing
(configuratie)
van
de
parallelle
poort.
Door
middel
van
een
batterij
blijft
deze
informatie
ook
bewaard
nadat
u
de
computer
hebt
uitgezet.
Normaliter
hoeft
u
geen
aandacht
te
besteden
aan
de
batterij
en
hoeft
u
deze
ook
niet
op
te
laden.
Een
batterij
gaat
echter
niet
eeuwig
mee.
Als
de
batterij
leeg
raakt,
gaan
de
datum,
tijd
en
configuratiegegevens
(waaronder
ook
de
wachtwoorden)
verloren.
Er
verschijnt
dan
een
foutmelding
wanneer
u
de
computer
aanzet.
Raadpleeg
“Kennisgeving
lithiumbatterij”
op
pagina
x
voor
meer
informatie
over
het
vervangen
en
weggooien
van
de
batterij.
U
vervangt
de
batterij
als
volgt:
1.
Zet
de
computer
en
alle
randapparatuur
uit.
2.
Verwijder
de
kap.
Zie
“De
kap
verwijderen”
op
pagina
86.
3.
Kijk
waar
de
batterij
zich
bevindt.
Zie
“Onderdelen
op
de
systeemplaat”
op
pagina
87.
4.
Verwijder,
indien
nodig,
adapters
die
de
toegang
tot
de
batterij
verhinderen.
Zie
“Adapters
installeren”
op
pagina
90.
5.
Verwijder
de
oude
batterij.
6.
Installeer
de
nieuwe
batterij.
7.
Plaats
adapters
die
u
verwijderd
hebt
om
toegang
te
krijgen
tot
de
batterij
weer
terug.
Zie
“Adapters
installeren”
op
pagina
90
voor
instructies
voor
het
terugplaatsen
van
adapters.
8.
Zet
de
kap
terug
en
sluit
het
netsnoer
weer
aan.
Zie
“De
kap
terugplaatsen
en
kabels
aansluiten”
op
pagina
100.
Opmerking:
Wanneer
de
computer
voor
de
eerste
keer
wordt
aangezet
nadat
de
batterij
is
vervangen,
kan
er
een
foutbericht
worden
afge-
beeld.
Dit
is
normaal
na
het
vervangen
van
de
batterij.
9.
Zet
de
computer
en
alle
randapparatuur
aan.
10.
Gebruik
het
programma
IBM
BIOS
Setup
om
de
datum,
de
tijd
en
de
wacht-
woorden
in
te
stellen.Zie
Hoofdstuk
5,
“Het
programma
IBM
BIOS
Setup
gebruiken”,
op
pagina
103.
Hoofdstuk
4.
Typen
8189,
8190,
8194,
8195,
8432
en
8433
99