Lenovo ThinkCentre M50 User guide for ThinkCentre 8185, 8186, 8187, 8188, 8189 - Page 121

IDE-stations, instellen, opstartapparaat, kiezen, tijdelijk

Page 121 highlights

5. Ga terug naar het menu van het programma IBM BIOS Setup en selecteer Exit en daarna Save Settings. IDE-stations instellen Naast het afbeelden van de gegevens van verschillende IDE-apparaten zijn er ook opties voor de configuratie van de seriële en parallelle IDE-controllers. Parallel ATA Serial ATA Native Mode Operation Hiermee kunt u een of beide parallelle IDE-controllers uitschakelen. Hiermee kunt u de ATA-controllers uitschakelen. Deze instelling is alleen beschikbaar als de seriële ATA-controller ingeschakeld is. Hiermee kunt u aangeven of de parallelle en seriële ATA-controllers in ″legacy″ of ″native″ werkstand werken. Standaard werken ze in de native werkstand tenzij beide parallelle ATA-controllers bezet zijn en er een serieel ATA-station aanwezig is. In dat geval werkt het seriële ATA-station in ″native″ werkstand. U kunt Automatic selecteren of de seriële ATA-controller in ″native″ werkstand laten werken. De werkstand ″native″ werkt echter mogelijk niet onder oudere besturingssystemen. U configureert IDE-stations als volgt: 1. Start het programma IBM BIOS Setup (zie "Het programma IBM BIOS Setup starten" op pagina 103). 2. In het menu van het programma IBM BIOS Setup selecteert u Devices. 3. Kies IDE Drives Setup. 4. Kies de gewenste apparaten en instellingen en druk op Enter. 5. Ga terug naar het menu van het programma IBM BIOS Setup en selecteer Exit en daarna Save Settings. Een opstartapparaat kiezen Als de computer niet opstart vanaf een apparaat, zoals een CD-ROM, diskette of vaste schijf, gebruikt u een de volgende procedures om een opstartapparaat in te stellen. Een tijdelijk opstartapparaat kiezen Gebruik deze procedure om op te starten vanaf een willekeurig apparaat. Opmerking: Niet alle CD's, vaste schijven en diskettes zijn opstartbaar. 1. Zet de computer uit. 2. Zet de computer weer aan en wacht totdat de volgende aanwijzing op het logo- scherm verschijnt: (To interrupt normal startup, press Enter) Druk op Enter zodra de aanwijzing verschijnt. 3. Als het Startup Interrupt Menu verschijnt, drukt u op F12. 4. Selecteer het gewenste opstartapparaat in het menu Startup Device en druk op Enter. Opmerking: Door een opstartapparaat te selecteren in het menu voor alternatieve opstartapparaten wordt de opstartvolgorde niet permanent gewijzigd. Hoofdstuk 5. Het programma IBM BIOS Setup gebruiken 105

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142

5.
Ga
terug
naar
het
menu
van
het
programma
IBM
BIOS
Setup
en
selecteer
Exit
en
daarna
Save
Settings
.
IDE-stations
instellen
Naast
het
afbeelden
van
de
gegevens
van
verschillende
IDE-apparaten
zijn
er
ook
opties
voor
de
configuratie
van
de
seriële
en
parallelle
IDE-controllers.
Parallel
ATA
Hiermee
kunt
u
een
of
beide
parallelle
IDE-controllers
uitschake-
len.
Serial
ATA
Hiermee
kunt
u
de
ATA-controllers
uitschakelen.
Native
Mode
Operation
Deze
instelling
is
alleen
beschikbaar
als
de
seriële
ATA-controller
ingeschakeld
is.
Hiermee
kunt
u
aangeven
of
de
parallelle
en
seriële
ATA-controllers
in
legacy
of
native
werkstand
werken.
Standaard
werken
ze
in
de
native
werkstand
tenzij
beide
paral-
lelle
ATA-controllers
bezet
zijn
en
er
een
serieel
ATA-station
aanwezig
is.
In
dat
geval
werkt
het
seriële
ATA-station
in
native
werkstand.
U
kunt
Automatic
selecteren
of
de
seriële
ATA-controller
in
native
werkstand
laten
werken.
De
werk-
stand
native
werkt
echter
mogelijk
niet
onder
oudere
besturingssystemen.
U
configureert
IDE-stations
als
volgt:
1.
Start
het
programma
IBM
BIOS
Setup
(zie
“Het
programma
IBM
BIOS
Setup
starten”
op
pagina
103).
2.
In
het
menu
van
het
programma
IBM
BIOS
Setup
selecteert
u
Devices
.
3.
Kies
IDE
Drives
Setup
.
4.
Kies
de
gewenste
apparaten
en
instellingen
en
druk
op
Enter.
5.
Ga
terug
naar
het
menu
van
het
programma
IBM
BIOS
Setup
en
selecteer
Exit
en
daarna
Save
Settings
.
Een
opstartapparaat
kiezen
Als
de
computer
niet
opstart
vanaf
een
apparaat,
zoals
een
CD-ROM,
diskette
of
vaste
schijf,
gebruikt
u
een
de
volgende
procedures
om
een
opstartapparaat
in
te
stellen.
Een
tijdelijk
opstartapparaat
kiezen
Gebruik
deze
procedure
om
op
te
starten
vanaf
een
willekeurig
apparaat.
Opmerking:
Niet
alle
CD’s,
vaste
schijven
en
diskettes
zijn
opstartbaar.
1.
Zet
de
computer
uit.
2.
Zet
de
computer
weer
aan
en
wacht
totdat
de
volgende
aanwijzing
op
het
logo-
scherm
verschijnt:
(To
interrupt
normal
startup,
press
Enter)
Druk
op
Enter
zodra
de
aanwijzing
verschijnt.
3.
Als
het
Startup
Interrupt
Menu
verschijnt,
drukt
u
op
F12.
4.
Selecteer
het
gewenste
opstartapparaat
in
het
menu
Startup
Device
en
druk
op
Enter.
Opmerking:
Door
een
opstartapparaat
te
selecteren
in
het
menu
voor
alternatieve
opstartapparaten
wordt
de
opstartvolgorde
niet
permanent
gewijzigd.
Hoofdstuk
5.
Het
programma
IBM
BIOS
Setup
gebruiken
105