Kenwood CMOS-320 Operation Manual - Page 47

waarop de camera is aangesloten, om het

Page 47 highlights

7 Voer alle noodzakelijke aansluitingen uit. 8 Geef het videobeeld van de camera weer. Voordat u de camera gaat bekijken, trekt u de handrem aan en blokkeert u de wielen, zodat de auto niet kan bewegen. Anders kan er een onverwacht ongeluk gebeuren. Voor het weergeven van het camerabeeld raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van uw videomonitor. Als de camera is geïnstalleerd als een achteruitzichtcamera: Zet de transmissiehendel in de R-stand (achteruit) om het beeld aan de achterkant van de auto te laten weergeven. Als de camera is geïnstalleerd als een vooruitzichtcamera (uitsluitend CMOS-320): Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de unit waarop de camera is aangesloten, om het beeld aan de voorkant van de auto te laten weergeven. 9 De camerahoek afstellen Tijdens het afstellen van de camerahoek moet u voorzichtig zijn om het camerasnoer niet uit te rekken. Bij het installeren van de CMOS-220 als achteruitzichtcamera: Stel de hoek zodanig af dat achterzijde van de auto of de bumper zichtbaar is aan de onderkant van de monitor. Richtlijn Bij het installeren van de CMOS-320 als vooruitzichtcamera: Voordat u de camerahoek afstelt, moet u "Cameraidentificatie instellen" (pagina 55) en "Camerainstellingsprocedure" (pagina 52) uitvoeren. Als u [Standard] (Standaard) selecteert voor "Montagepositie instelling", schakelt u het beeld op [Bovenaanzicht] (pagina 56) en stelt u de camerahoek zodanig af dat de richtlijn en de parkeerlijnen verticaal zijn. Als u [Lower] (Onder) selecteert voor "Montagepositie instelling", schakelt u het beeld op [Hoekweergave] (pagina 56) en stelt u de camerahoek zodanig af dat de grondlijnen in de linker en rechter schermen recht zijn. NEDERLANDS Achterkant of achterbumper van de auto Bij het installeren van de CMOS-320 als achteruitzichtcamera: Raadpleeg "Displayweergave schakelen" (pagina 56) en schakel het beeld op [Bovenaanzicht]. Stel de camerahoek zodanig af dat de richtlijn en de parkeerlijnen verticaal zijn. 10 De camera instellen Bij het gebruik van de CMOS-320 als achteruitzichtcamera: Raadpleeg pagina 51 tot 55 voor het uitvoeren van "Voorbereiding voor het instellen van de camera", "Bovenkant beeld beeldaanpassing" en "Afstelling begeleidingslijn groothoekbeeld". Bij het gebruik van de CMOS-320 als vooruitzichtcamera: Als u [Standard] (Standaard) selecteert voor "Montagepositie instelling", raadpleeg dan pagina 51 tot 55 voor het uitvoeren van "Voorbereiding voor het instellen van de camera", "Beeldafstelling bovenaanzicht" en "Afstelling begeleidingslijn groothoekbeeld". Volgende pagina 3 CMOS-320/CMOS-220 | 47

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60

CMOS-320/CMOS-220
|
47
NEDERLANDS
7
Voer alle noodzakelijke aansluitingen uit.
8
Geef het videobeeld van de camera weer.
Voordat u de camera gaat bekijken, trekt u de handrem aan
en blokkeert u de wielen, zodat de auto niet kan bewegen.
Anders kan er een onverwacht ongeluk gebeuren.
Voor het weergeven van het camerabeeld raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing van uw videomonitor.
Als de camera is geïnstalleerd als een
achteruitzichtcamera:
Zet de transmissiehendel in de R-stand
(achteruit) om het beeld aan de achterkant van
de auto te laten weergeven.
Als de camera is geïnstalleerd als een
vooruitzichtcamera (uitsluitend CMOS-320):
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de unit
waarop de camera is aangesloten, om het
beeld aan de voorkant van de auto te laten
weergeven.
9
De camerahoek afstellen
Tijdens het afstellen van de camerahoek moet u voorzichtig
zijn om het camerasnoer niet uit te rekken.
Bij het installeren van de CMOS-220 als
achteruitzichtcamera:
Stel de hoek zodanig af dat achterzijde van de auto of de
bumper zichtbaar is aan de onderkant van de monitor.
Achterkant of achterbumper van de auto
Bij het installeren van de CMOS-320 als
achteruitzichtcamera:
Raadpleeg “Displayweergave schakelen” (pagina 56) en
schakel het beeld op [Bovenaanzicht]. Stel de camerahoek
zodanig af dat de richtlijn en de parkeerlijnen verticaal zijn.
Richtlijn
Bij het installeren van de CMOS-320 als
vooruitzichtcamera:
Voordat u de camerahoek afstelt, moet u “Camera-
identificatie instellen” (pagina 55) en “Camera-
instellingsprocedure” (pagina 52) uitvoeren.
Als u [Standard] (Standaard) selecteert voor “Montagepositie
instelling”, schakelt u het beeld op [Bovenaanzicht] (pagina
56) en stelt u de camerahoek zodanig af dat de richtlijn en de
parkeerlijnen verticaal zijn.
Als u [Lower] (Onder) selecteert voor “Montagepositie
instelling”, schakelt u het beeld op [Hoekweergave] (pagina
56) en stelt u de camerahoek zodanig af dat de grondlijnen in
de linker en rechter schermen recht zijn.
10
De camera instellen
Bij het gebruik van de CMOS-320 als
achteruitzichtcamera:
Raadpleeg pagina 51 tot 55 voor het uitvoeren van
“Voorbereiding voor het instellen van de camera”, “Bovenkant
beeld beeldaanpassing” en “Afstelling begeleidingslijn
groothoekbeeld”.
Bij het gebruik van de CMOS-320 als
vooruitzichtcamera:
Als u [Standard] (Standaard) selecteert voor “Montagepositie
instelling”, raadpleeg dan pagina 51 tot 55 voor het
uitvoeren van “Voorbereiding voor het instellen van de
camera”, “Beeldafstelling bovenaanzicht” en “Afstelling
begeleidingslijn groothoekbeeld”.
Volgende pagina
3