NordicTrack V7 Dutch Manual - Page 16

HET GEBRUIKEN VAN DE HANDMATIGE MODUS HET GEBRUIK VAN EEN IFIT-PROGRAMMA 1. Zet het apparaat aan. 1. Zet het apparaat aan. Zie HET APPARAAT AANZETTEN op pagina 15. Zie HET APPARAAT AANZETTEN op pagina 15. 2. Selecteer de gewenste triltijd. Druk de gewenste tijdknop in om de triltijd in te stellen op 30, 45 of 60 seconden. Het display zal de duur van de tijd die u heeft geselecteerd, tonen. 3. Selecteer de gewenste trilfrequentie. Druk de gewenste frequentieknop in om de trilfrequentie in te stellen op 25, 30 of 35 hertz. Het display zal de frequentie die u heeft geselecteerd, tonen. 2. Plaats een iFit-kaart en selecteer een programma. Om een iFit-programma te gebruiken, plaatst u een iFit-kaart in de iFit-sleuf, zorgt u dat de iFitkaart zo geplaatst is dat de metalen contacten naar beneden zijn gericht en geplaatst zijn in de richting van de sleuf. Als de iFit-kaart juist is geplaatst dan zal de indicator naast de sleuf oplichten en zal het nummer van het iFit-programma op de display verschijnen. 4. Start een trilsessie. Druk op de startknop op de trilplaat en start de trilsessie. Stopknop Startknop iFit-sleuf iFit-kaart 5. Een trilsessie stoppen of pauzeren. Druk op de stopknop (zie de tekening hierboven) op de plaat om de trilsessie te stoppen of te pauzeren. Druk op de startknop om verder te gaan met de trilsessie indien gewenst. Aandacht: als de sessie wordt beëindigd, zal er een toon te horen zijn en stopt de trilplaat automatisch. 6. Start aanvullende trilsessies indien u dat wenst. Herhaal stappen 2-5 voor zoveel aanvullende trilsessies als u wenst. BELANGRIJK: het wordt aanbevolen dat u de trilplaat niet langer gebruikt dan 15 minuten per dag en niet meer dan 3 keer per week. 7. Als u klaar bent, schakelt u de schakelaar naar de stand 'uit' en kunt u de stekker uit het stopcontact halen. Vervolgens selecteert u het gewenste programma op de iFit-kaart door te drukken op de omhoog en omlaagtoetsen naast de iFit-gleuf. Even nadat u een programma hebt geselecteerd zal een stem van een personal trainer u begeleiden tijdens de oefening. 3. Als u klaar bent met de oefening, haalt u de iFit-kaart eruit. Als u klaar bent met de oefening, haalt u de iFitkaart eruit. Berg de iFit-kaart goed op. 16