Brother International PR655 Operation Manual Addendum - Page 60

Informatie over de applicatieweergave, Helderheid van de schermweergave aanpassen

Page 60 highlights

Informatie over de applicatieweergave Er is informatie over de applicatieweergave die van pas kan komen bij uw werk. Uitvoerige instructies vindt u in "Applicaties naaien" in de Bedieningshandleiding. Aangeven wanneer de machine stopt Als u een applicatiepatroon hebt geselecteerd, verschijnt in het scherm op de plekken waar de machine wordt gestopt om een applicatie te maken. Een specifiek naaldstangnummer voor applicaties Als u een applicatiepatroon hebt geselecteerd, worden "APPLICATIEMATERIAAL", "APPLICATIEPOSITIE" en "APPLICATIE" allemaal toegewezen aan een specifiek naaldstangnummer. Plaats de draadkleuren die worden gebruikt voor de applicaties op die specifieke naaldstang. Helderheid van de schermweergave aanpassen Als het LCD-scherm te donker of te licht is, kunt u de helderheid van de schermweergave aanpassen. Druk op . 1 Pagina 5 van het instellingenscherm. 2 Druk op of op om de helderheid 3 van de schermweergave aan te passen. * Het scherm wordt vager naarmate u een lagere waarde opgeeft in het instellingenscherm. Het scherm wordt helderder, naarmate u een hogere waarde opgeeft in het instellingenscherm. 5

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148

5
Informatie over de applicatieweergave
Er is informatie over de applicatieweergave die van
pas kan komen bij uw werk.
Uitvoerige instructies vindt u in “Applicaties
naaien” in de Bedieningshandleiding.
Aangeven wanneer de
machine stopt
Als u een applicatiepatroon hebt geselecteerd,
verschijnt
in het scherm op de plekken waar
de machine wordt gestopt om een applicatie te
maken.
Een specifiek naaldstangnummer
voor applicaties
Als u een applicatiepatroon hebt geselecteerd,
worden “APPLICATIEMATERIAAL”,
“APPLICATIEPOSITIE” en “APPLICATIE” allemaal
toegewezen aan een specifiek naaldstangnummer.
Plaats de draadkleuren die worden gebruikt voor
de applicaties op die specifieke naaldstang.
Helderheid van de schermweergave aanpassen
Als het LCD-scherm te donker of te licht is, kunt u
de helderheid van de schermweergave aanpassen.
1
Druk op
.
2
Pagina 5 van het instellingenscherm.
3
Druk op
of op
om de helderheid
van de schermweergave aan te passen.
*
Het scherm wordt vager naarmate u een lagere waarde
opgeeft in het instellingenscherm. Het scherm wordt
helderder, naarmate u een hogere waarde opgeeft in
het instellingenscherm.