ProForm 380 Razor Elliptical Dutch Manual - Page 20

Hoe Een Programma Voor De Hartslag Te

Page 20 highlights

HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG TE 5. Begin te fietsen om het oefenprogramma te GEBRUIKEN starten. 1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of begin te fietsen om het bedieningspaneel aan te zetten. Even nadat u begint met trappen of op een druk knopt, zal de display oplichten. 2. Selecteer een hartslagoefening. Druk herhaaldelijk op de toets Profiel Selecteer Oefening [WORK- OUT SELECT] tot het nummer van de gewenste hart- slagoefening ver- schijnt in de display. De programmatijd en een profiel van de weerstandinstellingen van het pro- gramma zullen op de display worden weergegeven. Opmerking: Het nummer en het profiel van elke hartslagoefening staan gedrukt op het bedieningspaneel. Elke hartslagoefening is verdeeld in 30 1-minuut segmenten. Voor elk hartslagsegment is één snelheidsinstelling geprogrammeerd. Let op: dezelfde doel hartslag kan worden geprogrammeerd voor opeenvolgende onderdelen. Tijdens het programma, zal het oefeningenprofiel in de display uw vooruitgang laten zien. De flikkerende balk van het profiel stelt het huidige oefeningsegment voor. The height of the flashing segment indicates the target heart rate for the current segment. Aan het einde van elke segment van de oefening, zult u een aantal tonen horen en het volgende segment zal beginnen te flikkeren. Het bedieningspaneel zal regelmatig uw hartslag met de doelhartslaginstelling van de huidige onderdeel vergelijken. Als uw hartslag te ver onder of boven de doelhartslag ligt, dan zal de weerstand van de pedalen automatisch verhogen of verlagen om uw hartslag dichter bij uw doelhartslag te brengen. Elke keer als de weerstand wijzigt, zal het weerstandniveau gedurende enkele seconden in de display verschijnen om u te alarmeren 3. Toets een doelhartslagfrequentie in. Een paar seconden nadat u een hartslagoefening heeft geselecteerd, verschijnen de woorden ADJUST MAX TARGET HEART RATE (stel max doelhartslag in), in de display en begint het nummer 110 te knipperen. Er zullen verschillen hartslaginstellingen worden geprogrammeerd voor verschillende segmenten van de hartslagoefening. Draai de weerstandsknop om naar de gewenste maximum hartslag te gaan voor de oefening (zie OEFENINGINTENSITEIT op pagina 23). Tijdens de oefening wordt u verteld om met een gelijkmatige snelheid te trappen. Als er een opwaarts pijltje op de display verschijnt, moet u uw ritme verhogen. Als een neerwaartse pijl verschijnt, moet u uw snelheid verlagen. Als er geen pijl verschijnt, behoudt u de huidige snelheid. 4. Houd de handgrip met polssensor vast. Als u de handsensoren gebruikt, moet u niet noodzakelijk tijdens de hele duur van het programma de contactpunten vasthouden; u moet echter de contactpunten geregeld vasthouden voor een correcte werking van het programma. Telkens als u de handgreep met polssensor vasthoudt, houd dan uw handen minstens 30 seconden op de contactpunten. 20

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28

20
HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG TE
GEBRUIKEN
1.
Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan
te zetten.
Even nadat u begint met trappen of op een druk
knopt, zal de display oplichten.
2.
Selecteer een hartslagoefening.
Druk herhaaldelijk
op de toets
Selecteer
Oefening [WORK-
OUT SELECT] tot
het nummer van
de gewenste hart-
slagoefening ver-
schijnt in de display. De programmatijd en een
profiel van de weerstandinstellingen van het pro-
gramma zullen op de display worden
weergegeven.
Opmerking: Het nummer en het profiel van elke
hartslagoefening staan gedrukt op het bedien-
ingspaneel.
3.
Toets een doelhartslagfrequentie in.
Een paar seconden nadat u een hartslagoefening
heeft geselecteerd, verschijnen de woorden
ADJUST MAX TARGET HEART RATE
(stel max
doelhartslag in), in de display en begint het num-
mer 110 te knipperen.
Er zullen verschillen hartslaginstellingen worden
geprogrammeerd voor verschillende segmenten
van de hartslagoefening. Draai de weerstand-
sknop om naar de gewenste maximum hartslag te
gaan voor de oefening (zie OEFENINGINTEN-
SITEIT op pagina 23).
4.
Houd de handgrip met polssensor vast.
Als u de handsensoren gebruikt, moet u niet
noodzakelijk tijdens de hele duur van het program-
ma de contactpunten vasthouden; u moet echter
de contactpunten geregeld vasthouden voor een
correcte werking van het programma.
Telkens als
u de handgreep met polssensor vasthoudt,
houd dan uw handen minstens 30 seconden
op de contactpunten.
5.
Begin te fietsen om het oefenprogramma te
starten.
Elke hartslagoefening is verdeeld in 30 1-minuut
segmenten. Voor elk hartslagsegment is één snel-
heidsinstelling geprogrammeerd. Let op: dezelfde
doel hartslag kan worden geprogrammeerd voor
opeenvolgende onderdelen.
Tijdens het programma, zal het oefeningenprofiel
in de display uw vooruitgang laten zien. De
flikkerende balk van het profiel stelt het huidige
oefeningsegment voor. The height of the flashing
segment indicates the target heart rate for the cur-
rent segment. Aan het einde van elke segment
van de oefening, zult u een aantal tonen horen en
het volgende segment zal beginnen te flikkeren.
Het bedieningspaneel zal regelmatig uw hartslag
met de doelhartslaginstelling van de huidige
onderdeel vergelijken. Als uw hartslag te ver onder
of boven de doelhartslag ligt, dan zal de weer-
stand van de pedalen automatisch verhogen of
verlagen om uw hartslag dichter bij uw doelhart-
slag te brengen. Elke keer als de weerstand
wijzigt, zal het weerstandniveau gedurende enkele
seconden in de display verschijnen om u te
alarmeren
Tijdens de oefening
wordt u verteld om
met een gelijk-
matige snelheid te
trappen. Als er een
opwaarts pijltje op
de display verschi-
jnt, moet u uw ritme verhogen. Als een neer-
waartse pijl verschijnt, moet u uw snelheid verla-
gen. Als er geen pijl verschijnt, behoudt u de huidi-
ge snelheid.
Profiel