TEAC AP-505 Owners Manual DE IT NL SWE - Page 40

Namen en functies achterpaneel

Page 40 highlights

Namen en functies achterpaneel A F BC D E A Analoge audio-ingangen (INPUTS) Gebruik deze om stereo analoge audio in te voeren. Verbind deze ingangen met de audio-uitgangen van een voorversterker of een ander apparaat zoals een DAC met een voorversterkerfunctie. oo Bij de XLR-aansluitingen van dit apparaat is pin 2 "hot". Gebruik in de handel verkrijgbare audiokabels voor de aansluitingen. RCA: RCA-kabels XLR: XLR-kabels Gebruik met STEREO-uitgangsmodus Sluit de R-ingang van dit apparaat aan op de R-uitgang van het audioapparaat dat geluid verzendt, en de L-ingang van dit apparaat op de L-uitgang van het andere apparaat pagina 42). Gebruik met BI-AMP of BTL-uitgangsmodus Sluit de L-aansluiting van dit apparaat aan op de L- of R-aansluiting van het apparaat dat de audio verzendt. De R-aansluiting van dit apparaat wordt niet gebruikt (pagina's 43 en 44). B Schakelaar INPUT SELECTOR Wordt gebruikt om tussen ingangsbronnen om te schakelen. VVSchakel dit niet als het apparaat is ingeschakeld. Als u dit niet doet kunnen er onverwachte luide geluiden worden weergegeven die uw luidsprekers en uw gehoor kunnen beschadigen. C Schakelaar OUTPUT MODE Hiermee wordt de uitgangsmodus ingesteld. STEREO: stereo eindversterker (pagina 42) BI-AMP: mono bi-amp-versterker (pagina 43) BTL: mono eindversterker (pagina 44) VVKoppel luidsprekers altijd los voordat u de uit- gangsmodus wijzigt. Sluit de luidsprekers weer aan nadat u de modus heeft gewijzigd. D Aansluitingen SPEAKERS Dit apparaat ondersteunt luidsprekers met een nominale impedantie van 4 Ω tot 16 Ω (uitgangsmodus STEREO of BI-AMP) of 8 Ω tot 16 Ω (uitgangsmodus BTL). Gebruik in de handel verkrijgbare luidsprekerkabels om de luidsprekers aan te sluiten. E Stroomingang (~IN) Sluit hier het meegeleverde netsnoer aan. Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact nadat alle andere aansluitingen zijn voltooid. VVGebruik alleen het netsnoer dat bij dit apparaat wordt geleverd. Het gebruik van andere netsnoeren kan brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. VVTrek de stekker uit het stopcontact als u het appa- raat voor langere tijd niet gebruikt. F Onderhoudspoort Deze wordt gebruikt voor onderhoud. Sluit niets aan op deze poort, tenzij na instructies van onze serviceafdeling. 40

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68

40
Namen en functies achterpaneel
A
B
C
D
E
F
A
Analoge audio-ingangen (INPUTS)
Gebruik deze om stereo analoge audio in te voeren. Verbind deze
ingangen met de audio-uitgangen van een voorversterker of een
ander apparaat zoals een DAC met een voorversterkerfunctie.
o
Bij de XLR-aansluitingen van dit apparaat is pin 2 “hot”.
Gebruik in de handel verkrijgbare audiokabels voor de
aansluitingen.
RCA: RCA-kabels
XLR: XLR-kabels
Gebruik met STEREO-uitgangsmodus
Sluit de R-ingang van dit apparaat aan op de R-uitgang van het
audioapparaat dat geluid verzendt, en de L-ingang van dit appa-
raat op de L-uitgang van het andere apparaat pagina 42).
Gebruik met BI-AMP of BTL-uitgangsmodus
Sluit de L-aansluiting van dit apparaat aan op de L- of
R-aansluiting van het apparaat dat de audio verzendt. De
R-aansluiting van dit apparaat wordt niet gebruikt (pagina’s 43
en 44).
B
Schakelaar INPUT SELECTOR
Wordt gebruikt om tussen ingangsbronnen om te schakelen.
V
Schakel dit niet als het apparaat is ingeschakeld.
Als u dit niet doet kunnen er onverwachte luide
geluiden worden weergegeven die uw luidspre-
kers en uw gehoor kunnen beschadigen.
C
Schakelaar OUTPUT MODE
Hiermee wordt de uitgangsmodus ingesteld.
STEREO: stereo eindversterker (pagina 42)
BI-AMP: mono bi-amp-versterker (pagina 43)
BTL: mono eindversterker (pagina 44)
V
Koppel luidsprekers altijd los voordat u de uit-
gangsmodus wijzigt. Sluit de luidsprekers weer
aan nadat u de modus heeft gewijzigd.
D
Aansluitingen SPEAKERS
Dit apparaat ondersteunt luidsprekers met een nominale impe-
dantie van 4 Ω tot 16 Ω (uitgangsmodus STEREO of BI-AMP) of
8 Ω tot 16 Ω (uitgangsmodus BTL).
Gebruik in de handel verkrijgbare luidsprekerkabels om
de luidsprekers aan te sluiten.
E
Stroomingang (~IN)
Sluit hier het meegeleverde netsnoer aan.
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact nadat alle
andere aansluitingen zijn voltooid.
V
Gebruik alleen het netsnoer dat bij dit apparaat
wordt geleverd. Het gebruik van andere netsnoe-
ren kan brand of elektrische schokken tot gevolg
hebben.
V
Trek de stekker uit het stopcontact als u het appa-
raat voor langere tijd niet gebruikt.
F
Onderhoudspoort
Deze wordt gebruikt voor onderhoud. Sluit niets aan op deze
poort, tenzij na instructies van onze serviceafdeling.