Lenovo J205 (Dutch) User guide - Page 11

Hoofdstuk, werkplek, inrichten

Page 11 highlights

Hoofdstuk 2. De werkplek inrichten Comfort U haalt het meeste uit uw computer als u zowel de apparatuur als de werkplek afstemt op uw behoeften en op het soort werk dat u doet. Comfort is natuurlijk van groot belang, maar bij het inrichten van uw werkplek moet u ook letten op praktische zaken als lichtbronnen, luchtcirculatie en de plaats van de stopcontacten. Hoewel er niet één werkhouding bestaat die ideaal is voor iedereen, kunt u met behulp van de volgende richtlijnen een houding vinden die voor u geschikt is. Als u lange tijd in dezelfde houding zit, kan dit vermoeidheid veroorzaken. De rugleuning en de zitting van uw stoel moeten onafhankelijk van elkaar kunnen worden ingesteld en moeten goed steun bieden. De zitting moet een gebogen voorkant hebben om de druk op de bovenbenen te verminderen. Stel de zitting zo in dat uw bovenbenen evenwijdig zijn met de vloer en uw voeten plat op de vloer of op een voetsteun staan. Als u met het toetsenbord werkt, moet u uw onderarmen in een horizontale houding en uw polsen in een gemakkelijke stand houden. Bedien het toetsenbord met een lichte aanslag en houd uw handen en vingers ontspannen. Zet het toetsenbord in de meest comfortabele stand door de toetsenbordsteunen te verstellen. Stel het beeldscherm zo op dat de bovenkant van het scherm zich op ooghoogte bevindt, of iets lager. Plaats het beeldscherm op een prettige afstand (gewoonlijk is dit 50 tot 60 cm) en plaats het zodanig dat u kunt kijken zonder uw lichaam te hoeven verdraaien. Plaats ook andere apparatuur die u veel gebruikt, zoals de telefoon en de muis, zo dat u er gemakkelijk bij kunt. Reflectie en verlichting Stel het beeldscherm zo op dat u zo min mogelijk last hebt van schittering en weerkaatsing van lampen, ramen en andere lichtbronnen. Licht dat wordt weerkaatst door glimmende oppervlakken kan hinderlijke reflecties op uw beeldscherm veroorzaken. Zet het beeldscherm indien mogelijk zo neer dat het loodrecht op de ramen en andere lichtbronnen staat. Verminder indien nodig de bovenverlichting door lampen te dimmen of door minder sterke lampen te gebruiken. Als u het beeldscherm in de buurt van een raam neerzet, scherm het zonlicht dan af met © Lenovo 2005, 2007. Gedeelten © IBM Corp. 2005. 3

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70

Hoofdstuk
2.
De
werkplek
inrichten
U
haalt
het
meeste
uit
uw
computer
als
u
zowel
de
apparatuur
als
de
werkplek
afstemt
op
uw
behoeften
en
op
het
soort
werk
dat
u
doet.
Comfort
is
natuurlijk
van
groot
belang,
maar
bij
het
inrichten
van
uw
werkplek
moet
u
ook
letten
op
praktische
zaken
als
lichtbronnen,
luchtcirculatie
en
de
plaats
van
de
stopcontac-
ten.
Comfort
Hoewel
er
niet
één
werkhouding
bestaat
die
ideaal
is
voor
iedereen,
kunt
u
met
behulp
van
de
volgende
richtlijnen
een
houding
vinden
die
voor
u
geschikt
is.
Als
u
lange
tijd
in
dezelfde
houding
zit,
kan
dit
vermoeidheid
veroorzaken.
De
rugleuning
en
de
zitting
van
uw
stoel
moeten
onafhankelijk
van
elkaar
kunnen
worden
ingesteld
en
moeten
goed
steun
bieden.
De
zitting
moet
een
gebogen
voor-
kant
hebben
om
de
druk
op
de
bovenbenen
te
verminderen.
Stel
de
zitting
zo
in
dat
uw
bovenbenen
evenwijdig
zijn
met
de
vloer
en
uw
voeten
plat
op
de
vloer
of
op
een
voetsteun
staan.
Als
u
met
het
toetsenbord
werkt,
moet
u
uw
onderarmen
in
een
horizontale
hou-
ding
en
uw
polsen
in
een
gemakkelijke
stand
houden.
Bedien
het
toetsenbord
met
een
lichte
aanslag
en
houd
uw
handen
en
vingers
ontspannen.
Zet
het
toetsenbord
in
de
meest
comfortabele
stand
door
de
toetsenbordsteunen
te
verstellen.
Stel
het
beeldscherm
zo
op
dat
de
bovenkant
van
het
scherm
zich
op
ooghoogte
bevindt,
of
iets
lager.
Plaats
het
beeldscherm
op
een
prettige
afstand
(gewoonlijk
is
dit
50
tot
60
cm)
en
plaats
het
zodanig
dat
u
kunt
kijken
zonder
uw
lichaam
te
hoeven
verdraaien.
Plaats
ook
andere
apparatuur
die
u
veel
gebruikt,
zoals
de
tele-
foon
en
de
muis,
zo
dat
u
er
gemakkelijk
bij
kunt.
Reflectie
en
verlichting
Stel
het
beeldscherm
zo
op
dat
u
zo
min
mogelijk
last
hebt
van
schittering
en
weerkaatsing
van
lampen,
ramen
en
andere
lichtbronnen.
Licht
dat
wordt
weer-
kaatst
door
glimmende
oppervlakken
kan
hinderlijke
reflecties
op
uw
beeldscherm
veroorzaken.
Zet
het
beeldscherm
indien
mogelijk
zo
neer
dat
het
loodrecht
op
de
ramen
en
andere
lichtbronnen
staat.
Verminder
indien
nodig
de
bovenverlichting
door
lampen
te
dimmen
of
door
minder
sterke
lampen
te
gebruiken.
Als
u
het
beeldscherm
in
de
buurt
van
een
raam
neerzet,
scherm
het
zonlicht
dan
af
met
©
Lenovo
2005,
2007.
Gedeelten
©
IBM
Corp.
2005.
3