Haier HB18FGSAAA User Manual - Page 222

Probleem, Mogelijke oorzaak, Mogelijke oplossing

Page 222 highlights

NL 9- Probleemoplossen Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Het is onvoldoende • De temperatuur is te hoog inge- • Stel de temperatuur opnieuw in. koud binnen in het steld. apparaat. • Te warme etenswaren werden op- • Laat de etenswaren altijd goed af- geslagen. koelen voor u ze opbergt. • Te veel etenswaren in een keer op- • Berg altijd kleine hoeveelheden geslagen. etenswaren op. • De etenswaren werden te dicht bij • Laat een opening tussen verschil- elkaar geplaatst. lende etenswaren om de lucht te laten circuleren. • Een deur/lade van het apparaat is • Sluit de deur/lade. niet stevig gesloten. • De deur/lade is te vaak of te lang • Open de deur/lade niet te vaak. geopend. Het is te koud in • De temperatuur is te laag ingesteld. • Stel de temperatuur opnieuw in. het apparaat. • De Power-Freeze functie is inge- • Schakel de Power Freeze functie schakeld of draait te lang. uit. V o c h t v o r m i n g • Het klimaat is te warm en te vochtig. • Verhoog de temperatuur. op de binnenzijde van het koelvak. • Een deur/lade van het apparaat is • Sluit de deur/lade. niet stevig gesloten. • De deur/lade is te vaak of te lang • Open de deur/lade niet te vaak. geopend. • Voedselcontainers of vloeistoffen • Laat warme etenswaren afkoelen zijn open gelaten. tot kamertemperatuur en dek de etenswaren en vloeistoffen af. Vocht accumu- • Het klimaat is te warm en te vochtig. • Dit is normaal in een vochtig kli- leert op de buiten- maat en zal veranderen wanneer zijde van de koel- de vochtigheidsgraad daalt. kast of tussen de • De deur/lade is niet stevig geslo- • Zorg ervoor dat de deur/lade volle- deuren/deur en de ten. De koude lucht in het apparaat dig gesloten is. lade. en de warme lucht buiten conden- seert. Veel ijs en vorst in • De etenswaren werden niet correct • U moet de etenswaren altijd goed het vriesvak. verpakt. verpakken. • Een deur/lade van het apparaat is • Sluit de deur/lade. niet stevig gesloten. • De deur/lade is te vaak of te lang • Open de deur/lade niet te vaak. geopend. Het apparaat maakt abnormaal lawaai. • De pakking van de deur/lade is vuil, • Reinig de deur/ladepakkingen of versleten, gebarsten of stemmen vervang ze. niet overeen. • Er is iets in de koelkast dat de deur/ • Breng de laden, deurrekken of in- lade belemmert correct te sluiten. terne containers opnieuw aan zo- dat de deur/lade kan sluiten. • Het apparaat staat niet op een vlak- • Stel de voeten in om het apparaat ke ondergrond. te nivelleren. • Het apparaat komt in contact met • Verwijder objecten rond het appa- een aanpalend voorwerp. raat. 31

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198
  • 199
  • 200
  • 201
  • 202
  • 203
  • 204
  • 205
  • 206
  • 207
  • 208
  • 209
  • 210
  • 211
  • 212
  • 213
  • 214
  • 215
  • 216
  • 217
  • 218
  • 219
  • 220
  • 221
  • 222
  • 223
  • 224
  • 225
  • 226
  • 227
  • 228
  • 229
  • 230
  • 231
  • 232
  • 233
  • 234
  • 235
  • 236
  • 237
  • 238
  • 239
  • 240
  • 241
  • 242
  • 243
  • 244
  • 245
  • 246
  • 247
  • 248
  • 249
  • 250
  • 251
  • 252
  • 253
  • 254
  • 255
  • 256
  • 257
  • 258
  • 259
  • 260
  • 261
  • 262
  • 263
  • 264
  • 265
  • 266
  • 267
  • 268
  • 269
  • 270
  • 271
  • 272
  • 273
  • 274
  • 275
  • 276
  • 277
  • 278
  • 279
  • 280
  • 281
  • 282
  • 283
  • 284
  • 285
  • 286
  • 287
  • 288
  • 289
  • 290
  • 291
  • 292
  • 293
  • 294
  • 295
  • 296
  • 297
  • 298
  • 299
  • 300
  • 301
  • 302
  • 303
  • 304
  • 305
  • 306
  • 307
  • 308
  • 309
  • 310
  • 311
  • 312
  • 313
  • 314
  • 315
  • 316
  • 317
  • 318
  • 319
  • 320
  • 321
  • 322
  • 323
  • 324
  • 325
  • 326
  • 327
  • 328
  • 329
  • 330
  • 331
  • 332
  • 333
  • 334
  • 335
  • 336
  • 337
  • 338
  • 339
  • 340
  • 341
  • 342
  • 343
  • 344
  • 345
  • 346
  • 347
  • 348
  • 349
  • 350
  • 351
  • 352
  • 353
  • 354
  • 355
  • 356
  • 357
  • 358
  • 359
  • 360
  • 361
  • 362
  • 363
  • 364
  • 365
  • 366
  • 367
  • 368
  • 369
  • 370
  • 371
  • 372
  • 373
  • 374
  • 375
  • 376
  • 377
  • 378
  • 379
  • 380
  • 381
  • 382
  • 383
  • 384
  • 385
  • 386
  • 387
  • 388
  • 389
  • 390
  • 391
  • 392
  • 393
  • 394
  • 395
  • 396
  • 397
  • 398
  • 399
  • 400
  • 401
  • 402
  • 403
  • 404
  • 405
  • 406
  • 407
  • 408
  • 409
  • 410
  • 411
  • 412
  • 413
  • 414
  • 415
  • 416
  • 417

NL
9- Probleemoplossen
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oplossing
Het is onvoldoende
koud binnen in het
apparaat.
De temperatuur is te hoog inge-
steld.
Stel de temperatuur opnieuw in.
Te warme etenswaren werden op-
geslagen.
Laat de etenswaren altijd goed af-
koelen voor u ze opbergt.
Te veel etenswaren in een keer op-
geslagen.
Berg
altijd
kleine
hoeveelheden
etenswaren op.
De etenswaren werden te dicht bij
elkaar geplaatst.
Laat een opening tussen verschil-
lende etenswaren om de lucht te
laten circuleren.
Een deur/lade van het apparaat is
niet stevig gesloten.
Sluit de deur/lade.
De deur/lade is te vaak of te lang
geopend.
Open de deur/lade niet te vaak.
Het is te koud in
het apparaat
.
De temperatuur is te laag ingesteld.
Stel de temperatuur opnieuw in.
De Power-Freeze functie is inge-
schakeld of draait te lang.
Schakel de Power Freeze functie
uit.
Vochtvorming
op de binnenzijde
van het koelvak.
Het klimaat is te warm en te vochtig.
Verhoog de temperatuur.
Een deur/lade van het apparaat is
niet stevig gesloten.
Sluit de deur/lade.
De deur/lade is te vaak of te lang
geopend.
Open de deur/lade niet te vaak.
Voedselcontainers of vloeistoffen
zijn open gelaten.
Laat warme etenswaren afkoelen
tot kamertemperatuur en dek de
etenswaren en vloeistoffen af.
Vocht
accumu-
leert op de buiten-
zijde van de koel-
kast of tussen de
deuren/deur en de
lade.
Het klimaat is te warm en te vochtig.
Dit is normaal in een vochtig kli-
maat en zal veranderen wanneer
de vochtigheidsgraad daalt.
De deur/lade is niet stevig geslo-
ten. De koude lucht in het apparaat
en de warme lucht buiten conden-
seert.
Zorg ervoor dat de deur/lade volle-
dig gesloten is.
Veel ijs en vorst in
het vriesvak.
De etenswaren werden niet correct
verpakt.
U moet de etenswaren altijd goed
verpakken.
Een deur/lade van het apparaat is
niet stevig gesloten.
Sluit de deur/lade.
De deur/lade is te vaak of te lang
geopend.
Open de deur/lade niet te vaak.
De pakking van de deur/lade is vuil,
versleten, gebarsten of stemmen
niet overeen.
Reinig de deur/ladepakkingen of
vervang ze.
Er is iets in de koelkast dat de deur/
lade belemmert correct te sluiten.
Breng de laden, deurrekken of in-
terne containers opnieuw aan zo-
dat de deur/lade kan sluiten.
Het apparaat
maakt abnormaal
lawaai.
Het apparaat staat niet op een vlak-
ke ondergrond.
Stel de voeten in om het apparaat
te nivelleren.
Het apparaat komt in contact met
een aanpalend voorwerp.
Verwijder objecten rond het appa-
raat.
31