ProForm 400 Zlt Treadmill Dutch Manual - Page 16

Een Vooraf Ingesteld Oefenprogramma

Page 16 highlights

EEN VOORAF INGESTELD OEFENPROGRAMMA GEBRUIKEN 1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel. Zie stap 1 op pagina 14. ginstelling is geprogrammeerd voor het volgende segment, dan zal de tempo- en/of hellinginstelling in het display knipperen om u te alarmeren en zal de snelheid of helling zich automatisch aanpassen aan de tempo- en/of hellinginstelling voor het volgende segment. 2. Selecteer een van de zes vooraf ingestelde oefeningen. Druk herhaaldelijk op de toetsen voor Afvaloefeningen [WEIGHT LOSS WORKOUTS] of Prestatieoefeningen [PERFORMANCE WORKOUTS] om een vooraf ingestelde oefening te selecteren; "P- 1," "P- 2," "P- 3," "P- 4," "P- 5," of "P- 6" verschijnt een aantal seconden in de display linksonder. De display zal de maximale hellinginstelling, de maximale snelheidsinstelling en de duur van de oefening weergeven. Bovendien zal er een profiel van de snelheidsinstellingen van de oefening verschijnen in de display. Elke oefening is verdeeld in 1-minuut segmenten. Er is één hellinginstelling en één tempo-instelling geprogrammeerd voor elk segment. Opmerking: dezelfde snelheid en hellingsinstelling kan worden geprogrammeerd voor opeenvolgende onderdelen. De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste segment van het profiel knippert in de display en het laatste onderdeel stopt. De loopband zal vertragen tot deze halt houdt. Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de instelling handmatig overschrijven door te drukken op de toetsen Snelheid en Helling [INCLINE], als het volgende segment van de oefening begint, dan zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheid en hellinginstellingen voor het volgende segment. Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te stoppen drukt u op de toets Stop [STOP]. Om de oefening weer te starten, drukt u op de toets Start of op de toets Snelheidstoename. De loopband begint bij ongeveer 2 km/uur [Km/H] te bewegen, Als het volgende onderdeel van de oefening begint, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheid en hellinginstelling voor dat volgende onderdeel. 3. Start de loopband. Druk op de toets Start [START] of de toets Snelheidstoename [SPEED] om met de oefening te beginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de eerste snelheid en hellingsinstelling van de oefening. Houd de handleuningen vast en begin met wandelen. 4. De hellingstand van de loopband veranderen zoals gewenst. Zie stap 4 op pagina 14. 5. Volg uw voortgang met het spoor en op de displays. Zie stap 5 op pagina 15. Tijdens het oefenpro- gramma, wordt uw profiel weergegeven zodat u uw vorderingen kunt volgen. De knipperende balk van het Huidig segment profiel stelt het huidige oefeningsegment voor. De hoogte van het knip- perende segment geeft de weerstandsinstellingen voor het huidige segment weer. Aan het einde van elk segment, is een serie geluiden te horen en be- gint het volgende segment van het profiel te knip- peren. Als een andere tempo-instelling en/of hellin- 6. Meet desgewenst uw hartslag. Zie stap 6 op pagina 15. 7. Zet de ventilator indien gewenst aan. Zie stap 7 op pagina 15. 8. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen. Zie stap 8 op pagina 15. 16

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28

16
EEN VOORAF INGESTELD OEFENPROGRAMMA
GEBRUIKEN
1.
Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie stap 1 op pagina 14.
2.
Selecteer een van de zes vooraf ingestelde oe-
feningen.
Druk herhaaldelijk op de
toetsen voor Afvaloefen-
ingen [WEIGHT LOSS
WORKOUTS] of
Prestatieoefeningen
[PERFORMANCE
WORKOUTS] om een vooraf ingestelde oefening
te selecteren; “P- 1,” “P- 2,” “P- 3,” “P- 4,” “P- 5,” of
“P- 6” verschijnt een aantal seconden in de display
linksonder. De display zal de maximale hellingin-
stelling, de maximale snelheidsinstelling en de duur
van de oefening weergeven. Bovendien zal er een
profiel van de snelheidsinstellingen van de oefen-
ing verschijnen in de display.
Elke oefening is verdeeld in 1-minuut segmenten.
Er is één hellinginstelling en één tempo-instelling
geprogrammeerd voor elk segment. Opmerking:
dezelfde snelheid en hellingsinstelling kan worden
geprogrammeerd voor opeenvolgende onderdelen.
3.
Start de loopband.
Druk op de toets Start [START] of de toets
Snelheidstoename [SPEED] om met de oefening te
beginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt,
zal de loopband zich automatisch aanpassen aan
de eerste snelheid en hellingsinstelling van de oe-
fening. Houd de handleuningen vast en begin met
wandelen.
Tijdens het oefenpro-
gramma, wordt uw
profiel weergegeven
zodat u uw vorderingen
kunt volgen. De knip-
perende balk van het
profiel stelt het huidige
oefeningsegment voor. De hoogte van het knip-
perende segment geeft de weerstandsinstellingen
voor het huidige segment weer. Aan het einde van
elk segment, is een serie geluiden te horen en be-
gint het volgende segment van het profiel te knip-
peren. Als een andere tempo-instelling en/of hellin-
ginstelling is geprogrammeerd voor het volgende
segment, dan zal de tempo- en/of hellinginstelling
in het display knipperen om u te alarmeren en zal
de snelheid of helling zich automatisch aanpassen
aan de tempo- en/of hellinginstelling voor het vol-
gende segment.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert in de display en
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal vertra-
gen tot deze halt houdt.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de in-
stelling handmatig overschrijven door te drukken
op de toetsen Snelheid en Helling [INCLINE],
als
het volgende segment van de oefening begint,
dan zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de snelheid en hellinginstellingen
voor het volgende segment.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop [STOP]. Om de
oefening weer te starten, drukt u op de toets Start
of op de toets Snelheidstoename. De loopband be-
gint bij ongeveer 2 km/uur [Km/H] te bewegen, Als
het volgende onderdeel van de oefening begint, zal
de loopband zich automatisch aanpassen aan de
snelheid en hellinginstelling voor dat volgende on-
derdeel.
4.
De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Zie stap 4 op pagina 14.
5.
Volg uw voortgang met het spoor en op de
displays.
Zie stap 5 op pagina 15.
6.
Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 15.
7.
Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 15.
8.
Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 15.
Huidig segment