JVC CW-DRA8 Operation Manual - Page 29

Oplossen van problemen, Specificaties

Page 29 highlights

Oplossen van problemen Problemen worden vaak veroorzaakt door een onjuiste bediening. Zie daarom de onderstaande tabel alvorens de luidspreker voor reparatie weg te brengen indien er iets mis lijkt te zijn. Probleem Oorzaak • De zekering is doorgebrand. Oplossing • C o n t r o l e e r d e ⾜/⾚ p o l a r i t e i t v a n h e t stroomsnoer en of de bedrading nergens kortgesloten is en vervang vervolgens de zekering door een met het opgegeven vermogen. • Sluit de snoeren op de juiste manier aan door het aansluitingsvoorbeeld op blz. 25, 26 te raadplegen. De stroom kan niet worden ingeschakeld (de verlichting gaat niet aan). • De stroomvoorzieningspen (geel) van de 10pens snoer-aansluiting is niet doorverbonden. • De stroombedieningspen (blauw/wit) van de 10-pens snoer-aansluiting is niet doorverbonden. • De aardingspen (z war t) van de 10-pens snoer-aan-sluiting is niet doorverbonden. • De 10-pens stekker is niet goed aangesloten. • De negatieve ⾚ kabel van de accu van de auto is losgekoppeld. • Sluit het snoer op de juiste manier aan door het aansluitingsvoorbeeld op blz. 25, 26 te raadplegen. • Bevestig de aarding aan een metalen gedeelte van het voertuig (niet aan een gelakt deel) door het goed vast te schroeven. • Steek de stekker er goed in. • Controleer alle verbindingen van alle snoeren en sluit vervolgens de ⾚ kabel weer op de accu aan. • Controleer alle verbindingen van alle snoeren en sluit vervolgens de ⾚ kabel weer door de accu aan. • De demper van de geluid bestanddelen staat • Schakel de demping uit. aan (ON). Geen geluid • De VOLUME instelling staat op de laagste (MIN) stand. • De luidspreker-snoeren zijn niet op de juiste manier aangesloten. • Stel het volume in op het optimale niveau door blz. 28 te raadplegen. • Sluit het snoer op de juiste manier aan door het aansluitingsvoorbeeld op blz. 25 te raadplegen. • De aansluitingen zijn niet op de juiste manier • Steek de stekkers helemaal in de aansluitingen. gemaakt. • Het ingangsniveau staat te laag. • Verdraai de VOLUME instelknop en stel het ingangsniveau in op een geschikt niveau. Het geluid klinkt zacht. De geluidskwaliteit is slecht (geluid is vervormd). • De aansluitingen zijn niet op de juiste manier gemaakt. • Een grote stroomingang zorgt ervoor dat het beschermingscircuit voor dit apparaat werkt. • Het ingangsniveau staat te hoog. • Verbind het snoer met de REMOTE aansluiting. • Controleer of het RCA (tulpstekker) snoer op de juiste manier is aangesloten. • Zet het volume op MIN voor enige tijd. • Verdraai de VOLUME instelknop en stel het ingangsniveau in op een geschikt niveau. Het geluid is onnatuurlijk. • De luidspreker-snoeren zijn aangesloten met omgekeerde positieve ⾜ en negatieve ⾚ polariteit. • De aardingspen (z war t) van de 10-pens snoer-aan-sluiting is niet goed doorverbonden. • Sluit de snoeren op de juiste manier aan door het aansluitingsvoorbeeld op blz. 25, 26 te raadplegen. • Bevestig de aarding aan een metalen gedeelte van het voertuig (niet aan een gelakt deel) door het goed vast te schroeven. De afstandsbediening • Het snoer van de afstandsbediening is niet • Verbind het snoer met de REMOTE aansluiting. doet het niet. aangesloten. • Steek de stekker er goed in. De verlichting van de afstandsbediening licht niet op. Specificaties Ontwerp en technische gegevens zijn zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar. Max. uitgangsvermogen 250 W Frequentiebereik 35 Hz - 150 Hz Frequentie afkappen 50 Hz - 125 Hz Fase 0˚, 180˚ Ingangsgevoeligheid / impedantie LINE IN 125 mV / 22 kΩ Vermogen 14,4 V gelijkstroom (11 V - 16 V Bedrijfsspanning) Stroomverbruik 10 A Gevoeligheid 81 dB Afmetingen Breedte : 350 mm Hoogte : 75 mm Diepte : 240 mm Gewicht 4,2 kg 29 Nederlands

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80

Nederlands
29
Oplossen van problemen
Problemen worden vaak veroorzaakt door een onjuiste bediening.
Zie daarom de onderstaande tabel alvorens de luidspreker voor reparatie weg te brengen indien er iets mis lijkt te zijn.
Specificaties
Ontwerp en technische gegevens zijn zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar.
Max. uitgangsvermogen
.................................................
250 W
Frequentiebereik
................................................
35 Hz - 150 Hz
Frequentie afkappen
..........................................
50 Hz - 125 Hz
Fase
...................................................................................
0˚, 180˚
Ingangsgevoeligheid / impedantie
LINE IN
............................................................
125 mV / 22 kΩ
Vermogen
..................................................
14,4 V gelijkstroom
(11 V - 16 V Bedrijfsspanning)
Stroomverbruik
....................................................................
10 A
Gevoeligheid
.....................................................................
81 dB
Afmetingen
...................................................
Breedte :
350 mm
Hoogte :
75 mm
Diepte :
240 mm
Gewicht
..............................................................................
4,2 kg
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De stroom kan niet
worden ingeschakeld
(de verlichting gaat niet
aan).
• De zekering is doorgebrand.
• Controleer de
/
polariteit van het
stroomsnoer en of de bedrading nergens kort-
gesloten is en vervang vervolgens de zekering
door een met het opgegeven vermogen.
• Sluit de snoeren op de juiste manier aan door
het aansluitingsvoorbeeld op blz. 25, 26 te
raadplegen.
• De stroomvoorzieningspen (geel) van de 10-
pens snoer-aansluiting is niet doorverbonden.
• Sluit het snoer op de juiste manier aan door
het aansluitingsvoorbeeld op blz. 25, 26 te
raadplegen.
• Bevestig de aarding aan een metalen gedeelte
van het voertuig (niet aan een gelakt deel)
door het goed vast te schroeven.
Steek de stekker er goed in.
• Controleer alle verbindingen van alle snoeren
en sluit vervolgens de
kabel weer op de
accu aan.
• De stroombedieningspen (blauw/wit) van
de 10-pens snoer-aansluiting is niet doorver-
bonden.
• De aardingspen (zwart) van de 10-pens
snoer-aan-sluiting is niet doorverbonden.
• De 10-pens stekker is niet goed aangesloten.
• De negatieve
kabel van de accu van de
auto is losgekoppeld.
• Controleer alle verbindingen van alle snoeren
en sluit vervolgens de
kabel weer door de
accu aan.
Geen geluid
• De demper van de geluid bestanddelen staat
aan (ON).
• Schakel de demping uit.
• De VOLUME instelling staat op de laagste
(MIN) stand.
• Stel het volume in op het optimale niveau door
blz. 28 te raadplegen.
• De luidspreker-snoeren zijn niet op de juiste
manier aangesloten.
• Sluit het snoer op de juiste manier aan door
het aansluitingsvoorbeeld op blz. 25 te raad-
plegen.
• De aansluitingen zijn niet op de juiste manier
gemaakt.
• Steek de stekkers helemaal in de aansluitingen.
Het geluid klinkt zacht.
• Het ingangsniveau staat te laag.
• Verdraai de VOLUME instelknop en stel het in-
gangsniveau in op een geschikt niveau.
• De aansluitingen zijn niet op de juiste manier
gemaakt.
• Verbind het snoer met de REMOTE aansluiting.
• Controleer of het RCA (tulpstekker) snoer op
de juiste manier is aangesloten.
• Een grote stroomingang zorgt ervoor dat het
beschermingscircuit voor dit apparaat werkt.
• Zet het volume op MIN voor enige tijd.
De geluidskwaliteit is
slecht (geluid is ver-
vormd).
• Het ingangsniveau staat te hoog.
• Verdraai de VOLUME instelknop en stel het in-
gangsniveau in op een geschikt niveau.
Het geluid is onnatuur-
lijk.
• De luidspreker-snoeren zijn aangesloten met
omgekeerde positieve
en negatieve
polariteit.
• Sluit de snoeren op de juiste manier aan door
het aansluitingsvoorbeeld op blz. 25, 26 te
raadplegen.
• Bevestig de aarding aan een metalen gedeelte
van het voertuig (niet aan een gelakt deel)
door het goed vast te schroeven.
• De aardingspen (zwart) van de 10-pens
snoer-aan-sluiting is niet goed doorverbon-
den.
De afstandsbediening
doet het niet.
• Het snoer van de afstandsbediening is niet
aangesloten.
• Verbind het snoer met de REMOTE aansluiting.
Steek de stekker er goed in.
De verlichting van de
afstandsbediening licht
niet op.