Lenovo NetVista (Dutch) User guide - Page 39

De batterij vervangen

Page 39 highlights

4. Schuif de beveiligingsbeugel door het achterpaneel, plaats vervolgens de moeren op de uiteinden van de beugel en draai ze vast met de moersleutel. 5. Plaats de kap van de computer terug. Meer informatie vindt u in "Kap terugplaatsen en kabels aansluiten" op pagina 29. 6. Steek de kabel door de beugel en sla hem om een vast object. Maak vervolgens beide uiteinden van de kabel aan elkaar vast met een slot. Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar "Kap terugplaatsen en kabels aansluiten" op pagina 29. De batterij vervangen De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen voor de ingebouwde voorzieningen, zoals de toewijzing (configuratie) van de parallelle poort. Door middel van een batterij blijft deze informatie ook bewaard nadat u de computer hebt uitgezet. Normaliter hoeft u geen aandacht te besteden aan de batterij en hoeft u deze ook niet op te laden. Een batterij gaat echter niet eeuwig mee. Als de batterij leeg raakt, gaan de datum, tijd en configuratiegegevens (waaronder ook de wachtwoorden) verloren. Er verschijnt dan een foutmelding wanneer u de computer aanzet. Raadpleeg "Kennisgeving lithiumbatterij" op pagina vi voor meer informatie over het vervangen en weggooien van de batterij. U vervangt de batterij als volgt: 1. Zet de computer en alle randapparatuur uit. 2. Verwijder de kap. Zie "De kap verwijderen" op pagina 17. 3. Kijk waar de batterij zich bevindt. Zie "Onderdelen van de systeemplaat" op pagina 18. 4. Verwijder, indien nodig, adapters die de toegang tot de batterij verhinderen. Zie "Adapters installeren" op pagina 20. Hoofdstuk 2. Typen 8303, 8304 en 8312 27

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116

4.
Schuif de beveiligingsbeugel door het achterpaneel, plaats vervolgens de moe-
ren op de uiteinden van de beugel en draai ze vast met de moersleutel.
5.
Plaats de kap van de computer terug. Meer informatie vindt u in “Kap terug-
plaatsen en kabels aansluiten” op pagina 29.
6.
Steek de kabel door de beugel en sla hem om een vast object. Maak vervolgens
beide uiteinden van de kabel aan elkaar vast met een slot.
Volgende stappen:
v
Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende
gedeelte.
v
Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Kap terugplaatsen en
kabels aansluiten” op pagina 29.
De batterij vervangen
De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen
voor de ingebouwde voorzieningen, zoals de toewijzing (configuratie) van de
parallelle poort. Door middel van een batterij blijft deze informatie ook bewaard
nadat u de computer hebt uitgezet.
Normaliter hoeft u geen aandacht te besteden aan de batterij en hoeft u deze ook
niet op te laden. Een batterij gaat echter niet eeuwig mee. Als de batterij leeg raakt,
gaan de datum, tijd en configuratiegegevens (waaronder ook de wachtwoorden)
verloren. Er verschijnt dan een foutmelding wanneer u de computer aanzet.
Raadpleeg “Kennisgeving lithiumbatterij” op pagina vi voor meer informatie over
het vervangen en weggooien van de batterij.
U vervangt de batterij als volgt:
1.
Zet de computer en alle randapparatuur uit.
2.
Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 17.
3.
Kijk waar de batterij zich bevindt. Zie “Onderdelen van de systeemplaat” op
pagina 18.
4.
Verwijder, indien nodig, adapters die de toegang tot de batterij verhinderen.
Zie “Adapters installeren” op pagina 20.
Hoofdstuk 2. Typen 8303, 8304 en 8312
27