ProForm 280 Zlx Bike Dutch Manual - Page 16

Het Gebruik Van Een Vooraf Ingestelde

Page 16 highlights

HET GEBRUIK VAN EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING 1. Om het bedieningspaneel aan te zetten, druk op een toets van het bedieningspaneel of begin te fietsen. Kort nadat u begint te lopen, zal de display oplichten. 2. Selecteer een vooraf ingestelde oefening. Om een vooraf ingestelde oefen- Profiel ing te selecteren, drukt u her- haaldelijk op de toets Oefening [WORKOUT] tot het nummer van de gewenste oefening verschijnt in de display. De oefeningentijd en een profiel van de weerstandsin- stellinngen van de oefening verschijnen ook in het scherm. 3. Begin te fietsen om het oefenprogramma te starten. Terwijl u oefent, wordt u aangegeven uw loopritme zo dicht mogelijk bij uw doelomwentelingen voor het huidige segment te houden. Als er een opwaarts pijltje op de display verschijnt, moet u uw ritme verhogen. Als er een neerwaarts pijltje verschijnt, dan moet u uw ritme vertragen. Als er geen pijltjes op de display verschijnen, moet u uw ritme aanhouden. BELANGRIJK: De doel tempo instellingen zijn alleen als motivatie bedoeld. Uw tempo kan langzamer zijn dat de doel tempo instellingen. Zorg ervoor dat u op een aangenaam tempo oefent. Als het weerstandniveau van het huidige onderdeel te hoog of te laag is kunt u de instelling handmatig overschrijven door te draaien aan de weerstandsknop. BELANGRIJK: Als het huidige segment van het programma voltooid is, dan zal de weerstand van de pedalen automatisch naar de instellingen van het volgende segment worden gewijzigd. Elke oefening is verdeeld in verschillende 1-minuut segmenten. Er wordt een weerstandsniveau en een tempo geprogrammeerd voor elk segment. Opgelet: Hetzelfde weerstandsniveau en/of tempo kan voor twee of meer opeenvolgende segmenten worden geprogrammeerd. Het profiel van uw programma geeft uw vordering aan (zie tekening hierboven). Het flikkerende segment van het profiel stelt het huidige segment van het programma voor. De hoogte van het flikkerend segment geeft de weerstand van het huidige segment aan. De oefening gaat zo verder tot het laatste segment is uitgevoerd. Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te stoppen, stopt u met trappen. U zult een pieptoon horen en de tijd zal op de display beginnen te flikkeren. Om verder te gaan met de oefening, dient u eenvoudigweg weg verder te gaan met stappen. 4. Volg uw vorderingen op de display. Zie stap 4 op pagina 14. 5. Uw hartslag meten als u dat wilt. Het weestandsniveau en het doel tempo van het tweede segment zullen wanneer het eerste segment van het programma eindigt in het midden van de display voor een paar seconden verschijnen. Het profiel van het volgende segment zal opflikkeren, en de de weerstand van de pedalen zullen automatisch worden bijgesteld. Zie stap 5 op pagina 15. 6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u klaar bent met uw oefening. Zie stap 6 op pagina 15. 16

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24

16
HET GEBRUIK VAN EEN VOORAF INGESTELDE
OEFENING
1.
Om het bedieningspaneel aan te zetten, druk
op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen.
Kort nadat u begint te lopen, zal de display oplicht-
en.
2.
Selecteer een vooraf ingestelde oefening.
Om een vooraf
ingestelde oefen-
ing te selecteren,
drukt u her-
haaldelijk op de
toets Oefening
[WORKOUT] tot
het nummer van
de gewenste oefening verschijnt in de display. De
oefeningentijd en een profiel van de weerstandsin-
stellinngen van de oefening verschijnen ook in het
scherm.
3.
Begin te fietsen om het oefenprogramma te
starten.
Elke oefening is verdeeld in verschillende 1-minuut
segmenten. Er wordt een weerstandsniveau en
een tempo geprogrammeerd voor elk segment.
Opgelet: Hetzelfde weerstandsniveau en/of tempo
kan voor twee of meer opeenvolgende segmenten
worden geprogrammeerd.
Het profiel van uw programma geeft uw vordering
aan (zie tekening hierboven). Het flikkerende seg-
ment van het profiel stelt het huidige segment van
het programma voor. De hoogte van het flikkerend
segment geeft de weerstand van het huidige seg-
ment aan.
Het weestandsniveau en het doel tempo van het
tweede segment zullen wanneer het eerste seg-
ment van het programma eindigt in het midden
van de display voor een paar seconden verschij-
nen. Het profiel van het volgende segment zal
opflikkeren, en de de weerstand van de pedalen
zullen automatisch worden bijgesteld.
Terwijl u oefent,
wordt u
aangegeven uw
loopritme zo dicht
mogelijk bij uw
doelomwentelingen
voor het huidige
segment te houden. Als er een opwaarts pijltje op
de display verschijnt, moet u uw ritme verhogen.
Als er een neerwaarts pijltje verschijnt, dan moet u
uw ritme vertragen. Als er geen pijltjes op de dis-
play verschijnen, moet u uw ritme aanhouden.
BELANGRIJK: De doel tempo instellingen zijn
alleen als motivatie bedoeld. Uw tempo kan
langzamer zijn dat de doel tempo instellingen.
Zorg ervoor dat u op een aangenaam tempo
oefent.
Als het weerstandniveau van het huidige
onderdeel te hoog of te laag is kunt u de instelling
handmatig overschrijven door te draaien aan de
weerstandsknop.
BELANGRIJK: Als het huidige
segment van het programma voltooid is, dan
zal de weerstand van de pedalen automatisch
naar de instellingen van het volgende segment
worden gewijzigd.
De oefening gaat zo verder tot het laatste segment
is uitgevoerd. Om op elk mogelijk ogenblik met de
oefening te stoppen, stopt u met trappen. U zult
een pieptoon horen en de tijd zal op de display
beginnen te flikkeren. Om verder te gaan met de
oefening, dient u eenvoudigweg weg verder te
gaan met stappen.
4.
Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 14.
5.
Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 15.
6.
Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 15.
Profiel