Behringer EDGE Quick Start Guide - Page 17

EDGE Regelaars

Page 17 highlights

32 EDGE EDGE Regelaars (NL) Stap 2: Regelaars (1) FREQUENCY (VCO 1) - regelt de frequentie over ± 5 octaven (bereik 10 octaven). (2) SHAPE - selecteert blok- of driehoekgolfvorm. (3) ENVELOPE - deze bipolaire regelaar verhoogt de toonhoogtemodulatie als hij naar rechts wordt gedraaid (met de klok mee). Naar links draaien past negatieve envelopemodulatie toe die een toonhoogteglijeffect veroorzaakt. (4) SEQ PITCH MOD - met deze 3-standenschakelaar wordt ingesteld of de pitchsequencer naar OSC 1&2 wordt verzonden, alleen naar OSC 2, of wordt uitgeschakeld. (5) LEVEL - hiermee wordt het volume van VCO 1 ingesteld. (23) ENVELOPE (FILTER) - naar rechts draaien vanuit het midden verhoogt de modulatie van de filterenvelope. Als naar links wordt gedraaid, wordt negatieve envelopemodulatie op de cutoff-frequentie van het filter toegepast. (24) NOISE/VCF-MOD - naar rechts draaien regelt hoe sterk de filtercutoff-frequentie wordt gemoduleerd door de ruisbron. Door in de VCF MOD-ingang op het patchcompartiment te patchen, kan elk controlsignaal de cutoff-frequentie van het filter wijzigen. (25) TEMPO - het tempo kan in de stand Internal worden ingesteld op 10 t/m 10.000 (INT). Via MIDI en USB is het bereik 10 - 300 BPM. (6) EG (VCO 1&2) DECAY - deze regelaar moduleert de toonhoogte van beide oscillators. Naar rechts draaien verhoogt de modulatie. (26) CLOCK - de klok kan worden ingesteld op MIDI, USB of INT/ EXT. Gebruik het ADV/CLOCK-patchpunt om de clock extern te synchroniseren. (7) FREQUENCY (VCO 2) - regelt de frequentie over ± 5 octaven (bereik 10 octaven). (8) SHAPE - selecteert blok- of driehoek-golfvorm. (9) ENVELOPE - deze bipolaire regelaar verhoogt de toonhoogtemodulatie als hij naar rechts wordt gedraaid (met de klok mee). Naar links draaien past negatieve envelopemodules toe, die een toonhoogteglijeffect veroorzaakt. (10) HARD SYNC - inschakelen om de fase van OSC 2 te synchroniseren met de fase van OSC 1. Kan worden gebruikt voor complexe metaalachtige geluiden of flange-geluiden. (11) LEVEL - stelt het volume van VCO 2 in. (12) 1-2 FM AMT - moduleert de toonhoogte van OSC 2 met OSC 1, naar rechts draaien om het effect te verhogen. (13) NOISE COLOR - selecteert roze of witte ruis. Witte ruis is helder, terwijl roze ruis donkerder klinkt. (14) NOISE/EXT - stelt de hoeveelheid NOISE in of het niveau van EXT AUDIO dat aan het signaal wordt toegevoegd. (15) Aan/uit-LED - geeft aan dat de unit is ingeschakeld. Wordt rood als de polymodus is geactiveerd. (27) SCALE - dit stelt de timing van de sequencer in op de binnenkomende MIDI of de USB-CLOCK. Kies uit 1/4, 1/8, 1/16, 1/32 recht ritme of 1/4T, 1/8T, 1/16T en 1/32T triolenfeel. (28) TRIGGER - als de sequencer is gestopt en op de TRIGGERtoets wordt gedrukt, wordt de huidige sequencestap (weergegeven door de LED) afgespeeld zonder naar de volgende stap te gaan. Op deze manier kunnen de instellingen voor een specifieke stap eenvoudig worden beluisterd door deze tijdens het aanbrengen van wijzigingen hoorbaar te maken. (29) PLAY/STOP - deze knop stopt en start de sequencer op de huidige stap. (30) ADVANCE - stap voor stap door de 8 stappen van de sequencer navigeren. (31) PITCH - deze 8 regelaars passen de toonhoogtes aan. Naar rechts draaien vanuit het midden verhoogt de VCO-toonhoogte. Naar links draaien vanuit de 12-uurstand verlaagt de toonhoogte van de betreffende stap. (32) VEL - deze 8 regelaars passen de velocity (aanslagsterkte) van de stappen aan. Ze besturen de amplitude van de VCO-envelope, filterenvelope/decay en de VCA-decay. Naar rechts draaien om de waarde te verhogen van 0 V naar 5 V. (16) VCA-MODUS - FAST stelt de VCA EG snel in, op ongeveer 1 ms. SLOW stelt de attacktijd van de VCA EG in op 100 ms. (17) DECAY - stelt de vervaltijd van de VCA-envelope in. (33) MIDI IN - deze Midi DIN-ingang kan worden gebruikt om geluiden te bespelen via een extern MIDI-apparaat en MIDI-klok te gebruiken. (18) VOLUME - regelt het hoofdvolume. (19) VCF SELECTIE - kiest High Pass HP- of Low Pass LP-filtermodus. (34) OUT/THRU - deze MIDI DIN-aansluiting worden gebruikt als MIDI-uitgang of als MIDI-thru (doorgifte van MIDI IN). (35) OSC 1 CV - oscillator 1-pitch CV, met 1 V/octaaf. (20) CUTOFF - past het afsnijpunt van het filter aan, afhankelijk (36) OSC 2 CV - oscillator 2-pitch CV, met 1 V/octaaf. van de geselecteerde modus (20 Hz tot 20 kHz). (37) OSC DECAY - ingang bepaalt de tijd van de OSC-decay (21) RESONANCE - stelt de resonantie van het filter in. Dit benadrukt de frequenties rond het cutoff-punt. en is handig voor het toevoegen van dynamische toonhoogteverandering aan gestemde percussiegeluiden. (22) DECAY (FILTER) - bepaalt hoe snel de verandering in timbre in de tijd terugkeert naar de oorspronkelijke waarde. Quick Start Guide 33 (38) ADV/CLOCK - als op deze ingang een stijgende clockpuls wordt gedetecteerd, dan gaat het sequencepatroon een stap vooruit. In deze modus heeft de temporegelaar geen functie. (39) TRIGGER - deze ingang triggert (activeert) alle drie de envelope-generators op het momenteel geselecteerde velocity-niveau van een sequencerstap, zonder naar de volgende stap te gaan. Dit is handig bij het aansluiten op externe sequencers. (40) VELOCITY - regelt de maximale amplitude van de envelope-generators en is een van de sleutels voor een bijzonder dynamisch en expressief geluid. (54) VELOCITY - levert een voltage dat wordt gevarieerd op basis van de velocity-instelling van de huidige sequencerstap. (55) PHONES - 3,5 mm hoofdtelefoonuitgang waarvan het volume wordt geregeld door de volumeregelaar (18). (56) PITCH - levert een voltage dat verandert op basis van de toonhoogte-instelling van de huidige sequencestap. (57) VCF EG - deze uitgang dupliceert de stuurspanning die wordt gebruikt om het filter intern te moduleren. (58) VCA - dit is de hoofduitgang voor audio, die wordt ingesteld door de volumeregelaar. (41) NOISE LEVEL - deze ingang moduleert de waarde van (59) VCA EG - deze uitgang levert een kopie van de de NOISE / EXT LEVEL, ongeacht of deze het ruisniveau stuurspanning die wordt gebruikt om de VCA intern bestuurt, of het niveau van een extern audiosignaal dat via te moduleren. de EXT AUDIO-ingang is aangesloten. Achterpaneel (42) 1-2 FM AMT - deze ingang moduleert de waarde van de 1-2 FM AMT-regelaar om de hoeveelheid modulatie te bepalen die door oscillator 2 op oscillator 1 (60) MIDI CHANNEL SELECT - met de dipschakelaars kan een MIDI-kanaal worden gekozen van 1 t/m 16. wordt toegepast. (61) USB - aansluiten op een computer met standaard A naar (43) EXT AUDIO - als een externe audiobron op deze jack wordt B USB-kabel. aangesloten, wordt noise uit het signaalpad verwijderd (62) AAN/UIT - aan/uit-schakelaar. en wordt dit vervangen door het externe audiosignaal. Het volume van deze ingang wordt dan geregeld door de regelaar NOISE / EXT LEVEL. (63) DC-ingang - alleen de meegeleverde netadapter aansluiten, 12 V 1000 mA. (44) TEMPO - deze ingang geeft 1V/octaaf-besturing van de VCO-snelheid van de sequencerklok. (45) PLAY/STOP - hiermee kan de sequencer worden gestart en gestopt met een extern voltage. (46) VCF MOD - een stuurspanning plaatsen vervangt de ruisgenerator door een bekabelde modulatiebron voor het filter. De maximale hoeveelheid modulatie die op het filter wordt toegepast wordt nog steeds aangestuurd door de NOISE / VCF MOD-regelaar. (47) VCF DECAY - deze ingang regelt de decay-tijd van de VCF EG en hiermee kunnen verregaande geluidsvariaties worden gecreëerd. (48) VCA CV - met deze ingang kan een stuurspanning worden toegepast op de VCA-uitgang, zodat het totaalvolume op een andere manier kan worden gemoduleerd. (49) DECAY VCA - deze ingang reguleert de decay-tijd van de VCA EG en kan worden gebruikt om toonhoogtevariaties aan percussiepatronen zonder toonhoogte toe te voegen. (50) OSC 1 - direct uit van oscillator 1. Kan worden gebruikt als modulatie- of audio-uitgang. (51) OSC 2 - direct uit van oscillator 2. Kan worden gebruikt als modulatie- of audio-uitgang. (52) OSG EG - deze uitgang dupliceert de stuurspanning die wordt gebruikt om beide oscillators intern te moduleren. (53) TRIGGER - levert een puls van de sequencerklok die als klokbron kan worden gebruikt voor synchronisatie met externe instrumenten, of als een triggersignaal.

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35

(NL)
Stap 2: Regelaars
(1)
FREQUENCY (VCO 1) –
regelt de frequentie over ± 5
octaven (bereik 10 octaven).
(2)
SHAPE –
selecteert blok- of driehoekgolfvorm.
(3)
ENVELOPE –
deze bipolaire regelaar verhoogt de
toonhoogtemodulatie als hij naar rechts wordt gedraaid
(met de klok mee). Naar links draaien past negatieve
envelopemodulatie toe die een toonhoogteglij-
effect veroorzaakt.
(4)
SEQ PITCH MOD –
met deze 3-standenschakelaar wordt
ingesteld of de pitchsequencer naar OSC 1&2 wordt
verzonden, alleen naar OSC 2, of wordt uitgeschakeld.
(5)
LEVEL –
hiermee wordt het volume van VCO 1 ingesteld.
(6)
EG (VCO 1&2) DECAY –
deze regelaar moduleert de
toonhoogte van beide oscillators. Naar rechts draaien
verhoogt de modulatie.
(7)
FREQUENCY (VCO 2) –
regelt de frequentie over ± 5
octaven (bereik 10 octaven).
(8)
SHAPE –
selecteert blok- of driehoek-golfvorm.
(9)
ENVELOPE –
deze bipolaire regelaar verhoogt de
toonhoogtemodulatie als hij naar rechts wordt gedraaid
(met de klok mee). Naar links draaien past negatieve
envelopemodules toe, die een toonhoogte-
glijeffect veroorzaakt.
(10)
HARD SYNC –
inschakelen om de fase van OSC 2 te
synchroniseren met de fase van OSC 1. Kan worden
gebruikt voor complexe metaalachtige geluiden of
flange-geluiden.
(11)
LEVEL –
stelt het volume van VCO 2 in.
(12)
1-2 FM AMT –
moduleert de toonhoogte van OSC 2 met
OSC 1, naar rechts draaien om het effect te verhogen.
(13)
NOISE COLOR –
selecteert roze of witte ruis. Witte ruis is
helder, terwijl roze ruis donkerder klinkt.
(14)
NOISE/EXT –
stelt de hoeveelheid NOISE in of het niveau
van EXT AUDIO dat aan het signaal wordt toegevoegd.
(15)
Aan/uit-LED –
geeft aan dat de unit is ingeschakeld.
Wordt rood als de polymodus is geactiveerd.
(16)
VCA-MODUS –
FAST stelt de VCA EG snel in, op ongeveer 1
ms. SLOW stelt de attacktijd van de VCA EG in op 100 ms.
(17)
DECAY –
stelt de vervaltijd van de VCA-envelope in.
(18)
VOLUME –
regelt het hoofdvolume.
(19)
VCF SELECTIE –
kiest High Pass HP- of Low Pass
LP-filtermodus.
(20)
CUTOFF –
past het afsnijpunt van het filter aan, afhankelijk
van de geselecteerde modus (20 Hz tot 20 kHz).
(21)
RESONANCE –
stelt de resonantie van het filter in. Dit
benadrukt de frequenties rond het cutoff-punt.
(22)
DECAY (FILTER) –
bepaalt hoe snel de verandering in
timbre in de tijd terugkeert naar de
oorspronkelijke waarde.
(23)
ENVELOPE (FILTER) –
naar rechts draaien vanuit het
midden verhoogt de modulatie van de filterenvelope.
Als naar links wordt gedraaid, wordt negatieve
envelopemodulatie op de cutoff-frequentie van het
filter toegepast.
(24)
NOISE/VCF-MOD –
naar rechts draaien regelt hoe
sterk de filtercutoff-frequentie wordt gemoduleerd
door de ruisbron. Door in de VCF MOD-ingang op het
patchcompartiment te patchen, kan elk controlsignaal de
cutoff-frequentie van het filter wijzigen.
(25)
TEMPO –
het tempo kan in de stand Internal worden
ingesteld op 10 t/m 10.000 (INT). Via MIDI en USB is het
bereik 10 - 300 BPM.
(26)
CLOCK –
de klok kan worden ingesteld op MIDI, USB of INT/
EXT. Gebruik het ADV/CLOCK-patchpunt om de clock extern
te synchroniseren.
(27)
SCALE –
dit stelt de timing van de sequencer in op de
binnenkomende MIDI of de USB-CLOCK. Kies uit 1/4, 1/8,
1/16, 1/32 recht ritme of 1/4T, 1/8T, 1/16T en
1/32T triolenfeel.
(28)
TRIGGER –
als de sequencer is gestopt en op de TRIGGER-
toets wordt gedrukt, wordt de huidige sequencestap
(weergegeven door de LED) afgespeeld zonder naar
de volgende stap te gaan. Op deze manier kunnen de
instellingen voor een specifieke stap eenvoudig worden
beluisterd door deze tijdens het aanbrengen van
wijzigingen hoorbaar te maken.
(29)
PLAY/STOP –
deze knop stopt en start de sequencer op de
huidige stap.
(30)
ADVANCE –
stap voor stap door de 8 stappen van de
sequencer navigeren.
(31)
PITCH –
deze 8 regelaars passen de toonhoogtes aan.
Naar rechts draaien vanuit het midden verhoogt de
VCO-toonhoogte. Naar links draaien vanuit de 12-uurstand
verlaagt de toonhoogte van de betreffende stap.
(32)
VEL –
deze 8 regelaars passen de velocity (aanslagsterkte)
van de stappen aan. Ze besturen de amplitude van de
VCO-envelope, filterenvelope/decay en de VCA-decay. Naar
rechts draaien om de waarde te verhogen van 0 V naar 5 V.
(33)
MIDI IN –
deze Midi DIN-ingang kan worden gebruikt
om geluiden te bespelen via een extern MIDI-apparaat en
MIDI-klok te gebruiken.
(34)
OUT/THRU –
deze MIDI DIN-aansluiting worden gebruikt
als MIDI-uitgang of als MIDI-thru
(doorgifte van MIDI IN).
(35)
OSC 1 CV –
oscillator 1-pitch CV, met 1 V/octaaf.
(36)
OSC 2 CV –
oscillator 2-pitch CV, met 1 V/octaaf.
(37)
OSC DECAY –
ingang bepaalt de tijd van de OSC-decay
en is handig voor het toevoegen van dynamische
toonhoogteverandering aan gestemde percussiegeluiden.
(38)
ADV/CLOCK –
als op deze ingang een stijgende clockpuls
wordt gedetecteerd, dan gaat het sequencepatroon een
stap vooruit. In deze modus heeft de temporegelaar
geen functie.
(39)
TRIGGER –
deze ingang triggert (activeert) alle drie de
envelope-generators op het momenteel geselecteerde
velocity-niveau van een sequencerstap, zonder naar de
volgende stap te gaan. Dit is handig bij het aansluiten op
externe sequencers.
(40)
VELOCITY –
regelt de maximale amplitude van de
envelope-generators en is een van de sleutels voor een
bijzonder dynamisch en expressief geluid.
(41)
NOISE LEVEL –
deze ingang moduleert de waarde van
de NOISE / EXT LEVEL, ongeacht of deze het ruisniveau
bestuurt, of het niveau van een extern audiosignaal dat via
de EXT AUDIO-ingang is aangesloten.
(42)
1-2 FM AMT –
deze ingang moduleert de waarde van
de 1-2 FM AMT-regelaar om de hoeveelheid modulatie
te bepalen die door oscillator 2 op oscillator 1
wordt toegepast.
(43)
EXT AUDIO –
als een externe audiobron op deze jack wordt
aangesloten, wordt noise uit het signaalpad verwijderd
en wordt dit vervangen door het externe audiosignaal.
Het volume van deze ingang wordt dan geregeld door de
regelaar NOISE / EXT LEVEL.
(44)
TEMPO –
deze ingang geeft 1V/octaaf-besturing van de
VCO-snelheid van de sequencerklok.
(45)
PLAY/STOP –
hiermee kan de sequencer worden gestart
en gestopt met een extern voltage.
(46)
VCF MOD –
een stuurspanning plaatsen vervangt de
ruisgenerator door een bekabelde modulatiebron voor het
filter. De maximale hoeveelheid modulatie die op het filter
wordt toegepast wordt nog steeds aangestuurd door de
NOISE / VCF MOD-regelaar.
(47)
VCF DECAY –
deze ingang regelt de decay-tijd van de
VCF EG en hiermee kunnen verregaande geluidsvariaties
worden gecreëerd.
(48)
VCA CV –
met deze ingang kan een stuurspanning worden
toegepast op de VCA-uitgang, zodat het totaalvolume op
een andere manier kan worden gemoduleerd.
(49)
DECAY VCA –
deze ingang reguleert de decay-tijd van de
VCA EG en kan worden gebruikt om toonhoogtevariaties
aan percussiepatronen zonder toonhoogte toe te voegen.
(50)
OSC 1 –
direct uit van oscillator 1. Kan worden gebruikt als
modulatie- of audio-uitgang.
(51)
OSC 2 –
direct uit van oscillator 2. Kan worden gebruikt als
modulatie- of audio-uitgang.
(52)
OSG EG –
deze uitgang dupliceert de stuurspanning die
wordt gebruikt om beide oscillators intern te moduleren.
(53)
TRIGGER –
levert een puls van de sequencerklok die als
klokbron kan worden gebruikt voor synchronisatie met
externe instrumenten, of als een triggersignaal.
(54)
VELOCITY –
levert een voltage dat wordt gevarieerd
op basis van de velocity-instelling van de huidige
sequencerstap.
(55)
PHONES –
3,5 mm hoofdtelefoonuitgang waarvan het
volume wordt geregeld door de volumeregelaar (18).
(56)
PITCH –
levert een voltage dat verandert op basis van de
toonhoogte-instelling van de huidige sequencestap.
(57)
VCF EG –
deze uitgang dupliceert de stuurspanning die
wordt gebruikt om het filter intern te moduleren.
(58)
VCA –
dit is de hoofduitgang voor audio, die wordt
ingesteld door de volumeregelaar.
(59)
VCA EG –
deze uitgang levert een kopie van de
stuurspanning die wordt gebruikt om de VCA intern
te moduleren.
Achterpaneel
(60)
MIDI CHANNEL SELECT –
met de dipschakelaars kan een
MIDI-kanaal worden gekozen van 1 t/m 16.
(61)
USB –
aansluiten op een computer met standaard A naar
B USB-kabel.
(62)
AAN/UIT –
aan/uit-schakelaar.
(63)
DC-ingang –
alleen de meegeleverde netadapter
aansluiten, 12 V 1000 mA.
EDGE Regelaars
32
33
Quick Start Guide
EDGE