NordicTrack Elite 4000 Treadmill Dutch Manual - Page 26

Een Vooraf Ingestelde Oefening, Zie Hoe Het Apparaat Aan Te Zetten Op

Page 26 highlights

Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleuning staan en houdt u de contactpunten ongeveer tien seconden vast met uw handpalmen - beweeg uw handen niet. Uw hartslag zal aangegeven worden wanneer uw pols gemeten kan worden. Houd de contactpunten ongeveer 15 seconden lang vast voor de meest nauwkeurige hartslagwaarde. 7. Zet de ventilator indien gewenst aan. De ventilator toont meerdere snelheidsinstellingen en een stand automatisch. Als de stand automatisch is geselecteerd, zal de snelheid van de ventilator automatisch verhogen en verlagen als de snelheid van de loopband verhoogt en verlaagt. Druk herhaaldelijk op de kleine ventilatortoets om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator uit te zetten. Druk op de grote ventilatortoets om een ventilatorsnelheid of om de automatische instelling te kiezen. EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING GEBRUIKEN 1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.  Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op pagina 23. 2. Kies een vooraf ingestelde oefening.  U kunt ook drukken op de toets Calorie (calorieën), Intensity (intensiteit) of Speed (snelheid), of de toets Incline (helling) op het bedieningspaneel, om een vooraf ingestelde oefening te kiezen. Aandacht: u kunt ook op de toets met het hardlopertje drukken op het scherm om het menu Workouts (oefeningen) te kiezen. Kies dan de gewenste oefening. Het scherm toont ook de naam, duur en de afstand van de oefening. Het scherm toont ook het geschatte aantal calorieën dat u tijdens de oefening zal verbranden en een profiel van de hellinginstellingen van de oefening. 8. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen. Stap op de loopband en raak de toets Home of de toets Terug aan op het scherm of druk op de toets Stop op het bedieningspaneel. Een samenvatting van de oefening zal dan op het scherm verschijnen. Druk lichtjes op de toets Finish (beëindigen) om terug te keren naar het hoofdscherm als u het oefeningoverzicht hebt bekeken. U kunt ook uw resultaten bewaren of publiceren met een van de opties op het scherm. Haal vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek. 3. Begin met de oefening.  Druk lichtjes op de toets Start Workout (start oefening) om de oefening te laten beginnen. Kort nadat u lichtjes op de toets heeft gedrukt, begint de loopband te bewegen. Houd de handleuningen vast en begin met lopen. Elke oefening is in verschillende onderdelen ingedeeld. Er is één hellinginstelling en één tempo-instelling geprogrammeerd voor elk segment. Aandacht: dezelfde snelheid en/of hellingsinstelling kan worden geprogrammeerd voor opeenvolgende segmenten. Wanneer u klaar bent met de loopband te gebruiken, zet u de Schakelaar in de off (uit)stand en neemt u het snoer uit het stopcontact. BELANGRIJK: als u dit niet doet, kunnen de elektrische onderdelen van de loopband voortijdig slijten. Het profiel zal tijdens de oefening uw vordering tonen. Tik of schuif op het scherm om uw profiel te bekijken. De verticaal gekleurde lijn geeft het huidige onderdeel van de oefening aan. Het onderste profiel geeft de hellinginstelling van het huidige segment weer. Het bovenste profiel geeft de snelheidsinstelling van het huidige segment weer. 26

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52

26
Om uw hartslag te meten, gaat u op de
voetleu-
ning staan
en houdt u de contactpunten ongeveer
tien seconden vast met uw handpalmen –
beweeg
uw handen niet.
Uw hartslag zal aangegeven
worden wanneer uw pols gemeten kan worden.
Houd de contactpunten ongeveer 15 secon-
den lang vast voor de meest nauwkeurige
hartslagwaarde.
7.
Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator toont meerdere snelheidsinstellingen
en een stand automatisch. Als de stand auto-
matisch is geselecteerd, zal de snelheid van de
ventilator automatisch verhogen en verlagen als de
snelheid van de loopband verhoogt en verlaagt.
Druk herhaaldelijk op de kleine
ventilatortoets om een venti-
latorsnelheid te kiezen of om
de ventilator uit te zetten. Druk
op de grote ventilatortoets om
een ventilatorsnelheid of om de
automatische instelling te kiezen.
8.
Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Stap op de loopband en raak de toets Home of de
toets Terug aan op het scherm of druk op de toets
Stop op het bedieningspaneel. Een samenvatting
van de oefening zal dan op het scherm verschij-
nen. Druk lichtjes op de toets Finish (beëindigen)
om terug te keren naar het hoofdscherm als u het
oefeningoverzicht hebt bekeken. U kunt ook uw
resultaten bewaren of publiceren met een van de
opties op het scherm. Haal vervolgens de sleutel
uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een
veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te
gebruiken, zet u de Schakelaar in de off (uit)-
stand en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1.
Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 23.
2.
Kies een vooraf ingestelde oefening.
U kunt ook drukken op de toets Calorie (calorieën),
Intensity (intensiteit) of Speed (snelheid), of de
toets Incline (helling) op het bedieningspaneel,
om een vooraf ingestelde oefening te kiezen.
Aandacht: u kunt ook op de toets met het hard-
lopertje drukken op het scherm om het menu
Workouts (oefeningen) te kiezen.
Kies dan de gewenste oefening. Het scherm toont
ook de naam, duur en de afstand van de oefe-
ning. Het scherm toont ook het geschatte aantal
calorieën dat u tijdens de oefening zal verbranden
en een profiel van de hellinginstellingen van de
oefening.
3. Begin met de oefening.
Druk lichtjes op de toets Start Workout (start
oefening) om de oefening te laten beginnen. Kort
nadat u lichtjes op de toets heeft gedrukt, begint de
loopband te bewegen. Houd de handleuningen vast
en begin met lopen.
Elke oefening is in verschillende onderdelen
ingedeeld. Er is één hellinginstelling en één tem-
po-instelling geprogrammeerd voor elk segment.
Aandacht: dezelfde snelheid en/of hellingsinstelling
kan worden geprogrammeerd voor opeenvolgende
segmenten.
Het profiel zal tijdens de oefening uw vordering
tonen. Tik of schuif op het scherm om uw profiel te
bekijken. De verticaal gekleurde lijn geeft het hui-
dige onderdeel van de oefening aan. Het onderste
profiel geeft de hellinginstelling van het huidige
segment weer. Het bovenste profiel geeft de snel-
heidsinstelling van het huidige segment weer.