Lenovo ThinkCentre M82 (Dutch) User Guide - Page 47

Geheugenmodules installeren of vervangen

Page 47 highlights

5. Verwijder het vaste-schijfstation. Zie "Het vaste-schijfstation vervangen" op pagina 54. 6. Kantel de houder van het optische-schijfstation omhoog zodat u bij de systeemplaatcomponenten en de kabels kunt. Zie "Het optische-schijfstation vervangen" op pagina 56. Geheugenmodules installeren of vervangen Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de "Belangrijke veiligheidsvoorschriften" op pagina v hebt gelezen en begrepen. In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van een geheugenmodule. Uw computer beschikt over vier sleuven voor het plaatsen of vervangen van DDR3 UDIMMs. Daardoor kunt u het systeemgeheugen uitbreiden tot maximaal 32 GB. Gebruik bij het installeren of vervangen van een geheugenmodule DDR3 UDIMMs van 2 GB, 4 GB of 8 GB in elke combinatie tot maximaal 32 GB. De volgende tabel biedt informatie over de geheugenmodule installatievoorwaarden welke u in acht dient te nemen wanneer u een geheugenmodule installeerd of verwijderd. Het "X"-teken geeft de geheugenmodule(s) aan waar u de geheugenmodule kunt installeren voor verschillende situaties. De nummers 1, 2, 3 en 4 geeft de installatievolgorde aan. Zie "Onderdelen op de systeemplaat" op pagina 11 voor informatie over de locatie van de geheugenmodulesleuven. UDIMM Één UDIMM Twee UDIMMs Drie UDIMMs Vier UDIMMs DIMM 1 X, 3 X, 3 DIMM 2 X X, 1 X, 1 X, 1 DIMM 3 X, 4 DIMM 4 X, 2 X, 2 X, 2 U kunt als volgt een geheugenmodule installeren of vervangen: 1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten. 2. Open de kap van de computer. Zie "Kap van de computer openen" op pagina 32. 3. Verwijder de frontplaat. Zie "De frontplaat verwijderen en terugplaatsen" op pagina 32. 4. Verwijder het koelvinblok. Zie "De module met het koelelement en de ventilator vervangen" op pagina 59. 5. Verwijder het vaste-schijfstation. Zie "Het vaste-schijfstation vervangen" op pagina 54. 6. Kantel de houder van het optische-schijfstation omhoog zodat u bij de geheugenaansluitingen kunt. Zie "Het optische-schijfstation vervangen" op pagina 56. 7. Kijk waar de geheugenaansluitingen zich bevinden. Zie "Onderdelen op de systeemplaat" op pagina 11. 8. Verwijder alle onderdelen die het moeilijk maken om bij geheugenaansluitingen te komen. 9. Voer, afhankelijk van de vraag of u een geheugenmodule installeert of vervangt, één van de volgende handelingen uit: Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 35

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172

5. Verwijder het vaste-schijfstation. Zie “Het vaste-schijfstation vervangen” op pagina 54.
6. Kantel de houder van het optische-schijfstation omhoog zodat u bij de systeemplaatcomponenten en de
kabels kunt. Zie “Het optische-schijfstation vervangen” op pagina 56.
Geheugenmodules installeren of vervangen
Attentie:
Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op
pagina v hebt gelezen en begrepen.
In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van een geheugenmodule.
Uw computer beschikt over vier sleuven voor het plaatsen of vervangen van DDR3 UDIMMs. Daardoor kunt
u het systeemgeheugen uitbreiden tot maximaal 32 GB. Gebruik bij het installeren of vervangen van een
geheugenmodule DDR3 UDIMMs van 2 GB, 4 GB of 8 GB in elke combinatie tot maximaal 32 GB.
De volgende tabel biedt informatie over de geheugenmodule installatievoorwaarden welke u in acht dient te
nemen wanneer u een geheugenmodule installeerd of verwijderd. Het “X”-teken geeft de geheugenmodule(s)
aan waar u de geheugenmodule kunt installeren voor verschillende situaties. De nummers 1, 2, 3 en 4 geeft
de installatievolgorde aan. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11 voor informatie over de
locatie van de geheugenmodulesleuven.
UDIMM
DIMM 1
DIMM 2
DIMM 3
DIMM 4
Één UDIMM
X
Twee UDIMMs
X, 1
X, 2
Drie UDIMMs
X, 3
X, 1
X, 2
Vier UDIMMs
X, 3
X, 1
X, 4
X, 2
U kunt als volgt een geheugenmodule installeren of vervangen:
1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten.
2. Open de kap van de computer. Zie “Kap van de computer openen” op pagina 32.
3. Verwijder de frontplaat. Zie “De frontplaat verwijderen en terugplaatsen” op pagina 32.
4. Verwijder het koelvinblok. Zie “De module met het koelelement en de ventilator vervangen” op pagina 59.
5. Verwijder het vaste-schijfstation. Zie “Het vaste-schijfstation vervangen” op pagina 54.
6. Kantel de houder van het optische-schijfstation omhoog zodat u bij de geheugenaansluitingen kunt. Zie
“Het optische-schijfstation vervangen” op pagina 56.
7. Kijk waar de geheugenaansluitingen zich bevinden. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11.
8. Verwijder alle onderdelen die het moeilijk maken om bij geheugenaansluitingen te komen.
9. Voer, afhankelijk van de vraag of u een geheugenmodule installeert of vervangt, één van de volgende
handelingen uit:
Hoofdstuk 5
.
Hardware installeren en vervangen
35