Lenovo ThinkCentre E51 (Dutch) User guide - Page 42

batterij, vervangen

Page 42 highlights

De batterij vervangen De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen voor de ingebouwde voorzieningen, zoals configuratie van de parallelle poort. Door middel van een batterij blijft deze informatie ook bewaard nadat u de computer hebt uitgezet. Normaliter hoeft u geen aandacht te besteden aan de batterij en hoeft u deze ook niet op te laden. Een batterij gaat echter niet eeuwig mee. Als de batterij leeg raakt, gaan de datum, tijd en configuratiegegevens (waaronder ook de wachtwoorden) verloren. Er verschijnt dan een foutmelding wanneer u de computer aanzet. Raadpleeg "Kennisgeving lithiumbatterij" op pagina x voor meer informatie over het vervangen en weggooien van de batterij. U vervangt de batterij als volgt: 1. Zet de computer en alle randapparatuur uit. 2. Ontkoppel het netsnoer en verwijder de kap. Zie "Onderdelen van de systeemplaat" op pagina 11. 3. Kijk waar de batterij zich bevindt. Zie "Onderdelen van de systeemplaat" op pagina 11. 4. Verwijder, indien nodig, adapterkaarten die de toegang tot de batterij verhinderen. Zie "Adapterkaarten installeren" op pagina 17. 5. Verwijder de oude batterij. 6. Installeer de nieuwe batterij. 7. Als u adapterkaarten hebt verwijderd om toegang te krijgen tot de batterij, plaats die dan weer terug. Zie "Adapterkaarten installeren" op pagina 17 voor instructies voor het vervangen van adapterkaarten. 8. Zet de kap terug en sluit het netsnoer weer aan. Zie "Kap terugplaatsen en kabels aansluiten" op pagina 28. Opmerking: Wanneer de computer voor de eerste keer wordt aangezet nadat de batterij is vervangen, kan er een foutbericht worden afgebeeld. Dit is normaal na het vervangen van de batterij. 9. Zet de computer en alle randapparatuur aan. 10. Gebruik het programma Setup Utility om de datum, de tijd en de wachtwoor- den in te stellen. Zie Hoofdstuk 2, "Werken met het programma Setup Utility", op pagina 29. 26 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66

De
batterij
vervangen
De
computer
heeft
een
speciaal
geheugen
voor
de
datum,
de
tijd
en
de
instellingen
voor
de
ingebouwde
voorzieningen,
zoals
configuratie
van
de
parallelle
poort.
Door
middel
van
een
batterij
blijft
deze
informatie
ook
bewaard
nadat
u
de
com-
puter
hebt
uitgezet.
Normaliter
hoeft
u
geen
aandacht
te
besteden
aan
de
batterij
en
hoeft
u
deze
ook
niet
op
te
laden.
Een
batterij
gaat
echter
niet
eeuwig
mee.
Als
de
batterij
leeg
raakt,
gaan
de
datum,
tijd
en
configuratiegegevens
(waaronder
ook
de
wachtwoorden)
verloren.
Er
verschijnt
dan
een
foutmelding
wanneer
u
de
computer
aanzet.
Raadpleeg
“Kennisgeving
lithiumbatterij”
op
pagina
x
voor
meer
informatie
over
het
vervangen
en
weggooien
van
de
batterij.
U
vervangt
de
batterij
als
volgt:
1.
Zet
de
computer
en
alle
randapparatuur
uit.
2.
Ontkoppel
het
netsnoer
en
verwijder
de
kap.
Zie
“Onderdelen
van
de
systeemplaat”
op
pagina
11.
3.
Kijk
waar
de
batterij
zich
bevindt.
Zie
“Onderdelen
van
de
systeemplaat”
op
pagina
11.
4.
Verwijder,
indien
nodig,
adapterkaarten
die
de
toegang
tot
de
batterij
verhin-
deren.
Zie
“Adapterkaarten
installeren”
op
pagina
17.
5.
Verwijder
de
oude
batterij.
6.
Installeer
de
nieuwe
batterij.
7.
Als
u
adapterkaarten
hebt
verwijderd
om
toegang
te
krijgen
tot
de
batterij,
plaats
die
dan
weer
terug.
Zie
“Adapterkaarten
installeren”
op
pagina
17
voor
instructies
voor
het
vervangen
van
adapterkaarten.
8.
Zet
de
kap
terug
en
sluit
het
netsnoer
weer
aan.
Zie
“Kap
terugplaatsen
en
kabels
aansluiten”
op
pagina
28.
Opmerking:
Wanneer
de
computer
voor
de
eerste
keer
wordt
aangezet
nadat
de
batterij
is
vervangen,
kan
er
een
foutbericht
worden
afge-
beeld.
Dit
is
normaal
na
het
vervangen
van
de
batterij.
9.
Zet
de
computer
en
alle
randapparatuur
aan.
10.
Gebruik
het
programma
Setup
Utility
om
de
datum,
de
tijd
en
de
wachtwoor-
den
in
te
stellen.
Zie
Hoofdstuk
2,
“Werken
met
het
programma
Setup
Utility”,
op
pagina
29.
26
Handboek
voor
de
gebruiker