Lenovo ThinkCentre M70e (Dutch) User guide - Page 58

Een noodherstelmedium gebruiken, Stuurprogramma's installeren of opnieuw installeren

Page 58 highlights

Een noodherstelmedium gebruiken In dit gedeelte vindt u instructies voor het gebruiken van het noodherstelmedium dat u hebt gemaakt. • Als u een noodherstelmedium hebt gemaakt met een schijf, gebruikt u de volgende instructies voor het gebruiken van het noodherstelmedium: 1. Zet de computer uit. 2. Druk herhaaldelijk op de toets F12 wanneer u de computer aanzet. Wanneer het Startup Device Menu wordt geopend, laat u F12 weer los. 3. Selecteer in het Startup Device Menu het gewenste optische-schijfstation als eerste opstartapparaat. Plaats vervolgens de noodherstelschijf in het optische-schijfstation en druk op Enter. Het noodherstelmedium wordt gestart. • Als u een noodherstelmedium hebt gemaakt met een USB-vaste-schijfstation, gebruikt u de volgende instructies voor het gebruiken van het noodherstelmedium: 1. Sluit het USB-vaste-schijfstation aan op een van de USB-poorten van de computer. 2. Druk herhaaldelijk op de toets F12 wanneer u de computer aanzet. Wanneer het Startup Device Menu wordt geopend, laat u F12 weer los. 3. Selecteer in het Startup Device Menu het USB-vaste-schijfstation als eerste opstartapparaat en druk op Enter. Het noodherstelmedium wordt gestart. Bij het opstarten vanaf het noodherstelmedium verschijnt Rescue and Recovery. Voor elk van de functies in het werkgebied van Rescue and Recovery is er Help-informatie beschikbaar. Volg de instructies om de herstelproces te voltooien. Stuurprogramma's installeren of opnieuw installeren Voordat u stuurprogramma's installeert of opnieuw installeert, moet er een besturingssysteem vooraf geïnstalleerd zijn, net als de documentatie en softwaremedia voor het apparaat. Stuurprogramma's voor tijdens fabricage geïnstalleerde apparaten bevinden zich op het vasteschijfstation van de computer (doorgaans station C:) in de subdirectory SWTOOLS\DRIVERS. De meest recente stuurprogramma's voor apparaten die al in de fabriek zijn geïnstalleerd, vindt u ook op de website http://support.lenovo.com. Andere stuurprogramma's worden meegeleverd bij de desbetreffende apparaten. U installeert het stuurprogramma voor een tijdens fabricage geïnstalleerd apparaat als volgt: 1. Zet de computer aan. 2. Ga naar de directory C:\SWTOOLS. 3. Open de map Apps. In de map APPS bevinden zich verscheidene submappen die zijn genoemd naar de diverse toepassingen die op uw computer zijn geïnstalleerd. 4. Open de map van de gewenste toepassing. 5. Zoek in de submap van de toepassing het bestand SETUP.EXE op of andere EXE-bestanden die geschikt zijn voor installatie. Dubbelklik op het bestand en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Problemen met herstelprocedures oplossen Als u niet naar het werkgebied van Rescue and Recovery of naar de Windows-omgeving kunt gaan, kunt u het volgende doen: • Gebruik een noodherstelmedium om het werkgebied van Rescue and Recovery te starten. Zie "Noodherstelmedia maken en gebruiken" op pagina 51. 52 ThinkCentre Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88

Een noodherstelmedium gebruiken
In dit gedeelte vindt u instructies voor het gebruiken van het noodherstelmedium dat u hebt gemaakt.
Als u een noodherstelmedium hebt gemaakt met een schijf, gebruikt u de volgende instructies voor het
gebruiken van het noodherstelmedium:
1. Zet de computer uit.
2. Druk herhaaldelijk op de toets F12 wanneer u de computer aanzet. Wanneer het
Startup Device
Menu
wordt geopend, laat u F12 weer los.
3. Selecteer in het
Startup Device Menu
het gewenste optische-schijfstation als eerste opstartapparaat.
Plaats vervolgens de noodherstelschijf in het optische-schijfstation en druk op Enter. Het
noodherstelmedium wordt gestart.
Als u een noodherstelmedium hebt gemaakt met een USB-vaste-schijfstation, gebruikt u de volgende
instructies voor het gebruiken van het noodherstelmedium:
1. Sluit het USB-vaste-schijfstation aan op een van de USB-poorten van de computer.
2. Druk herhaaldelijk op de toets F12 wanneer u de computer aanzet. Wanneer het
Startup Device
Menu
wordt geopend, laat u F12 weer los.
3. Selecteer in het
Startup Device Menu
het USB-vaste-schijfstation als eerste opstartapparaat en
druk op Enter. Het noodherstelmedium wordt gestart.
Bij het opstarten vanaf het noodherstelmedium verschijnt Rescue and Recovery. Voor elk van de functies
in het werkgebied van Rescue and Recovery is er Help-informatie beschikbaar. Volg de instructies om
de herstelproces te voltooien.
Stuurprogramma's installeren of opnieuw installeren
Voordat u stuurprogramma's installeert of opnieuw installeert, moet er een besturingssysteem vooraf
geïnstalleerd zijn, net als de documentatie en softwaremedia voor het apparaat.
Stuurprogramma's voor tijdens fabricage geïnstalleerde apparaten bevinden zich op het vasteschijfstation
van de computer (doorgaans station C:) in de subdirectory SWTOOLS\DRIVERS. De meest recente
stuurprogramma's voor apparaten die al in de fabriek zijn geïnstalleerd, vindt u ook op de website
http://support.lenovo.com. Andere stuurprogramma's worden meegeleverd bij de desbetreffende apparaten.
U installeert het stuurprogramma voor een tijdens fabricage geïnstalleerd apparaat als volgt:
1. Zet de computer aan.
2. Ga naar de directory
C:\SWTOOLS
.
3. Open de map Apps. In de map APPS bevinden zich verscheidene submappen die zijn genoemd naar de
diverse toepassingen die op uw computer zijn geïnstalleerd.
4. Open de map van de gewenste toepassing.
5. Zoek in de submap van de toepassing het bestand SETUP.EXE op of andere EXE-bestanden die
geschikt zijn voor installatie. Dubbelklik op het bestand en volg de instructies op het scherm om de
installatie te voltooien.
Problemen met herstelprocedures oplossen
Als u niet naar het werkgebied van Rescue and Recovery of naar de Windows-omgeving kunt gaan, kunt
u het volgende doen:
Gebruik een noodherstelmedium om het werkgebied van Rescue and Recovery te starten. Zie
“Noodherstelmedia maken en gebruiken” op pagina 51.
52
ThinkCentre Handboek voor de gebruiker