HP P6210f Getting Started - Page 136

Aansluiten op een netwerk, Een kabelnetwerkverbinding Ethernet instellen

Page 136 highlights

Aansluiten op een netwerk Dit onderdeel beschrijft de aansluiting op een netwerk middels een bedrade of draadloze aansluiting. Een kabelnetwerkverbinding (Ethernet) instellen Het Ethernet (RJ-45) connector op de achterkant van de computer biedt een hoge-snelheid of breedband verbinding met een netwerk. Nadat u deze interface met een netwerk heeft verbonden, zoals een Plaatselijk Netwerk (LAN) kunt u met het Internet verbinden via het netwerk. 1 Sluit een Ethernet-kabel aan op de Ethernet (RJ-45) connector (A) aan de achterkant van de computer en op de netwerkrouter of een LAN-apparaat. 2 Als de computer is ingeschakeld, controleert u de lampjes (B) naast de Ethernetconnector voor de netwerkstatus: ■ ACTIVITY - (ACTIVITEIT) Brandt geel wanneer via het netwerk gegevens worden verzonden ■ LINK - (VERBINDING) Brandt groen wanneer er een geldige verbinding met het netwerk is LET OP: Het is mogelijk dat uw Ethernet-connector maar één indicator heeft. Draadloze netwerkverbinding installeren (Alleen bepaalde modellen) U kunt de computer met een draadloos netwerk dat IEEE 802.11b, 802.11g of 802.11n ondersteunt verbinden door de antenne te gebruiken die is inbegrepen bij de computer. Indien meegeleverd verbindt u de externe antenne met de draadloze netwerk connector op de netwerkkaart om het bereik en de gevoeligheid van het draadloze radiosignaal te vergroten. LET OP: Voor de beste draadloze prestaties plaatst u de antenne op de bovenkant van de computer of in een verhooge en open gebied. U hebt een bestaande draadloze LAN nodig met een internetaansluiting. Neem contact op met uw internetaanbieder (ISP) voor overige informatie. Om te controleren dat het geïntegreerd WLAN-apparaat juist is geïnstalleerd op de computer, zie "Internet-toegang" op pagina 37. Als u meer informatie wilt over het instellen van een draadloos netwerk, gaat u op een van de volgende manieren te werk: Klik op de Windows Start toets , klik dan op Hulp en Ondersteuning en typ dan een draadloos netwerk instellen in het Zoek en Hulpveld en druk op Enter. 6 Aan de slag (functies zijn per model verschillend)

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188

6
Aan de slag (functies zijn per model verschillend)
Aansluiten op een netwerk
Dit onderdeel beschrijft de aansluiting op een netwerk middels een bedrade of draadloze
aansluiting.
Een kabelnetwerkverbinding (Ethernet) instellen
Het Ethernet (RJ-45) connector op de achterkant van de computer biedt een hoge-snelheid of
breedband verbinding met een netwerk. Nadat u deze interface met een netwerk heeft
verbonden, zoals een Plaatselijk Netwerk (LAN) kunt u met het Internet verbinden via het
netwerk.
1
Sluit een Ethernet-kabel aan op de Ethernet (RJ-45) connector (
A
) aan de achterkant van
de computer en op de netwerkrouter of een LAN-apparaat.
2
Als de computer is ingeschakeld, controleert u de lampjes (
B
) naast de Ethernet-
connector voor de netwerkstatus:
ACTIVITY —
(
ACTIVITEIT
) Brandt geel wanneer via het netwerk gegevens
worden verzonden
LINK —
(
VERBINDING
) Brandt groen wanneer er een geldige verbinding met
het netwerk is
Draadloze netwerkverbinding installeren
(Alleen bepaalde modellen)
U kunt de computer met een draadloos netwerk dat IEEE 802.11b, 802.11g of 802.11n
ondersteunt verbinden door de antenne te gebruiken die is inbegrepen bij de computer.
Indien meegeleverd verbindt u de externe antenne met de draadloze netwerk connector op
de netwerkkaart om het bereik en de gevoeligheid van het draadloze radiosignaal te
vergroten.
U hebt een bestaande draadloze LAN nodig met een internetaansluiting. Neem contact op
met uw internetaanbieder (ISP) voor overige informatie.
Om te controleren dat het geïntegreerd WLAN-apparaat juist is geïnstalleerd op de
computer, zie “Internet-toegang” op pagina 37.
Als u meer informatie wilt over het instellen van een draadloos netwerk, gaat u op een van de
volgende manieren te werk: Klik op de Windows
Start
toets
, klik dan op
Hulp en
Ondersteuning
en typ dan
een draadloos netwerk instellen
in het Zoek en Hulpveld en
druk op Enter.
LET OP:
Het is mogelijk dat uw Ethernet-connector maar één indicator heeft.
LET OP:
Voor de beste draadloze prestaties plaatst u de antenne op de bovenkant van de
computer of in een verhooge en open gebied.