ProForm 705 Zlt Treadmill Dutch Manual - Page 22

Hoe Een Een Ifit-workout Te Gebruiken

Page 22 highlights

HOE EEN EEN IFIT-WORKOUT TE GEBRUIKEN 3. Start de loopband. Ga, om iFit-kaarten te kopen, naar www.iFit.com of belt u met het telefoonnummer op de voorkant van deze handleiding. iFit-kaarten zijn ook in speciaal winkels verkrijgbaar. 1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel. Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN op pagina 18. 2. Steek een iFit-kaart in en kies een workout . Steek, om een iFit-workout te gebruiken, een iFitkaart in de iFit-gleuf. Zorg dat de iFit-kaart zo gedraaid is dat de metalen contacten naar beneden zijn gericht en zo in de iFit-gleuf gestoken worden. Het iFit logo zal oplichten wanneer de iFitkaart goed ingestoken is. Druk op de Go-toets [GO] of de Snelheidstoename [SPEED] toets om met de workout te beginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de eerste snelheids- en hellingsinstelling van de workout. Houd de handleuningen vast en begin met lopen. Tijdens de workout zal de stem van een personal trainer u door de workout begeleiden. Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor het huidig segment te hoog of te laag staat, dan kunt u de instelling handmatig overschrijven door op de Snelheid en Helling [INCLINE] toetsen te drukken; wanneer het volgende segment beginnen, dan zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheids- en hellinginstellingen voor het volgende segment. iFit-Gleuf iFit-Logo iFit-Kaart Om op elk mogelijk ogenblik met de workout te stoppen drukt u op de Stoptoets [STOP]. Om de workout weer opnieuw te starten, drukt u op de Gotoets of op de Snelheidstoename toets. De loopband begint met een snelheid van ongeveer 2 km/uur te draaien. Als het volgende segment van de workout begint, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheids- en hellinginstelling voor dat volgende segment. Kies vervolgens een iFit workout door op de iFittoename -afname toetsen naast de iFit-gleuf te drukken. Wanneer een iFi workout gekozen wordt, dan zal de oefentijd, de maximale hellinginstelling, de naam en de maximale snelheidsinstelling van de workout op de displays verschijnen. Bovendien zal er een profiel van de snelheidsinstellingen van de workout in de piste verschijnen. 4. Uw vordering op de piste en de displays volgen. Zie stap 5 op pagina 19. 5. Meet uw hartslag als u dat wilt. Zie stap 6 op pagina 20. Elke iFit-workout is verdeeld in segmenten die 1minuut duren. Er is één hellinginstelling en één snelheidsinstelling ingeprogrammeerd voor elk segment. Opmerking: Dezelfde snelheids- en/of hellingsinstelling kan worden ingeprogrammeerd voor opeenvolgende segmenten. 6. Als u klaar bent met oefenen dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken. Zie stap 7 op pagina 20. OPGELET: Trek de iFit-kaarten altijd uit de iFitgleuf wanneer u deze niet gebruikt. 22

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36

22
HOE EEN EEN IFIT-WORKOUT TE GEBRUIKEN
Ga, om iFit-kaarten te kopen, naar www.iFit.com of
belt u met het telefoonnummer op de voorkant van
deze handleiding. iFit-kaarten zijn ook in speciaal
winkels verkrijgbaar.
1.
Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
op pagina 18.
2.
Steek een iFit-kaart in en kies een workout .
Steek, om een iFit-workout te gebruiken, een iFit-
kaart in de iFit-gleuf. Zorg dat de iFit-kaart zo
gedraaid is dat de metalen contacten naar bene-
den zijn gericht en zo in de iFit-gleuf gestoken wor-
den. Het iFit logo zal oplichten wanneer de iFit-
kaart goed ingestoken is.
Kies vervolgens een iFit workout door op de
iFittoename –afname toetsen naast de iFit-gleuf te
drukken. Wanneer een iFi workout gekozen wordt,
dan zal de oefentijd, de maximale hellinginstelling,
de naam en de maximale snelheidsinstelling van
de workout op de displays verschijnen. Bovendien
zal er een profiel van de snelheidsinstellingen van
de workout in de piste verschijnen.
Elke iFit-workout is verdeeld in segmenten die 1-
minuut duren. Er is één hellinginstelling en één
snelheidsinstelling ingeprogrammeerd voor elk
segment. Opmerking: Dezelfde snelheids- en/of
hellingsinstelling kan worden ingeprogrammeerd
voor opeenvolgende segmenten.
3.
Start de loopband.
Druk op de Go-toets [GO] of de Snelheidstoename
[SPEED] toets om met de workout te beginnen.
Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de
eerste snelheids- en hellingsinstelling van de work-
out. Houd de handleuningen vast en begin met
lopen.
Tijdens de workout zal de stem van een personal
trainer u door de workout begeleiden.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor het
huidig segment te hoog of te laag staat, dan kunt u
de instelling handmatig overschrijven door op de
Snelheid en Helling [INCLINE] toetsen te drukken;
wanneer het volgende segment beginnen, dan
zal de loopband zich automatisch aanpassen
aan de snelheids- en hellinginstellingen voor
het volgende segment.
Om op elk mogelijk ogenblik met de workout te
stoppen drukt u op de Stoptoets [STOP]. Om de
workout weer opnieuw te starten, drukt u op de
Gotoets of op de Snelheidstoename toets. De
loopband begint met een snelheid van ongeveer 2
km/uur te draaien. Als het volgende segment van
de workout begint, zal de loopband zich automa-
tisch aanpassen aan de snelheids- en hellingin-
stelling voor dat volgende segment.
4.
Uw vordering op de piste en de displays vol-
gen.
Zie stap 5 op pagina 19.
5.
Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 20.
6.
Als u klaar bent met oefenen dient u de sleutel
uit het bedieningspaneel te trekken.
Zie stap 7 op pagina 20.
OPGELET: Trek de iFit-kaarten altijd uit de iFit-
gleuf wanneer u deze niet gebruikt.
iFit-Gleuf
iFit-Kaart
iFit-Logo