Lenovo J205 (Dutch) User guide - Page 49

herstelapparaat, opnemen, opstartvolgorde

Page 49 highlights

U kunt als volgt het stuurprogramma voor een in de fabriek geïnstalleerd apparaat opnieuw installeren: 1. Start de computer en het besturingssysteem op. 2. Roep met behulp van de Windows Verkenner of Deze Computer de directorystructuur van uw vaste schijf op. 3. Open de map C:\SWTOOLS. 4. Open de map DRIVERS. In deze map bevinden zich submappen die zijn genoemd naar de diverse apparaten die op uw computer zijn geïnstalleerd (bijvoorbeeld voor AUDIO of VIDEO). 5. Open de map van het gewenste apparaat. 6. Installeer het stuurprogramma op een van de volgende manieren: v Ga naar de submap van het apparaat en zoek het bestand README.TXT of een ander bestand met de extensie TXT op. Dit bestand is vaak genoemd naar een bepaald besturingssysteem, bijvoorbeeld WIN98.TXT. In het tekstbestand vindt u informatie over het opnieuw installeren van het desbetreffende stuurprogramma. v Als er in de submap van het apparaat een bestand met de extensie INF staat, kunt u de applet Nieuwe Hardware gebruiken (in het Windows Configuratiescherm) om het stuurprogramma opnieuw te installeren. Niet alle stuurprogramma's kunnen opnieuw worden geïnstalleerd met dit programma. Wanneer u in het programma Nieuwe hardware wordt gevraagd om het te installeren stuurprogramma, klikt u op Diskette en Bladeren. Selecteer vervolgens het juiste stuurprogramma in de submap van het apparaat. v Ga naar de submap van het apparaat en zoek het bestand SETUP.EXE. Dubbelklik op SETUP.EXE en volg de instructies op het scherm. Een herstelapparaat opnemen in de opstartvolgorde Voordat u het programma Rescue and Recovery start vanaf een CD, DVD, USB vaste-schijfstation of enig extern apparaat, moet u eerst de opstartvolgorde wijzigen in het programma Setup Utility. Om de opstartvolgorde te bekijken of te wijzigen, gaat u als volgt te werk: 1. Zet de computer uit en druk op de toets F1 terwijl u de computer weer aanzet. 2. Wanneer het logoscherm wordt afgebeeld of wanneer u een reeks geluids- signalen hoort, laat u de toets F1 los. 3. Voer uw huidige wachtwoord als daar om wordt gevraagd. 4. Als het hoofdmenu van het programma Setup Utility verschijnt, gaat met de cursortoetsen naar Startup. 5. Stel de opstartvolgorde in zoals door de omstandigheden wordt vereist. 6. Druk tweemaal op Esc om naar het afsluitmenu van het programma Setup Utility te gaan. 7. Ga met de cursortoetsen naar de optie ″Save and exit″ en druk op Enter. 8. Druk, als het venster Setup Confirmation verschijnt, nogmaals op Enter. 9. De computer wordt opnieuw opgestart. Opmerking: Als u een extern apparaat gebruikt, moet u eerst de computer uitzetten voordat u het externe apparaat aansluit. Hoofdstuk 8. Software herstellen 41

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70

U
kunt
als
volgt
het
stuurprogramma
voor
een
in
de
fabriek
geïnstalleerd
appa-
raat
opnieuw
installeren:
1.
Start
de
computer
en
het
besturingssysteem
op.
2.
Roep
met
behulp
van
de
Windows
Verkenner
of
Deze
Computer
de
directorystructuur
van
uw
vaste
schijf
op.
3.
Open
de
map
C:\SWTOOLS.
4.
Open
de
map
DRIVERS.
In
deze
map
bevinden
zich
submappen
die
zijn
genoemd
naar
de
diverse
apparaten
die
op
uw
computer
zijn
geïnstalleerd
(bij-
voorbeeld
voor
AUDIO
of
VIDEO).
5.
Open
de
map
van
het
gewenste
apparaat.
6.
Installeer
het
stuurprogramma
op
een
van
de
volgende
manieren:
v
Ga
naar
de
submap
van
het
apparaat
en
zoek
het
bestand
README.TXT
of
een
ander
bestand
met
de
extensie
TXT
op.
Dit
bestand
is
vaak
genoemd
naar
een
bepaald
besturingssysteem,
bijvoorbeeld
WIN98.TXT.
In
het
tekstbe-
stand
vindt
u
informatie
over
het
opnieuw
installeren
van
het
desbetreffende
stuurprogramma.
v
Als
er
in
de
submap
van
het
apparaat
een
bestand
met
de
extensie
INF
staat,
kunt
u
de
applet
Nieuwe
Hardware
gebruiken
(in
het
Windows
Configuratiescherm)
om
het
stuurprogramma
opnieuw
te
installeren.
Niet
alle
stuurprogramma’s
kunnen
opnieuw
worden
geïnstalleerd
met
dit
pro-
gramma.
Wanneer
u
in
het
programma
Nieuwe
hardware
wordt
gevraagd
om
het
te
installeren
stuurprogramma,
klikt
u
op
Diskette
en
Bladeren
.
Selecteer
vervolgens
het
juiste
stuurprogramma
in
de
submap
van
het
appa-
raat.
v
Ga
naar
de
submap
van
het
apparaat
en
zoek
het
bestand
SETUP.EXE.
Dubbelklik
op
SETUP.EXE
en
volg
de
instructies
op
het
scherm.
Een
herstelapparaat
opnemen
in
de
opstartvolgorde
Voordat
u
het
programma
Rescue
and
Recovery
start
vanaf
een
CD,
DVD,
USB
vaste-schijfstation
of
enig
extern
apparaat,
moet
u
eerst
de
opstartvolgorde
wijzi-
gen
in
het
programma
Setup
Utility.
Om
de
opstartvolgorde
te
bekijken
of
te
wijzigen,
gaat
u
als
volgt
te
werk:
1.
Zet
de
computer
uit
en
druk
op
de
toets
F1
terwijl
u
de
computer
weer
aanzet.
2.
Wanneer
het
logoscherm
wordt
afgebeeld
of
wanneer
u
een
reeks
geluids-
signalen
hoort,
laat
u
de
toets
F1
los.
3.
Voer
uw
huidige
wachtwoord
als
daar
om
wordt
gevraagd.
4.
Als
het
hoofdmenu
van
het
programma
Setup
Utility
verschijnt,
gaat
met
de
cursortoetsen
naar
Startup
.
5.
Stel
de
opstartvolgorde
in
zoals
door
de
omstandigheden
wordt
vereist.
6.
Druk
tweemaal
op
Esc
om
naar
het
afsluitmenu
van
het
programma
Setup
Utility
te
gaan.
7.
Ga
met
de
cursortoetsen
naar
de
optie
Save
and
exit
en
druk
op
Enter.
8.
Druk,
als
het
venster
Setup
Confirmation
verschijnt,
nogmaals
op
Enter.
9.
De
computer
wordt
opnieuw
opgestart.
Opmerking:
Als
u
een
extern
apparaat
gebruikt,
moet
u
eerst
de
computer
uitzet-
ten
voordat
u
het
externe
apparaat
aansluit.
Hoofdstuk
8.
Software
herstellen
41