Lenovo NetVista (Dutch) User guide - Page 31

Geheugen installeren, Gebruik 128 MB, 256 MB, 512 MB of 1 GB DIMM's indien beschikbaar in elke

Page 31 highlights

In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeemplaat. 1 Microprocessor 2 DIMM-aansluiting 1 3 DIMM-aansluiting 2 4 Voedingsaansluiting 5 Diskettestationaansluiting 6 Primaire IDE-aansluiting 7 Aansluiting voorpaneel 8 Secundaire IDE-aansluiting 9 Batterij 10 CMOS wis/herstel-jumper 11 SCSI LED-aansluiting 12 PCI-sleuven 13 Audioaansluiting voorkant 14 CD-ROM-audioaansluiting 15 AGP-sleuf (bepaalde modellen) 16 Seriële aansluiting Geheugen installeren De computer beschikt over twee aansluitingen waarin u DIMM's (dual inline memory modules) kunt plaatsen, DIMM-modules die maximaal 2 GB systeemgeheugen mogelijk maken. Houd u bij het installeren van DIMM's aan de volgende regels: v Plaats een nieuwe geheugenmodule in de eerste vrije aansluiting, beginnend bij DIMM 1. v Gebruik 2,5 V, 184-pens, 266 MHz DDR SDRAM (double data rate synchronous dynamic random access memory). v Gebruik 128 MB, 256 MB, 512 MB of 1 GB DIMM's (indien beschikbaar) in elke willekeurige combinatie. v DIMM's hebben een hoogte van 38,1 mm. Opmerking: Alleen DDR SDRAM DIMM's kunnen worden gebruikt. U installeert een DIMM als volgt: Hoofdstuk 2. Typen 8303, 8304 en 8312 19

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116

In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeem-
plaat.
±
1
²
Microprocessor
±
9
²
Batterij
±
2
²
DIMM-aansluiting 1
±
10
²
CMOS wis/herstel-jumper
±
3
²
DIMM-aansluiting 2
±
11
²
SCSI LED-aansluiting
±
4
²
Voedingsaansluiting
±
12
²
PCI-sleuven
±
5
²
Diskettestationaansluiting
±
13
²
Audioaansluiting voorkant
±
6
²
Primaire IDE-aansluiting
±
14
²
CD-ROM-audioaansluiting
±
7
²
Aansluiting voorpaneel
±
15
²
AGP-sleuf (bepaalde modellen)
±
8
²
Secundaire IDE-aansluiting
±
16
²
Seriële aansluiting
Geheugen installeren
De computer beschikt over twee aansluitingen waarin u DIMM’s (dual inline
memory modules) kunt plaatsen, DIMM-modules die maximaal 2 GB systeem-
geheugen mogelijk maken.
Houd u bij het installeren van DIMM’s aan de volgende regels:
v
Plaats een nieuwe geheugenmodule in de eerste vrije aansluiting, beginnend bij
DIMM 1.
v
Gebruik 2,5 V, 184-pens, 266 MHz DDR SDRAM (double data rate synchronous
dynamic random access memory).
v
Gebruik 128 MB, 256 MB, 512 MB of 1 GB DIMM’s (indien beschikbaar) in elke
willekeurige combinatie.
v
DIMM’s hebben een hoogte van 38,1 mm.
Opmerking:
Alleen DDR SDRAM DIMM’s kunnen worden gebruikt.
U installeert een DIMM als volgt:
Hoofdstuk 2. Typen 8303, 8304 en 8312
19