Lenovo ThinkCentre M82 (Dutch) User Guide - Page 73

volledig vast en draai ten slotte schroef, gedeeltelijk vast, draai dan schroef

Page 73 highlights

6. Draai de twee kunststof klemmetjes die het koelvinblok op zijn plaats houden naar buiten. Haal vervolgens het koelvinblok van de defecte module met het koelelement en de ventilator. Figuur 46. Verwijderen van het koelvinblok 7. Plaats de nieuwe module met het koelelement en de ventilator zodanig op de systeemplaat dat de vier schroeven op één lijn liggen met de gaten op de systeemplaat. Zorg er bij het plaatsen voor dat de kabel van de ventilator zich aan de kant van de aansluiting voor de microprocessorventilator op de systeemplaat bevindt. 8. Voer de volgende stappen uit om de vier schroeven vast te draaien waarmee de nieuwe module met het koelelement en de ventilator is bevestigd, zoals afgebeeld in Figuur 45 "Schroeven waarmee de module met koelelement en ventilator is bevestigd" op pagina 60: a. Draai eerst schroef 1 gedeeltelijk vast, draai dan schroef 2 volledig vast en draai ten slotte schroef 1 volledig vast. b. Draai eerst schroef 3 gedeeltelijk vast, draai dan schroef 4 volledig vast en draai ten slotte schroef 3 volledig vast. 9. Sluit de kabel van de nieuwe module met het koelelement en ventilatoreenheid aan op de aansluiting voor de microprocessorventilator op de systeemplaat. Zie "Onderdelen op de systeemplaat" op pagina 11. Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 61

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172

6. Draai de twee kunststof klemmetjes die het koelvinblok op zijn plaats houden naar buiten. Haal
vervolgens het koelvinblok van de defecte module met het koelelement en de ventilator.
Figuur 46. Verwijderen van het koelvinblok
7. Plaats de nieuwe module met het koelelement en de ventilator zodanig op de systeemplaat dat de vier
schroeven op één lijn liggen met de gaten op de systeemplaat. Zorg er bij het plaatsen voor dat de
kabel van de ventilator zich aan de kant van de aansluiting voor de microprocessorventilator op de
systeemplaat bevindt.
8. Voer de volgende stappen uit om de vier schroeven vast te draaien waarmee de nieuwe module met
het koelelement en de ventilator is bevestigd, zoals afgebeeld in Figuur 45 “Schroeven waarmee de
module met koelelement en ventilator is bevestigd” op pagina 60:
a.
Draai eerst schroef
1
gedeeltelijk vast, draai dan schroef
2
volledig vast en draai ten slotte schroef
1
volledig vast.
b. Draai eerst schroef
3
gedeeltelijk vast, draai dan schroef
4
volledig vast en draai ten slotte schroef
3
volledig vast.
9. Sluit de kabel van de nieuwe module met het koelelement en ventilatoreenheid aan op de aansluiting voor
de microprocessorventilator op de systeemplaat. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11.
Hoofdstuk 5
.
Hardware installeren en vervangen
61