Lenovo ThinkCentre M92z (Dutch) User Guide - Page 76

Het koelvinblok en de ventilatoreenheid voor GPU vervangen

Page 76 highlights

1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten. 2. Leg een schone zachte doek op het werkblad. Neem de computer aan de zijkanten beet en leg hem voorzichtig neer waarbij het scherm naar beelden ligt en de kap naar boven. 3. Verwijder de kap van de computer. Zie "De kap van de computer verwijderen" op pagina 38. 4. Kijk waar de ExpressCard zich bevindt. Zie "Componenten" op pagina 13. 5. Draai voorzichtig de vier schroeven los 1 waarmee de ExpressCard op de systeemplaat is bevestigd en til hem weg van de systeemplaat. Figuur 40. Verwijderen van de ExpressCard 6. Sluit de nieuwe ExpressCard aan op de ExpressCard-aansluiting op de systeemplaat. Breng de schroefgaten van de nieuwe ExpressCard op één lijn met de corresponderende gaten van de systeemplaat en zet de ExpressCard met de vier schroeven vast aan de systeemplaat. Volgende stappen: • Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. • Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar "Het vervangen van de onderdelen voltooien" op pagina 71. Het koelvinblok en de ventilatoreenheid voor GPU vervangen Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de "Belangrijke veiligheidsvoorschriften" op pagina v hebt gelezen en begrepen. In dit gedeelte vindt u instructies voor het vervangen van het koelvinblok en de ventilatoreenheid voor GPU. Opmerking: Het koelvinblok en de ventilatoreenheid voor GPU is alleen in bepaalde modellen geïnstalleerd die de GPU hebben. 64 ThinkCentre Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158

1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur
uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels
die op de computer zijn aangesloten.
2. Leg een schone zachte doek op het werkblad. Neem de computer aan de zijkanten beet en leg hem
voorzichtig neer waarbij het scherm naar beelden ligt en de kap naar boven.
3. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 38.
4. Kijk waar de ExpressCard zich bevindt. Zie “Componenten” op pagina 13.
5. Draai voorzichtig de vier schroeven los
1
waarmee de ExpressCard op de systeemplaat is bevestigd
en til hem weg van de systeemplaat.
Figuur 40. Verwijderen van de ExpressCard
6. Sluit de nieuwe ExpressCard aan op de ExpressCard-aansluiting op de systeemplaat. Breng de
schroefgaten van de nieuwe ExpressCard op één lijn met de corresponderende gaten van de
systeemplaat en zet de ExpressCard met de vier schroeven vast aan de systeemplaat.
Volgende stappen:
Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien”
op pagina 71.
Het koelvinblok en de ventilatoreenheid voor GPU vervangen
Attentie:
Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op
pagina v hebt gelezen en begrepen.
In dit gedeelte vindt u instructies voor het vervangen van het koelvinblok en de ventilatoreenheid voor GPU.
Opmerking:
Het koelvinblok en de ventilatoreenheid voor GPU is alleen in bepaalde modellen geïnstalleerd
die de GPU hebben.
64
ThinkCentre Handboek voor de gebruiker