Lenovo ThinkPad Edge S430 (Dutch) User Guide - Page 37
Speciale toetsen, Start, Configuratiescherm, ThinkPad toetsen F1-F12, Config, Keyboard/Mouse
View all Lenovo ThinkPad Edge S430 manuals
Add to My Manuals
Save this manual to your list of manuals |
Page 37 highlights
Maak een afdruk van de volgende gedeelten en bewaar ze bij uw computer, voor het geval het u niet meer lukt om toegang te krijgen tot deze onlinegebruikersgids. • "Een nieuw besturingssysteem installeren" op pagina 85 • "De computer reageert niet meer" op pagina 109 • "Problemen met de voeding" op pagina 124 Speciale toetsen De computer heeft verschillende speciale toetsen 1 en 2 , zodat u gemakkelijker en effectiever kunt werken. In de onderstaande afbeelding ziet u de locaties van de toetsen. U kunt de functionaliteit van de F1-F12-toetsen wijzigen om de toetsen in de standaardmodus of Legacy-modus te gebruiken. In de standaardmodus kunt u de speciale functies op elke toets starten door op de betreffende toets te drukken. In Legacy-modus moet u, om de speciale functies op iedere toets te starten, de Fn-toets indrukken en ingedrukt houden terwijl u de gewenste functietoets indrukt. Vervolgens laat u beide toetsen tegelijk los. Als u de functionaliteit van de F1-F12-toetsen in de Windows-omgeving wilt wijzigen, voert u een van de volgende handelingen uit: 1. Open het eigenschappenvenster voor het ThinkPad-toetsenbord als volgt: • Klik op Start ➙ Configuratiescherm. • Houd Fn vier seconden ingedrukt. 2. Klik op het tabblad ThinkPad toetsen F1-F12. 3. Configureer de gewenste instellingen aan de hand van de instructies op het scherm. Als u de functionaliteit van de F1-F12-toetsen via het programma ThinkPad Setup wilt wijzigen, voert u een van de volgende handelingen uit: 1. Start de computer op. Druk zodra het ThinkPad-logoscherm verschijnt op F1. Het hoofdmenu van het programma ThinkPad Setup wordt geopend. 2. Selecteer Config ➙ Keyboard/Mouse ➙ Change to F1-F12 keys. 3. Configureer de gewenste instellingen aan de hand van de instructies op het scherm. Hoofdstuk 2. De computer gebruiken 21