Lenovo ThinkPad Edge E320 (Dutch) User Guide - Page 167

Probleem, Oplossing, Als het het systeemstatuslampje verlicht ThinkPad-logo uit is

Page 167 highlights

worden beschermd. Controleer met behulp van Power Manager de instellingen voor de sluimerstand (Standby). • Probleem: De computer gaat onmiddellijk na de zelftest (POST) naar de sluimerstand (het lampje van de sluimerstand gaat branden). Oplossing: Controleer of: - De batterij opgeladen is. - De temperatuur van de omgeving binnen de toegestane waarden ligt. Raadpleeg "Functies" op pagina 12, "Specificaties" op pagina 13 en "Gebruiksomgeving" op pagina 14. Als de batterij is opgeladen en de temperatuur binnen het toegestane bereik ligt, laat u de computer nakijken. • Probleem: Het foutbericht voor een "bijna lege batterij" verschijnt en de computer gaat meteen uit. Oplossing: De batterij is mogelijk te veel ontladen. Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en op een stopcontact of vervang de batterij door een volledig opgeladen batterij. • Probleem: Het beeldscherm van de computer blijft leeg nadat u op de Fn-toets hebt gedrukt om het scherm uit de spaarstand te halen. Oplossing: Ga na of er een extern beeldscherm is ontkoppeld of uitgeschakeld terwijl de computer in de sluimerstand (Standby) stond. Als u een extern beeldscherm hebt ontkoppeld of uitgeschakeld, sluit het dan weer aan of zet het weer aan voordat u de werking van de computer hervat vanuit de spaarstand Standby. Als u de werking van de computer vanuit de sluimerstand wilt hervatten zonder een extern beeldscherm aan te sluiten of aan te zetten, kunt u op F6 om het beeldscherm van de computer te activeren. • Probleem: De computer kan de sluimerstand (Standby) niet verlaten, of het systeemstatuslampje (het verlichte ThinkPad-logo) knippert langzaam en de computer werkt niet. Oplossing: Als het systeem niet ontwaakt uit de sluimerstand (Standby), kan dat komen omdat het systeem automatisch in de sluimerstand (Standby) of de slaapstand is gekomen omdat de batterij leeg was. Het Standbylampje geeft aan of dat zo is. - Als het het systeemstatuslampje (verlicht ThinkPad-logo) langzaam knippert, staat de computer in de sluimerstand (Standby). Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en druk op Fn. - Als het het systeemstatuslampje (verlicht ThinkPad-logo) uit is, staat de computer in de slaapstand of helemaal uit. Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en druk op de aan/uit-knop. Als het systeem de normale werking nog steeds niet hervat, is het wellicht vastgelopen. In dat geval moet u een reset uitvoeren. Als u bepaalde gegevens nog niet hebt opgeslagen, gaan die waarschijnlijk verloren. Om een reset uit te voeren, houdt u de aan/uit-knop vier seconden of langer ingedrukt. Gaat het systeem dan nog steeds niet uit, verwijder dan de wisselstroomadapter en de batterij. • Probleem: De computer gaat niet naar de sluimerstand (Standby) of naar de slaapstand. Oplossing: Controleer of er opties zijn geselecteerd die kunnen verhinderen dat de computer naar de sluimerstand (Standby) of naar de slaapstand gaat. Als de opdracht aan de computer om naar de spaarstand Standby te gaan niet wordt geaccepteerd, is het mogelijk dat het apparaat dat is aangesloten op de USB-poort uitgeschakeld is. Als dit gebeurt, ontkoppelt u het USB-apparaat en sluit u het weer aan. • Probleem: De batterij loopt langzaam leeg terwijl de computer in de slaapstand staat. Oplossing: Als de ontwaakfunctie ingeschakeld is, gebruikt de computer een klein beetje energie. Dit is geen defect. Voor meer informatie gaat u naar "Spaarstanden" op pagina 31. Hoofdstuk 10. Computerproblemen oplossen 149

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188

worden beschermd. Controleer met behulp van Power Manager de instellingen voor de sluimerstand
(Standby).
Probleem:
De computer gaat onmiddellijk na de zelftest (POST) naar de sluimerstand (het lampje van de
sluimerstand gaat branden).
Oplossing
: Controleer of:
De batterij opgeladen is.
De temperatuur van de omgeving binnen de toegestane waarden ligt. Raadpleeg “Functies” op pagina
12, “Specificaties” op pagina 13 en “Gebruiksomgeving” op pagina 14.
Als de batterij is opgeladen en de temperatuur binnen het toegestane bereik ligt, laat u de computer
nakijken.
Probleem
: Het foutbericht voor een “bijna lege batterij” verschijnt en de computer gaat meteen uit.
Oplossing
: De batterij is mogelijk te veel ontladen. Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en
op een stopcontact of vervang de batterij door een volledig opgeladen batterij.
Probleem
: Het beeldscherm van de computer blijft leeg nadat u op de Fn-toets hebt gedrukt om het
scherm uit de spaarstand te halen.
Oplossing
: Ga na of er een extern beeldscherm is ontkoppeld of uitgeschakeld terwijl de computer in
de sluimerstand (Standby) stond. Als u een extern beeldscherm hebt ontkoppeld of uitgeschakeld,
sluit het dan weer aan of zet het weer aan voordat u de werking van de computer hervat vanuit de
spaarstand Standby. Als u de werking van de computer vanuit de sluimerstand wilt hervatten zonder
een extern beeldscherm aan te sluiten of aan te zetten, kunt u op F6 om het beeldscherm van de
computer te activeren.
Probleem
: De computer kan de sluimerstand (Standby) niet verlaten, of het systeemstatuslampje (het
verlichte ThinkPad-logo) knippert langzaam en de computer werkt niet.
Oplossing
: Als het systeem niet ontwaakt uit de sluimerstand (Standby), kan dat komen omdat het
systeem automatisch in de sluimerstand (Standby) of de slaapstand is gekomen omdat de batterij leeg
was. Het Standbylampje geeft aan of dat zo is.
Als het het systeemstatuslampje (verlicht ThinkPad-logo) langzaam knippert, staat de computer in de
sluimerstand (Standby). Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en druk op Fn.
Als het het systeemstatuslampje (verlicht ThinkPad-logo) uit is, staat de computer in de slaapstand of
helemaal uit. Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en druk op de aan/uit-knop.
Als het systeem de normale werking nog steeds niet hervat, is het wellicht vastgelopen. In dat geval
moet u een reset uitvoeren. Als u bepaalde gegevens nog niet hebt opgeslagen, gaan die waarschijnlijk
verloren. Om een reset uit te voeren, houdt u de aan/uit-knop vier seconden of langer ingedrukt. Gaat het
systeem dan nog steeds niet uit, verwijder dan de wisselstroomadapter en de batterij.
Probleem
: De computer gaat niet naar de sluimerstand (Standby) of naar de slaapstand.
Oplossing
: Controleer of er opties zijn geselecteerd die kunnen verhinderen dat de computer naar de
sluimerstand (Standby) of naar de slaapstand gaat.
Als de opdracht aan de computer om naar de spaarstand Standby te gaan niet wordt geaccepteerd, is
het mogelijk dat het apparaat dat is aangesloten op de USB-poort uitgeschakeld is. Als dit gebeurt,
ontkoppelt u het USB-apparaat en sluit u het weer aan.
Probleem
: De batterij loopt langzaam leeg terwijl de computer in de slaapstand staat.
Oplossing
: Als de ontwaakfunctie ingeschakeld is, gebruikt de computer een klein beetje energie. Dit is
geen defect. Voor meer informatie gaat u naar “Spaarstanden” op pagina 31.
Hoofdstuk 10
.
Computerproblemen oplossen
149